Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10009

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 oktober 2013

aan de minister van Justitie

"War on drugs" - Resultaten - Rapport van het International Centre for Science in Drug Policy - Evaluatie

verdovend middel
handel in verdovende middelen

Chronologie

3/10/2013Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
8/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4551

Vraag nr. 5-10009 d.d. 3 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een rapport van het International Centre for Science in Drug Policy (ICSDP) stelt onomwonden dat de illegale drugs de voorbije twintig jaar nog nooit zo goedkoop en puur waren. Daarmee bevestigt het rapport al eerdere internationale studies die steeds sterker stellen dat de "war on drugs" heeft gefaald. De onderzoekers baseerden hun onderzoek op de gegevens van zeven overheidsdatabanken die de drugsproblematiek opvolgen. Daaruit blijkt dat tussen 1990 en 2010 de straatwaarde van drugs fors daalde, terwijl de zuiverheid en sterkte toenam. De gemiddelde Europese prijs van cocaïne en opiaten ligt vandaag respectievelijk 74 procent en 51 procent lager dan in 1990. Op de meeste plaatsen groeide ook de toevoer van cocaïne, heroïne en cannabis.

Het rapport besluit dat het tijd is om drugsgebruik als een volksgezondheidsprobleem te beschouwen in plaats van een strafrechtelijke kwestie. De groeiende inspanningen om de globale markt van illegale drugs te controleren falen jammerlijk. De huidige aanpak richt zich volgens de onderzoekers te veel op het terugdringen van het aanbod, ondanks oproepen om de problematiek op een andere manier aan te pakken. Dit zou kunnen door drugsgebruik te decriminaliseren en door een striktere wettelijke regeling. Onderzoeker Evan Wood pleit daarbij sterk voor een betere behandeling van verslavingen om de schade die drugs aanrichten te counteren.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoe evalueert de geachte minister de conclusies van het recente rapport van het International Centre for Science in Drug Policy (ICSDP), dat de "war on drugs" als ondoeltreffend en falend beschrijft?

2) Bevestigt de geachte minister dat de illegale drugs de voorbije twintig jaar zowel relatief veel goedkoper als zuiverder werden? Hoe koppelt zij deze ontwikkelingen aan de grote inspanningen die al decennialang worden gedaan om deze illegale producten te bannen en het gebruik ervan te penaliseren?

3) Hoe reageert zij op de oproep van deze onderzoekers om het probleem van illegale drugs veeleer succesvol aan te pakken door een decriminalisering en striktere wettelijke regelingen, alsook door een efficiënte zorgverstrekking aan verslaafden?

4) Beaamt de geachte minister de vele stemmen, wereldwijd, om zich grondig te bezinnen over de wijze waarop de meeste overheden momenteel en zonder succes de strijd met de illegale drugs voeren?

Antwoord ontvangen op 8 januari 2014 :

Vooreerst wens ik op te merken dat de federale regering in België reeds lange tijd het probleem van druggebruik wel degelijk als een volksgezondheidsprobleem beschouwt en de drugproblematiek in het algemeen allerminst herleidt tot de repressieve aanpak van het aanbod. Zoals reeds werd aangegeven in de federale drugsnota van 2001 en werd hernomen in Gemeenschappelijke Verklaring van 2010, voorbereid door de Algemene Drugscel, opteert de federale regering voor een evenwichtige en pluridisciplinaire benadering, waarbij zowel oog is voor het preventieve luik en de gezondheidsbenadering als voor de repressieve aanpak van de drugsproductie en -handel. Als minister van Justitie wens ik te wijzen op talrijke initiatieven die worden genomen om de loutere druggebruiker, of de persoon die omwille van zijn drugverslaving andere strafbare feiten heeft gepleegd, naar de hulpverlening te krijgen, om aldus te verhelpen aan zijn verslavingsproblematiek (bijvoorbeeld het project proefzorg en de drugsbehandelingskamers te Gent).

Het standpunt van de onderzoekers van het rapport van het ICSDP is evenwel eenzijdig. Het is uiteraard hun recht om zich kritische vragen te stellen bij het gevoerde beleid, maar er zijn voor de beleidsmaker evenveel tegenargumenten tegen de zuiver abolutionistische benadering in het drugsbeleid.

De strijd tegen de drugs mag mijn inziens ook niet zomaar als een complete mislukking worden beschouwd. Getuige hiervan zijn de aantallen ontdekte en ontmantelde criminele netwerken van drugstraffiek, labo's voor synthetische drugs en cannabisplantages. De opsporingsdiensten boeken hier wel degelijk successen, al is het soms dweilen met de kraan open. Het is belangrijk om een evenwicht te behouden tussen enerzijds de opsporing en vervolging van drugscriminaliteit en anderzijds de preventie of hulpverlening ten aanzien van kwetsbare groepen en problematische gebruikers.

De federale regering zet in op het terugdringen van zowel vraag als aanbod en kiest resoluut voor een beleid van harm reduction, gebaseerd op wetenschappelijke analyses.

De oproep van de onderzoekers en het recente pleidooi van een aantal professoren, specifiek wat betreft het cannabisbeleid, zullen in januari het voorwerp uitmaken van besprekingen in de schoot van de Algemene Drugscel.

Ik wacht graag de bevindingen en eventuele aanbevelingen ter zake van de Algemene Cel Drugs met belangstelling af.