Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10102

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 oktober 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Waterzuivering - Inbreuk op Europese normen - Europees Hof voor Justitie - Boete - Overleg met de gewesten - Verdeelsleutel - Maatregelen

waterbeleid
waterbehandeling
schending van het EU-recht
verhouding land-regio
nationale uitvoeringsmaatregel
aansprakelijkheid van de staat

Chronologie

15/10/2013Verzending vraag
8/4/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10102 d.d. 15 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op donderdag 17 oktober doet het Europees Hof voor Justitie uitspraak over een eventuele boete aan België omdat de waterzuivering in ons land niet voldoet aan de Europese normen. Het betreft hier een richtlijn uit 1991. Waterzuivering behoort tot de bevoegdheden van de gewesten. De gewesten zullen dus aansprakelijk zijn voor deze veroordeling, maar de boete zal aan de federale overheid worden overgemaakt. Deze boete zou 15 miljoen euro bedragen, te vermeerderen met 62 000 euro per dag vertraging. Dat is een enorm bedrag. De terugvordering bij de schuldigen ligt dus voor de hand.

Het Europees Hof voor Justitie blijkt tot op heden nog maar tien boetes te hebben uitgevaardigd, waarvan vier voor Griekenland. Deze boete zou de eerste voor België zijn.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de staatssecretaris ondertussen (de vraag dateert van voor de uitspraak) op de hoogte van de uitspraak van het Europees Hof voor Justitie? Hoe luidt deze concreet, welke boetes, vanaf welk moment, enzovoort?

2) Heeft hij vanuit de federale regering hieromtrent overleg gepleegd met de collega-ministers van de gewesten? Zo ja, wanneer, op welke wijze en met welke resultaten? Hoe komt het dat de gewesten hier in gebreke bleven?

3) Hoe zijn de aansprakelijkheden voor deze overtredingen verdeeld over de gewesten? Welk gewest draagt welk deel van deze aansprakelijkheid en hoe verklaart de staatssecretaris eventuele verschillen?

4) Zal hij naar aanleiding van deze schandelijke veroordeling opnieuw en met kracht de gewesten hierop aanspreken en hen confronteren met hun aansprakelijkheden?

5) Hoe ziet de staatssecretaris het verder verloop van dit dossier? Hoe kan hij, als federale overheid, de gewesten hieromtrent aanzetten tot snelle en degelijke oplossingen?

Antwoord ontvangen op 8 april 2014 :

De zuivering van water valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de gewesten. De Gewesten dienen de Europese wetgevingen ter zake uit te voeren. Dat blijkt niet helemaal verwezenlijkt te zijn. De Europese Commissie heeft dan ook beslist om België te bestraffen omwille van een gebrekkige uitvoering. Aangezien de Europese Unie niet de Gewesten maar enkel de Lidstaten erkent, dient de federale overheid dus de boete te betalen.

Ik verzoek u om zich te richten tot mijn collega die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken, de heer Didier Reynders, wiens administratie het dossier zal beheren.