Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10066

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 9 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

112/100-centrales - Integratie - ASTRID - Toekomstvisie

ASTRID
eerste hulp
telefoon
brandbestrijding

Chronologie

9/10/2013Verzending vraag
15/1/2014Rappel
13/2/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10066 d.d. 9 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een eerdere mondelinge vraag peilde ik reeds naar uw toekomstvisie wat betreft de 100/112-centrales. Met deze schriftelijke vraag zou ik graag nog enkele bijkomende antwoorden krijgen. Ik geef hieronder twee bemerkingen mee die ASTRID nv in haar antwoord op uw actieplan HC112/100 aanhaalde. ASTRID wil namelijk duidelijkere beleidsinstructies.

In de eerste plaats heeft ASTRID een eenduidige opdracht nodig. ASTRID heeft immers noch de mensen, noch de budgettaire middelen om het multidisciplinaire COP-beleids-en jaarplan parallel met het monodisciplinaire actieplan HC 112/100 uit te voeren.

Ten tweede, haalt ASTRID aan dat verschillende kritieken op de technologie ontstaan ingevolge beleidskeuzes en niet door de technologie op zich. Zo zijn bijvoorbeeld de programmatie van de snelheid van aanrijroutes geen kwestie van technisch kunnen, maar heeft dit louter te maken met beleidskeuzes, zowel voor de activatietijden als de snelheden per segment. Ook hier zijn weloverwogen beleidsinstructies dus noodzakelijk.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op volgende vragen :

1) Kan de minister duidelijk uiteenzetten wat haar aanpak en visie is op korte en middellange termijn betreffende de communicatie & dispatching van de hulpdiensten?

2) Zal zij opnieuw meer tenderen naar een opsplitsing van de hulpdiensten wat het onthaal en de dispatching betreft of is verdere integratie nog steeds het doel? Heeft zij al enig idee of zowel onthaal als dispatching fysiek geïntegreerd zullen worden in de 100/112-centrales of geeft de minister er de voorkeur aan dat onthaal gemeenschappelijk zal gebeuren, maar dispatching de verantwoordelijkheid van de hulpdiensten is?

3) Welk beleidsplan zal met andere woorden de richtlijn voor ASTRID worden en hoe zal de minister haar beleidsinstructies verfijnen om de snelheid van aanrijroutes juister te maken, zodat de kritiek op de technologie stopt?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

1) en 2) Mijn diensten hebben zowel van de Hulpcentra 112 als van de hulpdiensten (brandweer en spoeddiensten) al geruime tijd verontrustende berichten ontvangen over het gebrekkig functioneren van de CAD-technologie van Astrid.

Deze problemen gaan niet enkel over de programmatie van de snelheid van straatsegmenten, maar ook over het ontbreken van een aantal belangrijke functionaliteiten (bijvoorbeeld om de activeringstijd van een dienst op een flexibele manier te kunnen instellen of de snelste route correct te laten berekenen voor een helikopter) tot bijvoorbeeld stabiliteitsproblemen en soms zelfs problemen met de telefonie. Vanwege deze problemen moeten we de planning voor de migraties uitstellen en eerst een actieplan uitvoeren dat zich focust op de kritische functionaliteiten, stabiliteit, continuïteit en de Europese verplichtingen.

Het spreekt vanzelf dat deze operationele aandachtspunten en problemen prioritair zijn. Ik wil er in de eerste plaats voor zorgen dat alle operatoren snel, correct en gegarandeerd zonder uitval kunnen werken. De feiten bewijzen dat er hiervoor op dit ogenblik niet voldoende garanties zijn.

Dit actieplan drukt geenszins de wil uit om in de toekomst twee verschillende soorten technologische platformen naast elkaar te laten bestaan. Het blijft de bedoeling om alle noodoproepcentrales op hetzelfde technologisch platform te brengen, maar gezien de nog openstaande aandachtspunten en problemen met de CAD-technologie van NV zijn nieuwe migraties nog niet aan de orde.

Het is logisch dat de huidige problemen eerst moeten opgelost worden voordat we de Hulpcentra 112 die nog werken met CITYGIS-technologie verplicht laten overschakelen naar de CAD-technologie van ASTRID.

In de Hulpcentra 100/112 neemt een operator nu een oproep aan en start onmiddellijk een volledige bevraging. Na deze bevraging kan hij de medische middelen dispatchen en de brandweer verwittigen. Het dispatchen van de brandweer wordt vervolgens lokaal georganiseerd.

Mijn diensten voorzien in de toekomst (onafhankelijk van de migraties) een geïntegreerde dispatching voor de Hulpcentra 112/100 die het mogelijk maakt om de bevraging en de alarmering in de meldkamer quasi gelijktijdig te laten plaatsvinden. De alarmering kan gebeuren zodra de kritische informatie werd bezorgd via calltaking. Op deze manier zullen oproepen sneller behandeld en afgewerkt kunnen worden. Het blijft de bedoeling om de dispatching in de toekomst zoveel mogelijk vanuit de Hulpcentra 112 te organiseren. Het blijft ook de bedoeling om daarna het 112 model (met neutrale calltaking) verder te verwezenlijken.

3) Momenteel houdt de berekening van de beschikbare middelen rekening met vooraf ingestelde snelheden, met één- of tweerichtingsverkeer en met eventuele activeringstijden van een brandweerkorps.

De snelheden komen nog niet altijd overeen met de officiële snelheidsbeperkingen, maar mijn diensten proberen de officiële snelheden wel op korte termijn in te voeren. Manuele aanpassingen zullen enkel mogelijk zijn voor heel specifieke situaties. Op lange termijn willen mijn diensten de berekening verder optimaliseren door gebruik te maken van de effectieve snelheden die behaald worden op de wegen in plaats van de officiële maximumsnelheid. Dit biedt een uniforme werkwijze voor de berekening van wie het snelst ter plaatse kan zijn voor alle brandweerkorpsen en provincies.

We verwachten de volledige medewerking van NV ASTRID om het voorziene actieplan en de volgende stappen in het project 112 te verwezenlijken.