|
|
Koninklijk Conservatorium Brussel - Renovatie - Vennootschap - Budgettering - Kosten - Timing - Raad van bestuur - Stad Brussel - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
muziek
Regie der Gebouwen
artistieke vorming
stadsvernieuwing
verhouding land-regio
| 18/10/2013 | Verzending vraag |
| 22/11/2013 | Antwoord |
Onlangs sloot de staatssecretaris een akkoord over de renovatie van het Koninklijk Conservatorium in Brussel. De Franse Gemeenschap toonde zich, net zoals Vlaanderen en de federale overheid, bereid om 20 miljoen euro bij te dragen voor de renovatie. Daartoe werd een soort vennootschap opgericht. De federale regering zal de gebouwen gratis overdragen aan deze vennootschap.
Hierover de volgende vragen.
1) Wat voor soort vennootschap werd/wordt er opgericht? Gaat het om een naamloze vennootschap (nv) van publiek recht met sociaal oogmerk? Denkt men daarbij aan een constructie zoals bijvoorbeeld BOZAR? Welke taken zal deze vennootschap krijgen? Staat zij los van de inhoudelijke werking of zal dit samenvallen? Of zal zij enkel verantwoordelijk zijn voor de renovatie en het verdere beheer van de gebouwen?
2) Voor wanneer wordt de beloofde budgettering voorzien? Wordt dit in schijven overgedragen of krijgt de vennootschap meteen een kapitaalsubsidie van 60 miljoen euro?
3) Volgens een eerder antwoord van de staatssecretaris werden de kosten voor de totale renovatie van de site in 2007, inclusief de studiekosten, geraamd op ongeveer 50 miljoen euro, exclusief btw. Dit is al zes jaar geleden en ondertussen heeft het conservatorium aanzienlijke waterschade opgelopen. Bovendien weten we allemaal dat de finale kostprijs in een bouwdossier altijd een stuk hoger ligt dan de oorspronkelijke raming. Acht de geachte staatssecretaris de 60 miljoen een realistisch bedrag voor een totale renovatie? Wat gebeurt er als deze kosten oplopen, zijn er hierover (financiële) afspraken?
3) Hoe zal deze vennootschap na de renovatie worden gefinancierd voor het verdere beheer en onderhoud van de gebouwen? Krijgt zij daarvoor andere structurele, recurrente middelen? Is er hierover ook een akkoord?
4) Wanneer denkt de staatssecretaris dat de werken ten vroegste kunnen starten? Wanneer denkt hij dat de werken ten laatste zullen worden voltooid?
5) Wie zal er allemaal zetelen in de raad van bestuur van deze vennootschap? Op welke wijze worden de participerende overheden vertegenwoordigd?
6) Zal de stad Brussel en/of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook een vertegenwoordiging krijgen in de vennootschap? Dragen zij ook (financieel) bij aan de renovatie van het conservatorium? Is dit aan hen voorgesteld? Zo ja, met welk resultaat? Zo neen, waarom niet?
De aangepaste juridisch-financiële techniek/structuur die de renovatie, het beheer en de exploitatie van de site zal toestaan wordt momenteel door een werkgroep onderzocht. De werkgroep bestaat uit de vertegenwoordigers van de drie gemeenschappen. Deze werkgroep vatte haar werkzaamheden reeds aan, alle opties (en alle partnerschappen) moeten worden overwogen en bestudeerd.
De federale regering, de regering van de Vlaamse Gemeenschap en deze van de Franse Gemeenschap hebben een akkoord dat nog technisch verder dient te worden uitgewerkt, we wijden er ons aan.
De werken op zich kunnen slechts van start gaan als de studies van het Masterplan zijn afgerond. Rekening houdend met de administratieve en wettelijke termijnen van overheidsopdrachten (en het verkrijgen van de nodige vergunningen, aangezien een deel van de site geklasseerd is), zullen de effectieve werken niet onmiddellijk van start kunnen gaan. 2016 lijkt mij een realistische aanvangsdatum, als het sneller kan des te beter. De renovatie van de site zal in een keer gebeuren maar de financiële tenlastename zal zich over verschillende begrotingen moeten verspreiden.
Een Masterplan is noodzakelijk om de exacte draagwijdte van de renovatie van de site te kennen en om deze zo goed mogelijk te kunnen plannen. Door deze studie zal het tevens mogelijk zijn om de werken op een precieze wijze in te schatten. De huidige raming voor de totale renovatie van deze deels geklasseerde site bedraagt 60 miljoen euro. De Franse en de Vlaamse Gemeenschappen kwamen tot een principeakkoord wat betreft de tenlastename van de renovatie van de site ten beloop ieder van een derde van het totaal geschatte bedrag van 60 miljoen euro. Het engagement dat elke Gemeenschap aangaat betreft een bedrag van 20 miljoen elk.
Welke ook de voorgestelde structuur zal zijn, ze zal ervoor moeten zorgen dat er een gelijke vertegenwoordiging van de twee gemeenschappen en van de federale regering is en dat er een gelijkheid is wat betreft de garanties en de risico’s voor ieder.
De voogdij zal gezamenlijk door de vertegenwoordigers van de drie openbare aandeelhouders worden uitgeoefend (Federale Staat en Franse en Vlaamse Gemeenschappen).
De volledige definitie van deze structuur zal het voorwerp moeten uitmaken van een overleg met de Franse en Vlaamse Gemeenschap die zal moeten worden bekrachtigd in een samenwerkingsakkoord.
De juridisch-financiële structuur die de renovatie, het beheer en de exploitatie van de site zal toestaan dient te worden bestudeerd met het Instituut voor de Nationale Rekeningen om de impact van de renovatie van het Conservatorium op de staatsschuld zoveel mogelijk te beperken. De budgettaire neutraliteit is een voorwaarde voor de deelname van de Vlaamse en Franse Gemeenschappen.