Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7189

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 12 maart 2010

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Artikel 25.1., 1° - Afstand tussen geparkeerde wagens - Overtredingen

wegverkeer
overtreding van het verkeersreglement

Chronologie

12/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
23/4/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7188

Vraag nr. 4-7189 d.d. 12 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de commissie voor de Financiėn en voor de Economische Aangelegenheden van de Senaat van 3 maart 2010 meldde een vertegenwoordiger van de Vaste Commissie lokale politie, de heer Bastiaenssens, dat tot op heden 604 processen-verbaal werden opgesteld aangaande overtreding van artikel 25.1, 1°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Dit cijfer spreekt voor zich gezien deze overtreding niet handhaafbaar is.

Graag had ik hierover meer details gekregen en in het bijzondere een antwoord op de volgende vragen:

1. Over welke jaren werden deze vaststellingen gedaan en in welke arrondissementen?

2. Op welke manier werd vastgesteld welk voertuig het laatst parkeerde en bijgevolg in fout was? Kan dit uitvoerig toegelicht worden?

3. Vindt u de maatregel nog langer opportuun? Kan u dit uitvoerig toelichten?

Antwoord ontvangen op 23 april 2010 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:

1. De vertegenwoordiger van de Vaste Commissie voor de lokale politie, die hieromtrent toelichting heeft gegeven in de Senaatscommissie, bevestigt mij dat het gaat om cijfers van 2008.

2. Het is onmogelijk om alle opgestelde PV’s manueel te gaan analyseren met het oog op de gehanteerde manier van vaststelling. De politie verbaliseert en verstuurt vervolgens haar bevindingen in het PV op naar het parket, dat op zijn beurt nakijkt of er voldoende aanwijzingen zijn tot vervolging. Het spreekt voor zich dat, wanneer uit het onderzoek niet duidelijk blijkt wie eerst en wie laatst parkeerde, het parket niet zal overgaan tot vervolging.

Tenzij er een agent getuige van geweest is, zal het immers heel moeilijk te bepalen zijn wie van beide bestuurders als tweede op die plaats is aangekomen en wie dus de regel heeft overtreden.

Ik ben geen voorstander om het huidige artikel 25.1,1° van het verkeersreglement aan te passen. De cijfers tonen aan dat er amper overtredingen worden vastgesteld, hetgeen aantoont dat politieagenten gezond verstand aan de dag leggen en het dus eigenlijk een non-issue is.

Hoewel deze regel, zeker in drukke stadscentra, niet altijd goed wordt nageleefd, is het noodzakelijk dat men elkaar bij het parkeren voldoende ruimte laat om zonder problemen met zijn voertuig te kunnen wegrijden. Het behouden van een minimum afstand tussen geparkeerde voertuigen is eveneens nodig om voetgangers toe te laten de rijbaan over te steken (desgevallend met kinderwagen of in een rolstoel) of om een fietser in staat te stellen om op de rijbaan te geraken tussen de geparkeerde voertuigen door.

3. Net om de weggebruiker hierop te wijzen, vind ik het belangrijk dat deze regel in het verkeersreglement behouden blijft.