Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7022

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 18 februari 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Scheepvaartpolitie - Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Onvoldoende controles - Lange interventietijden

politie
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
binnenvaart
haveninstallatie
maritiem toezicht

Chronologie

18/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/3/2010)
30/3/2010Antwoord

Vraag nr. 4-7022 d.d. 18 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Comité P heeft vastgesteld dat de politie de waterwegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onvoldoende controleert en er onvoldoende preventief aanwezig is. De vraag rijst of de criminaliteitsbestrijding, de verkeersveiligheid en de handhaving van de openbare orde daardoor niet in het gedrang komen. De scheepvaartpolitie van Antwerpen richt zich natuurlijk vooral op de haven van Antwerpen. De Brusselse havenkapiteindienst is door capaciteitsproblemen sterk beperkt in haar optreden. Dat roept de vraag op naar gelijke politionele dienstverlening aan alle burgers in dit land en raakt zodoende ook aan het thema van de democratische politiezorg.

Vermits de havenkapiteindienst van Brussel over onvoldoende personeel beschikt, worden vaartuigen in transit op het scheepvaartnet van de regio Brussel niet gecontroleerd. Vijfennegentig procent van de activiteiten van de scheepvaartpolitie situeert zich in de haven van Antwerpen, en slechts vijf procent in wateren van het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom vervult de scheepvaartpolitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enkel geplande opdrachten, in het bijzonder controles op de pleziervaart, zeeschepen en milieu, en doet ze ook rampoefeningen. De interventietijd van de scheepvaartpolitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt dan ook 45 minuten over de weg en twee tot drie uur langs het water. Volgens het Comité P besliste de raad van beheer van de haven van Brussel daarom twee bijkomende inspecteurs te benoemen.

1. Op welke datum zijn die inspecteurs in dienst genomen? Van welke taalrol zijn ze?

2. Worden de vaartuigen in transit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nu wel gecontroleerd? Zo ja, hoeveel procent van de vaartuigen?

3. Hoe verklaart de geachte minister de extreem lange interventietijden van de scheepvaartpolitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat geografisch gezien nochtans zeer klein is? Is er dan zelfs niet één interventieteam permanent beschikbaar?

4. Zijn die interventietijden inmiddels reeds ingekort? Zo neen, welke maatregelen heeft ze dan reeds genomen om de scheepvaartpolitie de mogelijkheid te bieden sneller te interveniëren?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. De Havenkapiteindienst van Brussel valt onder de bevoegdheid van de minister van Mobiliteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

2. Alle zeeschepen bestemd voor de Brusselse haven worden voor wat betreft de “Schengenreglementering” gecontroleerd door de federale scheepvaartpolitie van Antwerpen.

Andere controles van deze vaartuigen en van binnenvaartuigen die mogelijk aanleggen te Brussel worden bovendien regelmatig uitgevoerd door de scheepvaartpolitie van Antwerpen of deze van Luik, afhankelijk van de plaats van vertrek. Het is echter onmogelijk om het juiste aantal mee te delen: deze cijfers zijn namelijk vervat in het globale cijfer van de door deze diensten gecontroleerde schepen.

3.-4. De interventies van de scheepvaartpolitie te Brussel worden uitgevoerd door de scheepvaartpolitie van Antwerpen. Dit betekent concreet dat er meestal een verplaatsing moet gebeuren. Een verplaatsingstijd van 45 minuten over de weg van Antwerpen naar Brussel kan als redelijk worden beschouwd.

Indien de verplaatsing zou gebeuren via het kanaal, zou een gemiddelde verplaatsingstijd van drie uur noodzakelijk zijn.