Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10333

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 november 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

de definitieve afwijzing van de Fyra door de NMBS

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
snelvervoer
Nederland
voertuig op rails

Chronologie

12/11/2013Verzending vraag
20/11/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3654

Vraag nr. 5-10333 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In opvallend krachtige bewoordingen veroordeelt de directie van de NMBS de Fyra tot de schroothoop. Iets later volgde ook de NS - met daarbij het ontslag van de topman. Iedereen beaamt ondertussen dat de schade die de NMBS daardoor lijdt onschatbaar is: financieel, commercieel – derving van geraamde inkomsten – en vooral schade aan het imago, kortom, een compleet debacle. De communicatie van de NMBS daaromtrent klinkt minstens bevreemdend.

De Fyra kwam er na een internationale aanbesteding. Het kan niet anders dan dat de uiteindelijke gunning aan Ansaldo-Breda uiterst nauwkeurig werd gecheckt op correctheid – het zou verbazingwekkend zijn dat er op dat vlak problemen zouden zijn, hoewel de geruchtenmolen draait.

Het gaat in essentie om de opvolging van de werkzaamheden. Daarbij zouden technici van de NS en de NMBS van zeer nabij betrokken geweest zijn. Kortom: bij de montage van de Fyra werd bijzonder intens overleg gepleegd met de opdrachtgevers. In deze context is een plotse en radicale verkettering wel opvallend.

Bevestigt de minister dat de montage van de Fyra gebeurde door middel van voortdurend, systematisch en intensief overleg en samenwerking met de technici van de opdrachtgevers NS en NMBS, zodat de verschillende fasen van de voorbereiding en uiteindelijk ook de aflevering van de Fyra-stellen tot stand kwam in permanente samenspraak?

Hoe verklaart de minister dat de Fyra van bij de aanvang niet tegemoet kwam aan de gestelde kwaliteits- en veiligheidsvoorwaarden en de gebreken zich opstapelden en dat de NMBS-top nu op zo'n radicale wijze afstand neemt van de Fyra-treinstellen? Daarbij rijst de uitdrukkelijke vraag naar de aansprakelijkheid van de opdrachtgevers die - omwille van hun voortdurende en intensieve nabijheid - toch mee beslisten over de indienstneming ervan.

Antwoord ontvangen op 20 november 2013 :

Gelet op de coherentie ben ik zo vrij geweest gezamenlijk te antwoorden op de schriftelijke vragen nr. 5-10333, 5-10336 en 5-10344 van het geachte lid en 5-10343 van de heer Senator François Bellot.

Zoals ik al meerdere malen heb gezegd, vallen vragen over de FYRA niet onder het beheerscontract dat tussen de Staat en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) werd afgesloten. De NMBS is als autonoom overheidsbedrijf actief op een vrijgemaakte markt en geniet in dit kader van een grote manoeuvreerruimte voor haar strategie en beheer.

Verschillende vragen die gesteld werden kregen al een antwoord tijdens de hoorzitting van de gedelegeerd bestuurder van de NMBS en van de vertegenwoordiger van DVIS in de Kamer, ik zal hier dus niet op terugkomen. Dit betreft met name de vragen rond de communicatie van de informatie tussen de spoorwegggroep en de DVIS die geleid heeft tot de opschorting van de Fyradienst in januari 2013.

Voor wat de vraag van de terugbetaling van de garanties betreft, heeft de NMBS me aangegeven dat ze alle bankgaranties teruggekregen heeft. Voor wat de overige schade betreft, informeert de NMBS mij dat het verhalen van deze schade voor het gerecht is gebracht.

NMBS en NS hebben als vervoerders, samen een alternatief aanbod voor Fyra uitgewerkt. Dit plan werd op 27 september 2013 door de Nederlandse ministerraad gevalideerd. Het moet nog op 12 november het definitieve steun van de Nederlandse Tweede Kamer krijgen vooraleer uitgevoerd te kunnen worden.

Het treinaanbod zal beetje bij beetje uitgebreid worden om vanaf december 2016 tot een volledig alternatief aanbod te komen. De communicatie rond het nieuwe aanbod zal samen door de NS en de NMBS gevoerd worden.

Treinaanbod: oktober 2013 – december 2014.

Dit jaar zal de frequentie van de InterCity Brussel-Den Haag en van Thalys Brussel-Amsterdam worden uitgebreid.

Vanaf 7 oktober zal de IC tien keer heen en terug rijden, tegen 8 keer heen en terug nu. Op deze datum verhoogt Thalys zijn aanbod met twee treinen wat dan neerkomt op twaalf Thalys treinen per dag.

Vanaf 15 december zullen er nog twee extra treinen ingevoerd worden zodat de IC dan twaalf keer heen en terug zal rijden. Daarenboven zal de IC trein, die momenteel door infrastructuurwerkzaamheden in het weekend beperkt wordt tot Antwerpen-Centraal, vanaf dan doorrijden tot Brussel.

Treinaanbod: december 2014 – december 2016.

In december 2014 zal de frequentie van de IC trein nogmaals verhoogd worden tot zestien keer heen en terug per dag en zal de IC trein vanaf december 2014 doorrijden tot Amsterdam, waar dat hij momenteel beperkt is tot Den Haag.

Er wordt ook onderzocht of het mogelijk is om met de IC trein halt te houden in Brussel Nationaal Luchthaven.

Thalys zal eveneens eind 2015 haar hogesnelheidsaanbod verder uitbreiden tot veertien treinen heen en terug per dag.

Eindscenario van het treinaanbod vanaf december2016.

Vanaf december 2016 zal het treinaanbod tussen België en Nederland dat NMBS, samen met NS aanbiedt, volledig zijn. Op dat moment zullen er zestien IC treinen rijden, gebruikmakend van de hogesnelheidslijnen L4 en HSL Zuid. Hierdoor zal de IC trein tussen Brussel en Amsterdam van Rotterdam via de HSL Zuid naar Breda rijden, vanwaar de reis via de L4 wordt verdergezet naar Noorderkempen. Vanaf dan zal er geen halte meer zijn in Roosendaal en Dordrecht. De L-trein naar Roosendaal zal uiteraard behouden blijven (met 16x h/t per dag).

Daarnaast werd NMBS ingelicht over het feit dat NS het engagement van Eurostar International Limited heeft verkregen voor het realiseren van twee nieuwe dagelijkse verbindingen tussen Amsterdam en Londen via Brussel vanaf december 2016.

Op deze manier kan de reiziger kiezen uit een gedifferentieerd aanbod, namelijk hogesnelheidstreinen die aangeboden worden door Hoge Snelheids Operatoren (zijnde Thalys en Eurostar) en daarnaast een klassiek aanbod, dat zowel Breda als Den Haag, bedient en dat deels over de conventionele lijn en deels over de HST lijn (HSL Zuid/L4) rijdt.

Ik ben van mening dat het voorstel dat op tafel ligt een volwaardig alternatief is voor de Fyra, met name omdat ze een meer gediversifieerd aanbod aanbiedt en zo tegemoet komt aan de noden die door de reizigers werden geformuleerd om een klassieke treinverbinding te behouden tussen België en Nederland.

Met betrekking tot de vragen van de heer Bellot rond de toekomst van de Thalys, verduidelijk ik graag dat het project om van Thalys een afzonderlijke spoorwegonderneming te maken niet verbonden is met het project om de frequenties van de internationale verbindingen naar Nederland te verhogen.

Deze beslissing van toenadering tussen de NMBS en de SNCF gebeurt in het kader van een vrijgemaakte internationale vervoersmarkt. De NMBS en de SNCF, die sinds 1995 samenwerken rond de Thalys en er de twee grootste actoren van zijn, hebben besloten hun krachten te bundelen in een volwaardige spoorwegonderneming. De doelstelling hiervan is, volgens de NMBS, te genieten van synergieën en schaalvoordelen, de diensten aan de klanten te verbeteren en zich voor te bereiden op de komst van de concurrentie. Het gaat ook hier om een activiteit die niet onder de opdracht van de openbare dienst valt.

De NMBS en de SNCF zijn voor de nieuwe spoorwegonderneming een verdeelsleutel overeengekomen die respectievelijk bepaald is op 40 % en 60 %. De overdrachtsmodaliteiten voor het personeel van de NMBS en de SNCF naar de nieuwe spoorwegonderneming zijn het voorwerp van besprekingen binnen de bevoegde paritaire instanties van beide ondernemingen. De gevolgen van het akkoord over de Thalys zullen waarschijnlijk een weerslag hebben op de participatie van de Deutsche Bahn. Het zal de drie betrokken ondernemingen toekomen uit te weiden over de modaliteiten van hun eventuele toekomstige samenwerking en over de timing van de implementering.