Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6911

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 9 februari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

RIZIV - Onrechtmatige gunning van een opdracht - Procedures opgestart door benadeelde bedrijven – Onderzoek

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
openbaar gebouw
overheidsopdracht voor werken
overheidsopdrachten

Chronologie

9/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-6911 d.d. 9 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor de vervanging van de onderhoudsgondels aan het gebouw van het RIZIV in Brussel, gegund op basis van een algemene offerteaanvraag voor een bedrag van 191.000 euro, werd in de periode 2004-2005 een bedrag van 220.749 euro gefactureerd. Die opdracht werd gegund aan een firma die uit de procedure had moeten worden geweerd omdat ze op het moment van de gunning niet voldeed aan de kwalitatieve selectiecriteria. De opdracht werd toch aan de firma gegund omdat, onder andere, het prijsvoordeel aanzienlijk was. Een verklaring voor dit prijsverschil wordt in het dossier echter niet vermeld. Bij de toekenning van de opdracht schond het RIZIV het gelijkheidsbeginsel met het risico op procedures en de betaling van schadevergoeding tot gevolg.

1. Hoe verklaren de verantwoordelijken van het RIZIV het genoemde prijsvoordeel?

2. Zijn er intussen procedures opgestart of schadevergoedingen geëist door bedrijven die door de onrechtmatige toekenning van de opdracht werden benadeeld?

3. Zijn er sancties getroffen tegen de verantwoordelijken van het RIZIV die de opdracht op een onwettige manier hebben gegund? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?

4. Heeft de minister laten onderzoeken of er banden bestonden tussen de betrokken firma en de verantwoordelijken bij het RIZIV die deze opdracht gunden?