Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-916

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 5 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Europese spaarrichtlijn - Woonstaatheffing - Impact voor de Belgische overheid

richtlijn (EU)
belasting op inkomsten uit kapitaal
Europese fiscale samenwerking
belastingharmonisatie
spaartegoed

Chronologie

5/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/6/2008)
2/6/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-917

Vraag nr. 4-916 d.d. 5 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar de schriftelijke vraag nr. 3-5870 (Vragen en antwoorden nr. 3-90, blz. 10 455) van voormalig senator Anseeuw hieromtrent. Om de rentebetalingen die een inwoner van een Lidstaat van de Europese Unie (EU) ontvangt in een andere Lidstaat, niet onbelast te laten, wisselen tweeëntwintig Lidstaten van de Europese Unie sinds 1 juli 2005 informatie uit over die betalingen. De drie andere Lidstaten, België, Luxemburg en Oostenrijk, kiezen voor een onmiddellijke heffing op het spaargeld van buitenlanders, de zogenaamde woonstaatheffing. Zij wisselen nog geen informatie uit met de woonstaat over de begunstigde van een rente-inkomen. De woonstaatheffing houdt in dat anoniem 75% van de opbrengsten van de heffing doorgestort wordt aan de woonstaat.

Ook de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de Lidstaten (Anguila, Cayman Islands, Montserrat, Aruba, Jersey, Guernesey, Isle of Man, Maagdeneilanden, Nederlandse Antillen en Turkse en Caicos-eilanden) zullen informatie uitwisselen of een bronheffing inhouden. Speciale afspraken omtrent gelijksoortige maatregelen zijn ook gemaakt tussen de EU en Zwitserland, Andorra, Monaco, Liechtenstein en San Marino.

Europese burgers zouden echter honderden miljoenen euro’s offshore hebben geplaatst in een poging de gevolgen van de Europese spaarrichtlijn te ontlopen. Naar verluidt zou de richtlijn niet de verhoopte meerinkomsten opleveren voor de woonstaten, aldus de Financial Times van 4 september 2006. Zo zouden Duitse burgers 300 tot 500 miljoen euro hebben liggen in offshore-rekeningen die buiten de invloedssfeer van de Europese spaarrichtlijn zouden vallen. De spaarrichtlijn is volledig van toepassing in Zwitserland sinds zes maanden. Naar verluidt zou er slechts 100 miljoen euro aan roerende voorheffing zijn geïnd. Dit staat totaal niet in verhouding tot de enorme bedragen die worden aangehouden in Zwitserland door burgers van de EU. Volgens het artikel in de Financial Times zouden de belastingontduikers gebruik maken van “loopholes” in de richtlijn. Volgens de Europese commissaris worden ook spaargelden overgeheveld naar belastingsparadijzen die niet onder de nieuwe richtlijn vallen. De recente perikelen met de Duitse belastingdiensten naar aanleiding van de vrijgave van de geheime rekeningen in Liechtenstein bevestigen dit.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel inkomsten werden er voor 2007 doorgestort aan België, tengevolge de bronheffing in EU landen, afhankelijke of geassocieerde gebieden en de landen waarmee een akkoord werd gesloten (onder meer Zwitserland, Andorra, enz.) en die niet opteren voor de informatie-uitwisseling? Kan de minister de inkomsten tevens weergeven per land waar de bronheffing vandaan komt?

2. Welk bedrag was vooropgesteld voor het jaar 2007 in zijn geheel in het kader van de zogenaamde “woonstaatheffing” en werd dit bedrag gehaald? Zo neen, waarom niet?

3. Welk bedrag is vooropgesteld voor het jaar 2008 in zijn geheel in het kader van de zogenaamde “woonstaatheffing”?

4. Graag kreeg ik van de geachte minister een gedetailleerd overzicht van het aantal rekeninghouders en/of het aantal rekeningen van particulieren die ten gevolge van de informatie-uitwisseling welke uit de spaarrichtlijn voortvloeit, aan België werden doorgegeven door andere landen en dit vanaf juli 2005.

5. Kan hij gedetailleerde cijfers geven wat betreft het aantal rekeninghouders uit België voor elk land dat geopteerd heeft voor de informatie-uitwisseling en dit inclusief Zwitserland, Andorra, Liechtenstein en de afhankelijke en geassocieerde landen? Hoeveel van deze rekeningen waren bij de fiscus reeds bekend en dit voor elk land?

6. Naar verluidt zou er de eerste zes maanden van 2006 in Zwitserland slechts 100 miljoen euro aan woonstaatheffing zijn geïnd en dit bedrag moet dan nog eens verdeeld worden over de hele EU. Hoeveel bedroeg het geïnde bedrag in Zwitserland dat voortvloeit uit de woonstaatheffing dat aan de hele EU werd doorgestort in 2007?

7. Meent hij dat de spaarrichtlijn effectief werkt wat betreft de niet-EU landen die een verdrag hebben gesloten met de EU om een woonstaatheffing in te houden en door te storten? Kunt hij zijn standpunt uitvoerig toelichten en aangeven welke eventuele nieuwe maatregelen u voorstaat?

Antwoord ontvangen op 2 juni 2008 :

1 tot 3. Vooreerst houd ik eraan het geachte lid te herinneren dat de Staten die geopteerd hebben voor de inhouding aan de bron 75 % van hun ontvangsten moeten doorstorten aan de Woonstaat van de werkelijke genieters van de interesten binnen een termijn van zes maanden die aanvangt op het einde van het aanslagjaar (zie artikel 12, § 3, van de spaarrichtlijn).

Voor het aanslagjaar 2007 overeenstemmend met het inkomstenjaar 2007 zal dus de overdracht van de bewuste fondsen gebeuren, net zoals de voorgaande jaren, In de loop van de maand juni van het jaar 2008.

Bijgevolg zal het geachte lid het met mij eens zijn dat de vragen geformuleerd in de punten 1 tot 3 een voorbarig karakter vertonen.

4. De richtlijn in kwestie verklaart dat de uitbetalende instanties gehouden zijn inlichtingen mee te delen betreffende de uitbetalingen van interesten en niet betreffende het aantal rekeningen aangehouden in het buitenland door de genieters van die interesten (zie artikel 8.1.d van de voornoemde richtlijn). Bovendien stemmen bepaalde ontvangen inlichtingen overeen met verbeteringen of annuleringen.

Op basis van de beschikbare gegevens bedraagt het aantal inlichtingen ontvangen door België :

— voor het inkomstenjaar 2005 : 159 692;

— voor het inkomstenjaar 2006 : 235 008.

5. De door België ontvangen inlichtingen sinds de inwerkingtreding van de betrokken richtlijn worden uitgesplitst als volgt :

Land — PaysInkomstenjaar 2005 — Année des revenus 2005Inkomstenjaar 2006 — Année des revenus 2006
Cyprus — Chypre187210
Tsjechië — République Tchèque484290
Duitsland — Allemagne32 08736 421
Denemarken — Danemark5 3533 653
Estland — Estonie6949
Spanje — Espagne20 26224 550
Finland — Finlande127206
Frankrijk — France22 72943 247
Verenigd Koninkrijk — Royaume-Uni28 31917 214
Gibraltar2935
Griekenland — Grèce168285
Hongarije — Hongrie495766
Ierland — Irlande4691 016
Italië — Italie5 48414 727
Litouwen — Lituanie4638
Luxemburg — Luxembourg1 4162 812
Malta — Malte7792
Nederland — Pays-Bas39 09084 662
Polen — Pologne342735
Portugal10148
Zweden — Suède9541 459
Slovenië — Slovénie279178
Slowakije — Slovaquie169183
Jersey436370
Guernsey — Guernesey64150
Anguille10
Kaaimaneilanden — Iles Caïman8831
Aruba54
Monaco1112
Zwitserland — Suisse302464
Liechtenstein — Lichtenstein01
Totaal — Total169 692235 008

De vergelijking tussen het aantal ontvangen inlichtingen en het aantal rekeningen reeds gekend bij de Belgische fiscale administratie kan niet uitgevoerd worden om evidente redenen verbonden aan de hoeveelheid werk dat dit met zich meebrengt.

6. Zoals het geachte lid weet, is het statuut dat Zwitserland gekozen heeft bijzonder. Immers, een werkelijke genieter, inwoner van een andere deelnemende Staat, heeft de keuze voor het volgende alternatief op het moment van de inning van de interesten : of hij ondergaat de inning bij de bron, of hij opteert voor de vrijwillige aangifte en geeft dus de uitdrukkelijke toelating aan zijn uitbetalende instantie om over te gaan tot de uitwisseling van inlichtingen.

De bedragen verdeeld door de Zwitserse fiscale autoriteiten in de loop van het jaar 2007 aan elk van de andere deelnemende Staten zijn niet gekend bij de Belgische administratie aangezien de beslissing van de verdeling uitsluitend onder de bevoegdheid van deze autoriteiten valt. In juni 2007 heeft België een bedrag van 12 542 918,31 euro ontvangen afkomstig van de inhouding aan de bron verricht door de Zwitserse banken in de loop van het aanslagjaar 2006.

7. Dit punt van de vraag maakt het voorwerp uit van een discussie. Een beslissing zal genomen worden wanneer alle parameters die toelaten deze te nemen, gekend zullen zijn.