Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7093

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 5 maart 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Politiediensten - Betaalde opleiding - Meerdere zittijden - Criteria gebruikt tijdens de selectieproeven

politie
aanwerving
praktijkopleiding

Chronologie

5/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7093 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de marge van een dossieronderzoek van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Comité P) viel op hoeveel kandidaten die in meerdere zittijden niet slaagden hun betaalde opleiding mochten herbeginnen. Het Comité P stelt zich terecht vragen bij de financiële en maatschappelijke kost hiervan.

Het dossieronderzoek betrof een staal van dertig geslaagde kandidaten voor de selectie voor het basiskader, waarvan later bleek dat ze tijdens de opleiding functioneringsproblemen kregen in verband met integriteit en deontologie. De gegevens werden vergeleken met een "aselect " controlestaal van dertig geslaagde kandidaten waarvan tot op dat ogenblik geen gegevens bekend waren over functioneringsproblemen in de opleiding.

Uit het dossieronderzoek blijkt dat de kandidaten van de onderzoeksgroep, dat wil zeggen van de kandidaten die slaagden in de selectie maar die later in de opleiding problemen kregen wegens hun gedrag en attitude, slechter scoorden op de proeven dan deze van de controlegroep die geen gekende problemen ondervonden tijdens de opleiding. Daarmee rijst de vraag of de lat van de selectie niet te laag werd gelegd. Ondertussen werd een zogenaamde deliberatiecommissie opgericht die twijfelgevallen bespreekt. Volgens het Comité P is dat een bijkomende en effectieve filter. Het Comité P beveelt verder onderzoek en analyse aan van de quoteringen op de verschillende testonderdelen en de link met latere slaagpercentages in de opleiding.

1. Hoeveel procent van de kandidaten volgde meer dan één keer de betaalde opleiding? Hoeveel procent van de kandidaten volgde meer dan twee keer deze opleiding? Is er in praktijk een limiet aan het aantal keren dat een kandidaat mag herkansen?

2. Het dossieronderzoek van het Comité P wijst erop dat de lat inderdaad te laag wordt gelegd en dat kandidaten die zeer zwak scoorden op de proeven toch als geslaagd werden beschouwd, wat later in de opleiding tot gedrags- en attitudeproblemen leidde. Heeft de geachte minister reeds maatregelen genomen om ter zake strengere normen op te leggen?