![]() |
![]() |
Belgisch leger - Taalverhoudingen - Onvoldoende Nederlandstalige onderofficiers en beroepsvrijwilligers - Maatregelen
krijgsmacht
taalgebruik
26/3/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2010) |
6/5/2010 | Einde zittingsperiode |
In zijn antwoord op een parlementaire schriftelijke vraag nr. 58 van Kamerlid Eric Libert over de taalverhoudingen in het legerpersoneel (Kamer, Schriftelijke vragen en antwoorden, nr. 52-95, blz. 93) stelt de minister dat de doelstelling voor de taalverhoudingen in het leger is vastgesteld op 40 % Franstaligen en 60 % Nederlandstaligen.
Uit het overzicht van de effectieve situatie dienaangaande op 1 januari 2008, blijkt evenwel dat die verhouding weliswaar wordt bereikt voor de officieren, maar niet voor de onderofficieren (57,19 % Nederlandstaligen) en nog veel minder voor de beroepsvrijwilligers (51,82 % Nederlandstaligen).
1. Wat is de actuele situatie?
2. Welke maatregelen neemt de minister om de achterstand van de Nederlandstaligen versneld weg te werken?
3. Welke zullen de verhoudingen zijn wanneer de aangekondigde hervormingsplannen zullen zijn uitgevoerd?