Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10232

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 25 oktober 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Verkeersovertredingen van de vierde graad - Binnenlandse en buitenlandse bestuurders - Discriminatie - Touring - Maatregelen

overtreding van het verkeersreglement
buitenlandse staatsburger
gelijke behandeling
rijbewijs

Chronologie

25/10/2013Verzending vraag
25/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10232 d.d. 25 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Touring kaartte onlangs het gebrek aan een consistente en strikte naleving van de verkeersreglementering aan voor buitenlandse bestuurders. Vooral wanneer buitenlandse bestuurders een verkeersovertreding begaan van de vierde graad wordt de daaraan verbonden sanctionering niet consistent uitgevoerd.

Vierde categorie verkeersovertredingen zijn de meest zware verkeersovertredingen en moeten daarom zeer gepast aangepakt worden zodat verandering van attitude en gedrag zeker plaatsvinden. Tot deze categorie behoren:

A. Aansporen om overdreven snel te rijden;

B. Op een overweg komen als de slagbomen dicht zijn, rode knipperlichten branden of het geluidssein werkt;

C. Achterruit rijden op autosnelwegen;

D. Stopbevel negeren van een bevoegde persoon.

De geldboete van een verkeersovertreding binnen de vierde graad bevindt zich tussen 220 euro tot 2.750 euro. Het verval van het recht op sturen is tussen acht dagen en vijf jaar. Een Belg zal hiervoor altijd voor de rechtbank moeten verschijnen.

Touring meldt dat een buitenlander daarentegen er vanaf komt met een boete van 330 euro, dat hij niet moet bijdragen aan het Slachtofferfonds en dat zijn rijbewijs niet ingetrokken wordt. Theoretisch is er natuurlijk geen onderscheid, maar in de praktijk duidelijk wel. Agenten vragen amper aan het parket het rijbewijs in te trekken. Vaak ook omwille van een logische redenering: eens over de grens kan een buitenlander zijn rijbewijs terug eisen, want de intrekking geldt enkel voor het Belgisch grondgebied.

Graag had ik de geachte staatssecretaris volgende vragen gesteld:

1) Is hij op de hoogte van de verschillende toepassing van de wetsregels?

2) Welke maatregelen zal hij nemen om dit verschil weg te werken? Hoe zal hij hiervoor samenwerken met het ministerie Justitie en Binnenlandse Zaken om ook binnen deze domeinen het verschil weg te werken?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2014 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag. 

1) Artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten stipuleert dat, indien de overtreder in België woont of een vaste verblijfplaats heeft, een onmiddellijke inning is uitgesloten wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld.  

Overtreders met woon- of vaste verblijfplaats in België zullen voor een vierdegraadsovertreding worden gedagvaard. Hen wacht een geldboete van 240 tot 3000 euro en een vervallenverklaring van 8 dagen tot 5 jaar, tenzij de rechter uitdrukkelijk motiveert waarom er geen vervallenverklaring nodig is. Bovenop deze geldboete komen inderdaad nog de bijdrage aan het Slachtofferfonds (150 euro) en de gerechtskosten.  

Bij buitenlandse overtreders kan een onmiddellijke inning wel worden geïnd indien zij een overtreding van de vierde graad begaan. Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt dat een vierdegraadsovertreding beboet kan worden met een som van 330 euro.  

Dit betekent dat een Belg voor een vierdegraadovertreding al snel 400 euro betaalt (boete plus bijdrage en kosten) en zelfs een vervallenverklaring riskeert, daar waar een buitenlander met het betalen van een som 330 euro wegkomt. Dit zwart-witverhaal moet wel worden genuanceerd omdat een buitenlander eveneens kan worden gedagvaard naar aanleiding van een vierdegraadsovertreding en hij dus ook een hogere boete riskeert. Bovendien kan de rechter rekening houden met verzachtende omstandigheden en kan hij zodoende de minimumboete van 240 euro verminderen, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen.  

De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs geldt evenzeer voor buitenlandse overtreders. Als buitenlanders worden staande gehouden, riskeren zij dus ook de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs, met dien verstande dat het hen moet worden teruggegeven wanneer zij het Belgisch grondgebied verlaten. Bij onmiddellijke intrekking van het rijbewijs geldt de intrekking voor de hele verblijfsduur. 

2) Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om bovenvermeld koninklijk besluit te wijzigen door de som te verhogen die bij een buitenlandse overtreder kan worden geïnd voor een vierdegraadsovertreding.