Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10233

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 25 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Uitzonderlijk vervoer - Koninklijk besluit - Toepassing - Vergunning - Inbreuken - Controles - Overzicht

politie
wegvervoer
wegverkeer
overtreding van het verkeersreglement

Chronologie

25/10/2013Verzending vraag
17/4/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10233 d.d. 25 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 1 juli 2010 gebeurt de begeleiding van het uitzonderlijk vervoer door private begeleidingsfirma's indien de firma's van Binnenlandse Zaken een vergunning kunnen afdwingen. Voordien gebeurde de begeleiding van de transporteur mee onder begeleiding van de federale politie.

In een nationale actie, georganiseerd door het expertennetwerk uitzonderlijk vervoer van de federale politie, bleek in de nacht van 7 op 8 oktober slechts één derde van de 22 gecontroleerde uitzonderlijke transporten in orde te zijn met de huidige regelgeving.

Zes transporten bleken niet in orde te zijn met de verplichte signalisatie. Andere inbreuken waren onder andere rijden zonder vergunning, overtreden van de wetgeving inzake rij- en rusttijden en te zwaar geladen transporten. Verder waren sommige transporten niet op de juiste wijze aangemeld. Het koninklijk besluit "uitzonderlijk vervoer" (KB) wordt dus nog duidelijk niet voldoende nauwkeurig nageleefd.

Volgende vragen had ik de geachte minister graag gesteld:

1) Wat is het aantal gerichte georganiseerde nationale acties door de federale politie sinds de invoering van het nieuwe KB omtrent het uitzonderlijk vervoer?

2) Kan zij over alle acties heen conclusies trekken over het aantal inbreuken op het aantal controles en de reden van de inbreuken?

3) Wat is de evolutie geweest van het aantal verleende vergunningen toen de federale politie nog betrokken werd bij de begeleiding van uitzonderlijk vervoer en na het nieuwe KB?

4) Is er reeds een evaluatie gemaakt van de begeleiding van uitzonderlijk vervoer voor en na het KB? Zo ja, wat waren hier de voornaamste conclusies? Zo nee, zal dit gebeuren?

5) Welke maatregelen zal de geachte minister nemen om het aantal inbreuken te verminderen?

Antwoord ontvangen op 17 april 2014 :

1) Sedert het in voege treden van het KB van 2 juni 2010 inzake voertuigen voor uitzonderlijk vervoer werd er, op initiatief van de federale wegpolitie, door het expertennetwerk maandelijks één nationale gecoördineerde controleactie georganiseerd (uitgezonderd tijdens de maanden juli en augustus) specifiek gericht naar de begeleide uitzonderlijke transporten.

Bedoeling van deze controleacties is in eerste instantie na te gaan of de begeleiders de nodige voorziene bevelen geven aan de overige weggebruikers, zodat de verkeersveiligheid niet in het gedrang komt. Daarnaast wordt ook nagegaan of de uitzonderlijke transporten de bepalingen van het KB en van andere wetteksten (het “aslastendecreet”, de technische eisen, de wegcode, de rij- en rusttijden, ...) naleven.

2) Tijdens deze gerichte controleacties werd vastgesteld dat gemiddeld twee op de drie gecontroleerde transporten in overtreding was met het koninklijk besluit (KB) van 2 juni 2010. De vastgestelde overtredingen betreffen de verplichte signalisatie, de vergunning voor uitzonderlijk vervoer, het niet respecteren van de voorziene reisweg, het rijden zonder begeleidingsvoertuig(en), het niet respecteren van de regels van aanmelding bij “Vigilis” (Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken - Private Veiligheid), enz...

De oorzaak van deze overtredingen is vaak te vinden in het feit dat men met scherpe vervoersprijzen voor de dag moet komen en men dus gaat bezuinigen op bijkomende extra kosten.

Nochtans voorziet het KB dat de verkeerscoördinator (de begeleider die de algemene leiding heeft over het konvooi) pas mag vertrekken met het uitzonderlijk vervoer, indien voldaan is aan de regelgeving.

3) Gelet op het feit dat activiteiten van begeleiding van uitzonderlijke voertuigen door particulieren slechts sedert medio 2010 werden opgenomen in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzonder veiligheid, konden er dan ook vóór de invoering van het door u aangehaalde KB geen vergunningen afgeleverd worden. Elke burger kon met andere woorden deze activiteiten zonder enige vorm van controle uitoefenen.

Momenteel is de uitoefening van deze activiteit uiteraard enkel mogelijk voor zover ik een vergunning heb verleend aan het betrokken bedrijf. Zo zijn er actueel 47 ondernemingen gerechtigd om de eigen uitzonderlijke voertuigen te begeleiden en 30 ondernemingen gerechtigd om uitzonderlijke voertuigen van derden te begeleiden.

4) Het is net de vaststelling geweest dat de begeleiding van uitzonderlijke voertuigen in het verleden door elkeen kon gebeuren zonder enige garantie op professionalisme, kennis van de regelgeving en zonder enig zicht op de identiteit van de betrokken ondernemingen en personen, dat de wetgever in 2010 heeft beslist om deze activiteiten onder het toepassingsgebied van de wet van 10 april 1990 te plaatsen. Dit heeft voor gevolg dat:

Uit communicatie met de federale wegpolitie blijkt dat de mogelijkheid tot het opleggen van hoge boetes door mijn diensten voor inbreuken die gepleegd worden op bepalingen die onder mijn bevoegdheid vallen, alsook de mogelijke intrekking van de vergunning een sterk ontradend effect hebben om nog inbreuken te plegen.

Ik wens tot slot nog te vermelden dat veel uitzonderlijke transporten niet begeleid worden, zodat vastgestelde inbreuken veelal door de transportfirma worden gepleegd en dus niet door de begeleidingsfirma.

5) Ik dien te benadrukken dat alle inbreuken - buiten de inbreuken betreffende de meldingsplicht en het begeleiden zonder vergunning – betrekking hebben op regelgeving die onder de bevoegdheid valt van de FOD Mobiliteit en Vervoer en dus niet van de FOD Binnenlandse Zaken. U kan zich daarom dienaangaande best richten tot de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit.

Desalniettemin zullen vergunde begeleidingsondernemingen die flagrant hun plicht verzaken om er op toe te zien dat hun begeleide transporten conform de geldende regelgeving gebeuren, hun vergunning als dusdanig verliezen en dus niet langer begeleidingsopdrachten mogen vervullen.