Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7217

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 17 maart 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Strijd tegen terrorisme - Uitwisseling van bankgegevens tussen Europa en de Verenigde Staten - Overeenkomst - Herziening door het Europees Parlement

terrorisme
Verenigde Staten
eerbiediging van het privé-leven
bankgeheim

Chronologie

17/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
15/4/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7218

Vraag nr. 4-7217 d.d. 17 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In november 2009 sloten de landen van de Europese Unie (EU) met de Verenigde Staten (VS) een voorlopige overeenkomst voor negen maanden voor het overhandigen van bankgegevens van burgers via het SWIFT-netwerk. In de loop van 2009 zette SWIFT een opslagcentrum voor zijn Europese gegevens op in Zwitserland. Voorheen werden de gegevens ook opgeslagen op een server in de Verenigde Staten. Dat vereiste onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst tussen de Europese Commissie en de Europese Raad aan de ene kant en de VS aan de andere. De Europese parlementsleden zijn echter van mening dat de bankgegevens uitsluitend mogen worden overgedragen voor het bestrijden van terrorisme en dat een juist evenwicht moet worden gevonden tussen veiligheidsmaatregelen en bescherming van burgerlijke vrijheden.

De leden van het Europees Parlement wezen er ook op dat het Parlement niet betrokken is geweest en zelfs niet op de hoogte was van de onderhandelingen met de Amerikaanse autoriteiten. Er is ook scherpe kritiek op het feit dat de Raad de interim-overeenkomst heeft ondertekend vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, dat de instemming van het Parlement vereist voor het sluiten van dit soort internationale verdragen. Op 11 februari 2010 keurde het Europees Parlement in een resolutie de voorlopige overeenkomst tussen de Raad en de VS af. Het vraagt aan de Commissie en de Raad een overeenkomst op lange termijn met de VS te sluiten, dat in overeenstemming is met het Verdrag van Lissabon.

"De meerderheid in het Europees Parlement is van mening dat de juiste balans tussen veiligheid en de bescherming van burgerlijke vrijheden en grondrechten niet is bereikt in de tekst van de Raad" zo liet de voorzitter van het Europees Parlement Jerzy Buzek weten na de stemming in de plenaire vergadering. De Nederlandse Jeanine Hennis-Plasschaert (ALDE) stelde de resolutie op waarmee het Parlement instemde: "De regels betreffende dataoverdracht en -opslag in de interim-overeenkomst waren niet evenredig aan de zogenaamde veiligheid die zou worden verstrekt". Mevrouw Hennis-Plasschaert benadrukt nog het volgende: "Ook ik ben een voorstander van een sterke Europese Unie die in staat is als een echte tegenhanger van de VS te handelen. De uitwisseling en het gebruik van gegevens voor doeleinden van terrorismebestrijding is en blijft noodzakelijk. Maar de Europese burger moet vertrouwen kunnen hebben in beide. De Raad is onvoldoende sterk gebleken om dit te waarborgen." De Europese Commissie wil naar verluidt zo spoedig mogelijk een mandaat voor nieuwe SWIFT-onderhandelingen. De VS en de EU zullen doorgaan met het uitwisselen van financiële data in het kader van de nationale wetten in de lidstaten.

Gelet op het voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Wat is de impact van de opschorting door de Europese Unie van de interim-overeenkomst met de Verenigde Staten inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsverkeer ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering? Wat zijn de concrete gevolgen voor de Belgisch-Amerikaanse samenwerking? Hoeveel keer deden de Amerikaanse autoriteiten in de laatste jaren een beroep op Europese gegevens? Heeft de minister enig idee over het aantal?

2. Hoe kijkt de minister terug op de voorbije onderhandelingen met de VS? Vindt hij dat onderhandelingen over internationale overeenkomsten in veel grotere openheid moeten plaatsvinden en dat het Europees Parlement daar van meet af aan bij betrokken moet worden? Welke stelling verdedigde België in de Raad? Wat vindt hij van het verwijt van de leden van het Europees Parlement aan de Raad dat ze niet betrokken zijn geweest?

3. Hoe verlopen de bilaterale onderhandelingen met de VS over samenwerking inzake de Anti-Counterfeit Trade Agreement (ACTA)? Heeft de Amerikaanse regering initiatieven genomen om met België een bilaterale overeenkomst te sluiten over de overdracht van gegevens uit de in België gebaseerde databank van SWIFT? Zo ja, heeft de regering hier een standpunt ingenomen? Kan de minister formeel duiden om welk standpunt het gaat?

4. De Europese Commissie zou zo spoedig mogelijk een mandaat willen voor nieuwe SWIFT-onderhandelingen. Hoe evolueert dit?

Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderwerp van de vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Buitenlandse Zaken.