Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-967

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 14 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen

Hennepkwekerijen - Tussenkomst van politiediensten - Boobytraps (Ontploffingstuigen ter afschrikking - Verwittiging politiezones)

verdovend middel
plantaardige productie
aanplant
explosieve stof
politie

Chronologie

14/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
18/7/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-966

Vraag nr. 4-967 d.d. 14 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland blijken de politiediensten bij de ontdekking van hennepkwekerijen steeds meer te moeten beroep doen op het “Explosieven opruimingscommando”, daar er steeds meer boobytraps zouden voorkomen in deze kwekerijen om nieuwsgierigen buiten te houden.

Steeds meer van dergelijke kwekerijen blijken uit te wijken naar ons land, gezien de Nederlandse politie hen steeds nauwer op de hielen zat. Ook bij ons blijkt het gerecht heden regelmatig dergelijke kwekerijen op te doeken.

De reactie van het milieu – gezien de grote winsten die gemoeid zijn met dergelijke kwekerijen – is in Nederland alvast om boobytraps te installeren. Het spreekt voor zich dat dit gevaar kan opleveren voor de politieagenten.

Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Worden er in ons land eveneens cannabiskwekerijen aangetroffen waarin boobytraps werden geïnstalleerd en zo ja, om hoeveel kwekerijen gaat het en om welke soort boobytraps gaat het? Vielen er reeds slachtoffers?

2. Vindt de geachte minister het niet opportuun om preventief een omzendbrief te sturen naar de politiezones die dikwijls geconfronteerd worden met dergelijke kwekerijen om hen te verwittigen van de mogelijke aanwezigheid van geïmproviseerde boobytraps allerhande en waar nodig beroep te doen op onder meer de Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2008 :

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. Ik verwijs dan ook naar zijn antwoord (schriftelijke vraag nr. 4-966).