Mutualiteiten - Uitgaven - NMBS
ziekteverzekering
Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
5/5/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/6/2008) |
14/7/2008 | Antwoord |
In het Vademecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België kunnen de ledenaantallen en de uitgaven lezen van de verschillende soorten ziekenfondsen. Een simpele rekensom die de uitgaven per lid berekent, geeft ons volgend tabelletje:
Uitgaven / Lid 2002 2003 2004 2005 2006
Christelijke 1,39 1,50 1,66 1,67 1,72
Neutrale 1,44 1,39 1,56 1,62 1,70
Socialistische 1,51 1,64 1,71 1,74 1,75
Liberale 1,63 1,71 1,89 1,91 1,99
Onafhankelijke 1,35 1,43 1,53 1,55 1,54
Hulpkas ZIV 1,29 0,94 0,83 1,00 1,32
NMBS 2,02 2,14 2,29 2,52 2,54
Hoewel alles varieert van 0,83 tot 1,99 vallen vooral de cijfers van de ziektekas van de NMBS op. Deze vallen door de jaren heen steeds boven de 2 euro per lid. Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op volgende vragen:
Kan de geachte minister verklaren waarom de uitgaven van de ziektekas van de NMBS (en in minder mate bij de liberale ziekenfondsen) afwijken van de gangbare gemiddelden?
Ligt het ziekteverzuim bij de NMBS hoger dan het nationale gemiddelde? En dan de regionale gemiddelden?
A. Gegevens
Als bijlage vindt u de analyse van de gemiddelde kostprijzen per rechthebbende voor de verschillende verzekeringsinstellingen. Voor het opstellen van de tabellen werd enerzijds gebruik gemaakt van de gegevens met betrekking tot de geboekte uitgaven voor geneeskundige verzorging in het dienstjaar 2007. Anderzijds werd voor de ledentallen, dit zijn het aantal aangeslotenen (rechthebbenden) bij de diverse ziekenfondsen, gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens op 30 juni 2007.
B. Analyse
De resultaten van onze analyse bevestigen uw vaststelling. De NMBS heeft inderdaad een relatief hogere gemiddelde kostprijs per rechthebbende :
|
|
2007 |
Gemiddelde kostprijs per rechthebbende |
Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM) |
1 781,86 |
Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen (LNZ) |
1 680,43 |
Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (NVSM) |
1 845,66 |
Landsbond van Liberale Mutualiteiten (LLM) |
1 961,48 |
Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (LOZ) |
1 459,45 |
Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) |
1 513,65 |
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) |
2 712,36 |
Totaal |
1 756,97 |
|
|
|
In wat volgt worden hierbij enkele verklaringen en opmerkingen naar voren geschoven.
1) Leeftijdsstructuur van de populatie NMBS.
De verklaring voor de hogere kostprijs per rechthebbende dient men, ten eerste, te zoeken bij de leeftijdsstructuur van deze verzekeringsinstelling. In onze analyse hebben we de populatie verzekerden ingedeeld in vier leeftijdsklassen :
0-19 jaar : veelal de personen ten laste;
20-59 jaar : de actieve bevolking;
60-79 jaar : senioren;
80-plussers : personen van de zogenaamde vierde leeftijd.
Bijlage
Tabel 1 : Uitgaven voor elke leeftijdsklasse per verzekeringsinstelling, 2007
|
||||||||
Leeftijdsklasse |
LCM (1) |
LNZ (2) |
NVSM (3) |
LLM (4) |
LOZ (5) |
HKZIV (6) |
NMBS (7) |
Totaal |
0-19 |
627 891 885,99 |
60 188 709,94 |
501 468 561.00 |
75 396 978,23 |
280 877 505,08 |
9 472 981,58 |
12 906 359,80 |
1 568 202 981,63 |
20-59 |
2 785 381 368,22 |
273 438 283,43 |
2 146 136 812,99 |
381 606 163,34 |
1 053 600 654,57 |
47 272 692,63 |
76 319 458,65 |
6 763 755 433,84 |
60-79 |
2 769 218 564.95 |
245 691 206,35 |
1 809 498 832,02 |
424 858 276,38 |
847 476 861,32 |
40 429 779,47 |
88 524 707,84 |
6 225 698 228,34 |
80+ |
1 767 654 529,38 |
149 671 821,50 |
959 583 528.25 |
263 189 431,54 |
539 297 160,60 |
19 746 141,68 |
151 581 713,73 |
3 850 724 326,69 |
Totaal |
7 950 146 348,54 |
728 990 021,22 |
5 416 687 734.26 |
1 145 050 849,50 |
2 721 252 181,57 |
116 921 595,37 |
329 332 240,03 |
18 408 380 970,49 |
|
||||||||
|
Tabel 2 : Aandeel uitgaven voor elke leeftijdsklasse per verzekeringsinstelling, 2007
|
||||||||
Leeftijdsklasse |
LCM |
LNZ |
NVSM |
LLM |
LOZ |
HKZIV |
NMBS |
Totaal |
0-19 |
7,90 |
8,26 |
9,26 |
6,58 |
10,32 |
8,10 |
3,92 |
8,52 |
20-59 |
35,04 |
37,51 |
39,62 |
33,33 |
38,72 |
40,43 |
23,17 |
36,74 |
60-79 |
34,83 |
33,70 |
33,41 |
37,10 |
31,14 |
34,58 |
26,88 |
33,82 |
80+ |
22,23 |
20,53 |
17,71 |
22,99 |
19,82 |
16,89 |
46,03 |
20,92 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
|
||||||||
|
Tabel 3 : Aantal rechthebbenden per leeftijdsklasse per verzekeringsinstelling, 30 juni 2007
|
||||||||
Leeftijdsklasse |
LCM |
LNZ |
NVSM |
LLM |
LOZ |
HKZIV |
NMBS |
Totaal |
0-19 |
975 533 |
97 743 |
707 849 |
113 981 |
478 906 |
17 546 |
19 632 |
2 411 190 |
20-59 |
2 404 346 |
237 118 |
1 611 829 |
309 576 |
1 023 234 |
43 628 |
58 501 |
5 688 232 |
60-79 |
859 918 |
78 261 |
497 989 |
126 853 |
283 796 |
13 188 |
24 394 |
1 884 399 |
80+ |
221 918 |
20 690 |
117 159 |
33 358 |
78 644 |
2 883 |
18 892 |
493 544 |
Totaal |
4 461 715 |
433 812 |
2 934 826 |
583 768 |
1 864 580 |
77 245 |
121 419 |
10 477 365 |
|
||||||||
|
Tabel 4 : Aandeel rechthebbenden per leeftijdsklasse per verzekeringsinstelling, 30 juni 2007
|
||||||||
Leeftijdsklasse |
LCM |
LNZ |
NVSM |
LLM |
LOZ |
HKZIV |
NMBS |
Totaal |
0-19 |
21,86 |
22,53 |
24,12 |
19,53 |
25,68 |
22,71 |
16,17 |
23,01 |
20-59 |
53,89 |
54,66 |
54,92 |
53,03 |
54,88 |
56,48 |
48,18 |
54,29 |
60-79 |
19,27 |
18,04 |
16,97 |
21,73 |
15,22 |
17,07 |
20,09 |
17,99 |
80+ |
4,98 |
4,77 |
3,99 |
5,71 |
4,22 |
3,74 |
15,56 |
4,71 |
Totaal |
100.00 |
100.00 |
100.00 |
100.00 |
100.00 |
100.00 |
100,00 |
100,00 |
|
||||||||
|
Tabel 5 : Gemiddelde kostprijs per rechthebbende, voor alle verzekeringsinstelling, 2007
|
||||||||
Leeftijdsklasse |
LCM |
LNZ |
NVSM |
LLM |
LOZ |
HKZIV |
NMBS |
Totaal |
0-19 |
643,64 |
615,79 |
708,44 |
661,49 |
586,50 |
539,89 |
657,41 |
650,39 |
20-59 |
1 158,48 |
1 153,17 |
1 331,49 |
1 232,67 |
1 029,68 |
1 083,54 |
1 304,58 |
1 189,08 |
60-79 |
3 220,33 |
3 139,38 |
3 633,61 |
3 349,22 |
2 986,22 |
3 065,65 |
3 628,95 |
3 303,81 |
80+ |
7 965,35 |
7 234,02 |
8 190,44 |
7 889,84 |
6 857,45 |
6 849,16 |
8 023,59 |
7 802,19 |
Totaal |
1 781,86 |
1 680,43 |
1 845,66 |
1 961,48 |
1 459,45 |
1 513,65 |
2 712,36 |
1 756,97 |
|
||||||||
|
(1) LCM : Landsbond der Christelijke Mutualiteiten.
(2) LNZ : Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen.
(3) NVSM : Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten.
(4) LLM : Landsbond van Liberale Mutualiteiten.
(5) LOZ : Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen.
(6) HKZIV : Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
(7) NMBS : Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.
Zoals in tabel 4 (in bijlage) kan worden vastgesteld, heeft de NMBS — en in zekere mate de LLM — een eerder verouderde ledenpopulatie. Beide verzekeringsinstellingen hebben, in verhouding met de andere verzekeringsinstellingen, een relatief klein aandeel jongeren (0-19 jaar) in hun populatie. Het aandeel van de actieve bevolking (20-59 jaar) is voor de NMBS eveneens relatief kleiner dan bij de andere verzekeringsinstellingen. Daarentegen is het aandeel senioren (60-79 jaar) bij de NMBS en de LLM relatief het grootst. Wanneer bovendien het aandeel 80-plussers in rekening wordt gebracht, is het aandeel van deze groep binnen de NMBS bijzonder groot in vergelijking met de andere verzekeringsinstellingen. Binnen de populatie van de NMBS is meer dan een derde van de rechthebbenden ouder dan 60 jaar.
Het is algemeen geweten dat de behoefte aan zorg evenredig is met de leeftijd van de verzekerden.
2) Uitgaven per rechthebbende
De relatief hoge uitgaven per rechthebbende van de NMBS (of de zogenaamde kostprijs van een rechthebbende van de NMBS) dient, ten tweede, voornamelijk verklaard te worden door de hoge kostprijzen van de groep 60-plussers en de groep 80-plussers binnen de populatie van de NMBS (zie tabel 5 in bijlage).
De gemiddelde uitgave per leeftijdsklasse benadert sterk deze van de NVSM.
Echter, het effect ervan op de totale kostprijs per rechthebbende van de NVSM is kleiner dan bij de NMBS omdat de totale uitgaven van de NVSM beter verspreid zijn over de verschillende leeftijdsklassen in vergelijking met de NMBS. Bij de NMBS gaat bijna de helft van de uitgaven naar de groep 80-plussers (zie tabel 2 in bijlage).
Bovenstaande verklaringen en opmerkingen dienen echter met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. In vergelijking met de andere ziekenfondsen (HZIV buiten beschouwing gelaten) heeft de NMBS een zeer kleine populatie rechthebbenden, waardoor de morbiditeit sterk beïnvloed wordt door de statistische variabiliteit.