Politievoertuigen - Ongevallen - Aantallen en schade - Aanvullende rijvaardigheidstraining
politie
ongeval bij het vervoer
verkeersopleiding
officiële statistiek
12/3/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010) |
6/5/2010 | Antwoord |
Tussen 2004 en 2007 zijn in Nederland tien agenten en een burger omgekomen in ongevallen met politievoertuigen. In totaal raakten drieënveertig agenten en vierhonderd veertig burgers gewond. Dat blijkt uit cijfers van de politie, die werden vrijgegeven op basis van de Nederlandse wet van 31 oktober 1991 houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur.
Volgens de Nederlandse Politiebond (NPB) reden in 2007 16.000 agenten rond zonder aanvullende rijopleiding, ondanks de nieuwe rijcursus die de Raad van hoofdcommissarissen (RHC) tweeënhalf jaar geleden heeft opgezet.
De Nederlandse politie beschikte in 2007 over 13.254 voertuigen (9 838 personenauto's, 1 829 bestelwagens en 1 487 motoren). In dat jaar waren er 8 301 schadegevallen door eigen schuld van de politie. Die cijfers gaan zowel over parkeerschade als over ernstige ongelukken. Een jaar eerder waren er honderd tachtig voertuigen minder en negentig schadegevallen meer.
Van de gemiddelde jaarlijkse schade van ruim 15 miljoen euro kan 2,3 miljoen euro worden verhaald. De aansprakelijkheidsverzekering neemt ongeveer 3,4 miljoen voor haar rekening. De kostenpost voor de politie bedraagt 10,6 miljoen per jaar.
Voormalig Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken, Guus Ter Horst, heeft eerder laten weten dat ze zich zorgen maakt over de vele verkeersongevallen met politievoertuigen. Ze wil dat alle politiekorpsen vanaf 1 januari 2010 deelnemen aan de landelijke rijvaardigheidstraining.
Ik had dan ook volgende vragen:
1. Kan de minister voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven over hoeveel voertuigen de politie beschikt en kan zij indien mogelijk specifiëren om hoeveel personenwagens, bestelwagens en motoren het hier gaat? Kan zij die cijfers tevens opsplitsen tussen federale en lokale politie?
2. Kan zij voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven hoeveel politievoertuigen betrokken waren bij een ongeval en kan zij aangeven hoeveel agenten en hoeveel burgers daarbij respectievelijk gewond raakten? Kan zij die cijfers tevens opsplitsen tussen federale en lokale politie?
3. Kan zij voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven hoeveel politievoertuigen betrokken waren bij een ongeval en kan zij aangeven hoeveel agenten en hoeveel burgers daarbij omkwamen? Kan zij die cijfers tevens opsplitsen tussen federale en lokale politie?
4. Kan zij voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven in hoeveel gevallen de politie schade leed door eigen schuld, alsook de totaalschade aangeven op jaarbasis die hieruit voortvloeide? Kan zij die cijfers tevens opsplitsen tussen federale en lokale politie?
5. Kan zij voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven hoeveel politievoertuigen betrokken waren bij parkeerschade en kan zij aangeven hoeveel agenten en burgers daarbij gewond raakten? Kan zij die cijfers tevens opsplitsen tussen federale en lokale politie?
6. Kan zij voor de jongste vier jaar, en dit op jaarbasis, aangeven hoeveel de jaarlijkse totaalschade bedroeg? Kan zij die cijfers duiden en opsplitsen tussen federale en lokale politiediensten?
7. Kan zij meer algemeen de ongevallencijfers van de politiediensten toelichten en aangeven of er grote regionale verschillen zijn?
8. Hoe staat zij ten opzichte van het Nederlandse initiatief om een landelijke rijvaardigheidstraining te voorzien? Bestaat dit nu reeds in ons land? Zo ja, hoeveel deelnemers zijn er op jaarbasis?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :
In 2006 bestond het voertuigenpark van de federale politie in totaal uit 3 764 voertuigen waarvan 310 motoren, 2 735 personenwagens en 548 bestelwagens.
In 2007 bestond dit voertuigenpark in totaal uit 3 791 voertuigen waarvan 331 motoren, 2 684 personenwagens en 599 bestelwagens.
In 2008 bestond dit voertuigenpark in totaal uit 3900 voertuigen waarvan 304 motoren, 2776 personenwagens en 647 bestelwagens.
In 2009 bestond dit voertuigenpark in totaal uit 3 931 voertuigen waarvan 279 motoren, 2 897 personenwagens en 579 bestelwagens.
In 2010 bestaat het voertuigenpark van de federale politie in totaal uit 3 865 voertuigen waarvan 277 motoren, 2 897 personenwagens en 570 bestelwagens.
Ik beschik niet over de cijfergegevens voor de lokale politie.
In de onderstaande tabel kan u het aantal verkeersongevallen terugvinden die zich hebben voorgedaan met voertuigen van de federale politie. Ik beschik nog niet over gegevens van het jaar 2009. Ik beschik ook niet over de gegevens voor de lokale politie.
|
2006 |
2007 |
2008 |
Verkeersongevallen |
282 |
264 |
318 |
Ongevallen met lichamelijk letsel |
60 |
62 |
50 |
Ongevallen met louter materiële schade |
222 |
202 |
268 |
Als antwoord op de vraag in hoeveel gevallen de politie schade leed door eigen schuld, kan ik u meedelen dat mijn departement geen precieze gegevens hieromtrent bezit.
In het antwoord op de vraag hoeveel politievoertuigen beschadigd raakten door parkeerschade en hoeveel burgers en agenten daarbij gewond raakten, kan ik u meedelen dat mijn diensten geen precieze gegevens hieromtrent bezitten
In het antwoord op de vraag hoeveel de jaarlijkse totaalschade bedroeg, kan ik u meedelen dat het bedrag van de totale materiële schade van de federale politie voor het jaar 2007 400 131,42 euro bedroeg. Voor wat betreft de andere jaren beschikt de directie Geschillen en Juridische Ondersteuning niet over exacte cijfers.
In het raam van de basisopleiding worden de theoretische regels inzake het besturen van politievoertuigen toegelicht. Ook tijdens hun praktijkstages worden de aspiranten ertoe aangezet om hun deskundigheid dienaangaande verder te ontwikkelen. Hiertoe worden ze begeleid door een mentor die hen in het bijzonder aanleert om zich veilig met een prioritair voertuig te verplaatsen.
De laatste jaren worden door de politiescholen ook aanvullende rijopleidingen verstrekt. Het betreft onder meer de les “pro-active driver”. Tussen 2004 en 2008 werden ongeveer 2400 politiepersoneelsleden opgeleid.
Voor de personeelsleden van bepaalde diensten maken bijkomende rijopleidingen trouwens sowieso reeds deel uit van de te volgen functionele en voortgezette opleidingen.
Wat betreft het voorzien van een algemene verplichting tot het volgen van aanvullende rijopleidingen, verwijs ik u naar het antwoord op de parlementaire vraag nr. 14824 met als onderwerp “extra rijlessen voor politieagenten” gesteld door de heer Michel Doomst.