Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10114

van Fatiha Saïdi (PS) d.d. 17 oktober 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Verspreiding van corruptie naar het buitenland - Rapport van de niet-gouvernementele organisatie (ngo) Transparency International - Instrumenten in de strijd tegen de corruptie - Uitvoering

corruptie
fraude

Chronologie

17/10/2013Verzending vraag
9/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10114 d.d. 17 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens het jongste rapport van de niet-gouvernementele organisatie (ngo) Transparency International van oktober 2013, sluit de Belgische overheid de ogen of strijdt ze niet voldoende tegen de corruptie van buitenlandse ambtenaren. De ngo rangschikt Belgie, dat in 1999 het verdrag tegen corruptie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ratificeerde, in de slechtste categorie met “weinig of geen strijd”, samen met Rusland of Mexico. Voor het opstellen van deze rangschikking heeft de organisatie zich onder meer gebaseerd op het aantal onderzoeken van het gerecht naar corruptie in het buitenland.

Tussen 2009 en nu heeft alleen de zaak van een Belgische miljardair van Kazachse afkomst tot resultaat geleid. Hij werd verdacht van schriftvervalsing en witwassen van geld, maar door de wet die de minnelijke schikking in strafzaken uitbreidt tot financiële misdrijven (wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen) die toen snel werd aangenomen, kon hij aan vervolging ontkomen en ontsnappen aan de correctionele rechtbank.

Volgens het rapport zijn het soort misdrijven waaraan onze bedrijfsleiders zich schuldig maken en niet door uw diensten worden vervolgd van uiteenlopende aard: omkoping van buitenlandse ambtenaren om een afzetmarkt of een licentie te bekomen, zich onttrekken aan de plaatselijke reglementeringen of het omzeilen van de fiscaliteit.

In het rapport doet de ngo rechtstreekse aanbevelingen aan België om de inspanningen op te drijven. Deze aanbevelingen hebben voornamelijk betrekking op de installatie van een systeem voor het systematisch verzamelen van gegevens dat gewone fraude onderscheidt van internationale fraude, de oprichting van een anticorruptiepolitie die de kleine en middelgrote ondernemingen zou controleren, de uitwerking van een duidelijk programma voor de strijd tegen de corruptie en de oprichting van een Belgische anticorruptiecommissie.

Kunt u me meedelen welke instrumenten u zult inzetten in de strijd tegen de internationale corruptie?

Antwoord ontvangen op 9 januari 2014 :

In antwoord op uw vraag kan ik u mee te delen dat de inhoud ervan onder de bevoegdheid valt van mijn collega, mevrouw Turtelboom, minister van Justitie.