Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7436

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 7 april 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Gezondheidszorg - Stijging van de overheidsuitgaven - Cijfers

kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

7/4/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7436 d.d. 7 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het Jaarverslag 2009 van de Nationale Bank van België blijkt dat de overheidsuitgaven in de gezondheidszorg in 2009 met 7,2 % gestegen zijn (Jaarverslag 2009, blz. 156-157, grafiek 77). Die cijfers hebben echter enkel betrekking op de geaggregeerde cijfers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) voor de eerste negen maanden van 2009. De opgetekende groeicijfers zijn 10,5 % voor het eerste kwartaal, 7,6 % voor het tweede kwartaal en 5,5 % voor het derde kwartaal. Het jaarcijfer van 7,2 % is een raming op basis van de hypothese dat de groei in het vierde kwartaal van 2009 gelijk is aan die van het derde kwartaal. Aldus zouden de uitgaven van 22.249 miljoen euro in 2008 voor de gezondheidszorg in 2009 stijgen tot 23.849 miljoen euro.

In het Jaarverslag van de Nationale Bank van België staat ook: "De forse toename van de uitgaven voor gezondheidszorg in 2009 kan evenwel voor een deel worden verklaard door een aantal specifieke factoren, zoals het uitgestelde effect van de inflatie op een reeks uitgaven, waaronder de erelonen van de artsen. Toch is deze categorie van uitkeringen - zelfs indien geen rekening wordt gehouden met deze factoren waarvoor men niet over voldoende nauwkeurige gegevens beschikt om het verloop ervan ten behoeve van de analyse te corrigeren - duidelijk sneller gegroeid dan haar langetermijntendens; die factoren verklaren maar hooguit 2,5 procentpunt van de vermeerdering in 2009."

Enkele andere cijfers die me opvielen, waren de Health Data van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Bij de cijfers van 2003 wordt het aandeel van de privéuitgaven in de gezondheidszorg geraamd op 6,9 miljard euro, of 25,95 % van het totaal dat aan gezondheidszorg werd besteed. Volgens de OESO geeft men 24.621 miljoen euro uit in 2007 en wordt 8154 miljoen euro, of 24,88 %, out of the pocket betaald. Anderzijds is er de studie van professor Jozef Pacolet “Gezondheidszorgrekeningen in België" (cf. http://www.hiva.be/resources/pdf/publicaties/R1223.pdf). Die studie maakt gebruik van het “System of Health Accounts" dat door Eurostat in 2006 werd opgelegd. Professor Pacolet komt uit op 30,37 % “out of the pocket”. Voor 2008 zou dit aandeel de magische grens van 10 miljard overschrijden.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Inmiddels zouden de cijfers voor het vierde kwartaal van 2009 gekend moeten zijn. Kan de minister mij de exacte cijfers meedelen?

2. De Nationale Bank van België geeft maar een verklaring voor een stijging van 2,5 procentpunt van de overheidsuitgaven. Kan de minister mij andere verklaringen geven voor de stijging van 7,2 % van de overheidsuitgaven in de gezondheidszorg?

3. Zitten in de gegevens die aan de OESO verstrekt worden ook de rust- en verzorgingstehuizen en rustoorden voor bejaarden?

4. Hoeveel bedraagt het gedeelte “out of the pocket” voor 2008, rekening houdend met alle zorg, dus volgens de studie van professor Pacolet?