Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7259

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 17 maart 2010

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken - Federale Overheidsdienst (FOD) Budget en Beheerscontrole - Dragen van een hoofddoek - Overzicht - Vorming betreffende het deontologische kader

ministerie
overheidsapparaat
islam
kledingstuk
plichten van de ambtenaar
verhouding kerk-staat
religieus symbool

Chronologie

17/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7259 d.d. 17 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-6157 over de problematiek van het dragen van een hoofddoek bij de administraties, liet de geachte minister mij voor wat de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken weten dat er "geen enkel overzicht in verband met het aantal personen die een hoofddoek dragen werd opgemaakt bij de FOD Binnenlandse Zaken". Ook als er nog geen overzicht werd gemaakt, kan dat vooralsnog gebeuren, te meer daar het louter een feitenkwestie is. Kan hij me dus meedelen of er ambtenaren zijn bij de FOD Binnenlandse Zaken die een hoofddoek dragen en zo ja, in welke omstandigheden dat hoofddoek mag worden gedragen binnen de diensten?

Met betrekking tot de FOD Budget en Beheerscontrole stelt hij in zijn antwoord op dezelfde vraag dat de problematiek over het al dan niet dragen van een hoofddoek door ambtenaren tijdens de diensturen in het kader van de vorming over de toepassing van het deontologische kader aan bod zal komen. Wat wordt er concreet met deze vorming bedoeld en wie krijgt die vorming? In welke zin komt de problematiek betreffende het dragen van een hoofddoek aan bod in die vorming?