Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10258

van Sabine Vermeulen (N-VA) d.d. 28 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Maritieme veiligheidsonderneming - Vergunning - Voorwaarden - Koninklijk besluit

veiligheid op zee
beveiliging en bewaking
psychometrische test

Chronologie

28/10/2013Verzending vraag
13/2/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10258 d.d. 28 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 2 september werd het koninklijk besluit betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een vergunning als maritieme veiligheidsonderneming door de Koning ondertekend.

Volgens artikel 7 van het koninklijk besluit dient de aanvraag op dit moment uitsluitend de gegevens bepaald in artikel 3, 1° tot 6°, 7°, a) en b), 8°, 10°, 13° en 14°, en in artikel 5 van het besluit te bevatten."

Hierover aan u de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte minister dat er geen bewijs nodig is dat betrokkene voldoet aan de voorwaarden inzake psycho-technisch onderzoek, terwijl er met wapens gewerkt wordt?

2) Hoe verklaart zij dat er geen bewijs nodig is dat betrokkene geslaagd is in de opleiding?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

De wet van 16 januari 2013 kent twee regimes: een tijdelijk regime en een definitief regime in afwachting van het nemen van alle uitvoeringsmaatregelen. Actueel is het definitief regime van kracht aangezien alle uitvoeringsbesluiten ondertussen in werking zijn getreden.

Aangezien voor het inzetten van maritieme veiligheidsondernemingen dringend een wettelijk raamwerk moest worden geboden en het uitwerken en toepassen van de betrokken wetgeving (vergunning van de ondernemingen, opleiding van het personeel, afleggen van de psycho-technische testen…) tijd vergt, werd in een overgangsregeling voorzien. Tijdens dit transitoir regime konden de reders - aan de hand van een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad - vergund worden om voor een bepaalde periode of voor een of meerdere reizen een beroep te doen op maritieme veiligheidsondernemingen, mits deze laatsten het bewijs konden aanvoeren dat nu reeds is voldaan aan bepaalde specifieke voorwaarden. Eén van deze voorwaarden is de ervaringsvereiste (dewelke op legale wijze werd opgedaan in het buitenland) van twee jaar gewapende bewaking aan boord van schepen en dit voor zowel de ondernemingen als het personeel. Een andere conditie is het (aangetoond) wettig karakter van het opslaan en het aan boord brengen van de wapens.

Hieruit blijkt reeds dat er ook onder het overgangsregime bepaalde garanties werden ingebouwd teneinde het professioneel karakter te kunnen verzekeren.

Momenteel wordt bij de maritieme veiligheidsondernemingen die een aanvraagdossier lopende hebben onder het definitieve regime, de nodige bewijzen opgevraagd door mijn betrokken diensten naar aanleiding van de uitvoeringsbesluiten (waaronder ook het bewijs psycho-technische testen).

Voor wat betreft de opleidingen, het uitvoeringsbesluit dat dit regelt is ondertussen eveneens van kracht maar aangezien dit gaat om een nieuwe opleiding die nog georganiseerd moet worden, werd hierin voorzien dat de maritieme bewakingsagenten houder moeten zijn van het vereiste attest binnen de periode van één jaar na de datum van inwerkingtreding van het desbetreffende besluit.