Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1008

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Asielzoekers - Illegale vreemdelingen - Vrijwillige terugkeer - Beschikbare middelen

politiek asiel
illegale migratie
remigratie
asielzoeker

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
1/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1008 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een menselijk en werkzaam asielbeleid vereist ook een correct terugkeerbeleid. Ook vluchtelingenorganisaties vragen al geruime tijd een goed georganiseerde, gefaseerde terugkeer. De cijfers van de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie spreken van 2957 vrijwillige terugkeerprocedures in 2010. Vrijwillige terugkeer slaat trouwens niet enkel op afgewezen asielzoekers, maar in een nog grotere mate op illegale vreemdelingen die hier zelfs nooit een asielaanvraag hebben ingediend.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Evalueert u het gerealiseerde aantal vrijwillige terugkeren als voldoende? Hoe verhoudt dit aantal zich tot de vorige jaren, bijvoorbeeld 2004 en 2005? Hoe evalueert en duidt u die evolutie?

2) Hoeveel ambtenaren of medewerkers worden ingezet voor de organisatie en begeleiding van deze mensen? Hoe verhoudt dit aantal ambtenaren of medewerkers zich tot het aantal dat deze opdrachten in 2004 en 2005 vervulden?

3) Lijkt het u mogelijk en wenselijk om meer mensen aan te zetten tot een vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst? Zo ja, met welke instrumenten en maatregelen zult u dat concreet aanpakken? Zo neen, hoe verantwoordt u die keuze? Welke rol wordt door u toegekend aan het gespecialiseerde middenveld, dat toch een vertrouwensrelatie heeft opgebouwd met vele asielzoekers en illegalen?

4) Beschikte en beschikt u over voldoende middelen om van de vrijwillige terugkeer een echt succes te maken?

5) Welke middelen krijgen de mensen die zich engageren om vrijwillig terug te keren, zodat hun re-integratie wordt vergemakkelijkt?

6) Nemen ook de landen van herkomst initiatieven om de vrijwillige terugkeer te vergemakkelijken of te begeleiden?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2011 :

In antwoord op uw vraag,

1. Het is moeilijk het aantal vrijwillige terugkeren eenduidig te evalueren, vermits het niet duidelijk is hoeveel personen er precies binnenkomen (irreguliere migranten die nooit asiel hebben aangevraagd komen ook in aanmerking voor het programma), hoeveel personen er vanuit België naar een ander Europees land doormigreren en hoeveel er eventueel vanuit een ander Europees land terugkeren. Er zijn dus onbekende factoren die een eenduidige interpretatie bemoeilijken.

Het aantal terugkeren is sinds 2006 vrij stabiel (langzame stijging van 2 600 in 2007 naar 3 000 in 2010). De daling vergeleken bij de periode 2004 – 2005, jaren waarin er tot 3 750 personen terugkeerden, is toe te schrijven aan 3 factoren:

Door de implementatie van het reïntegratieprogramma (namelijk het uitbouwen van vrijwillige terugkeer tot een haalbaar alternatief migratieproject) en door het investeren in kennis en expertise in het opvangnetwerk is deze dalende tendens gekeerd. Sinds 2009 stijgt het aantal personen dat terugkeert elk jaar.

2. De uitvoering van het programma voor vrijwillige terugkeer is uitbesteed aan Internationale Organisatie voor Migratie

(IOM). Zij hebben hiervoor 15,85 FTE in dienst. De uitvoering van het reïntegratieprogramma is uitbesteed aan 2 reïntegratiepartners (IOM en Caritas). Dit programma wordt uitgevoerd door in totaal 6 FTE.

De coördinatie van het programma is de verantwoordelijkheid van Fedasil. Dit gebeurt door 3 FTE, deels gefinancierd door het Europees Terugkeerfonds.

De terugkeerbegeleiding binnen de opvang is eveneens de verantwoordelijkheid van Fedasil. Deze activiteit maakt deel uit van de kerntaken en is als dusdanig niet apart voorzien.

Voor de LOI’s heeft Fedasil geïnvesteerd in een ploeg van 5 terugkeerbegeleiders die vanuit regionale kantoren ondersteuning voorzien (infosessies, counselinggesprekken, dossierbehandeling, enz.). Deze terugkeerbegeleiders worden deels gefinancierd door het Europees Terugkeerfonds.

In vergelijking met de middelen die voorzien waren in de periode 2004 – 2005 is dit een lichte stijging.

Het aantal medewerkers bij IOM is ongeveer gelijk gebleven.

Door de implementatie van het reïntegratieprogramma heeft ook Caritas een aantal bijkomende FTE’s in dienst.

Tot 2006 was Fedasil nauwelijks actief op het vlak van vrijwillige terugkeer. Er waren in deze periode geen specifieke FTE’s op deze activiteit geaffecteerd.

3. Het is belangrijk voor ogen te houden dat vrijwillige terugkeer berust op de notie ‘vrijwilligheid’. Fedasil heeft geen enkel dwingend argument om mensen ‘aan te zetten’ tot vrijwillige terugkeer. Fedasil kan er enkel voor zorgen dat iedereen wiens recht op verblijf in België (dreigt) af te lopen, geïnformeerd wordt over het feit dat het programma voor vrijwillige terugkeer bestaat, en dat met de ondersteuning die daarin voorzien is een terugkeer een haalbare optie kan worden.

Om te verzekeren dat iedereen op het juiste moment over deze informatie kan beschikken is een structuur uitgewerkt waarlangs de verschillende doelgroepen bereikt worden:

Deze structuur verzekert dat iedereen wiens recht op verblijf precair is of vervalt, geïnformeerd wordt over vrijwillige terugkeer. Bovendien voorziet dit systeem in de mogelijkheid dat iemand die niet onmiddellijk gevolg geeft aan deze informatie in een later stadium, via het netwerk van terugkeerpartners, nog steeds beroep kan doen op het programma.

4. Ja, met de beschikbare nationale en Europese middelen, kunnen de investeringen gebeuren die nodig zijn om vrijwillige terugkeer uit te bouwen tot een haalbaar alternatief migratieproject.

5.De ondersteuning bij vrijwillige terugkeer bestaat uit drie complementaire luiken:

6. Behalve enkele geïsoleerde projecten nemen de landen van herkomst geen initiatieven om de vrijwillige terugkeer te vergemakkelijken of te begeleiden.