Kandidaat-agenten - Onderzoek naar onberispelijk gedrag - Weigeringen - Aantallen
gemeentepolitie
aanwerving
plichten van de ambtenaar
sociaal onderzoek
9/2/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010) |
6/5/2010 | Einde zittingsperiode |
Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepaalt dat de kandidaat van onberispelijk gedrag moet zijn. Tijdens de effectieve selectie wordt iedere kandidaat onderworpen aan een onderzoek van de omgeving en de antecedenten, uitgevoerd door het korps van de lokale politie van de woonplaats van de kandidaat en dit naast de controle van de integriteit van de kandidaat doorheen de selectieprocedure.
In het kader van mijn werkzaamheden in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:
1. Hoeveel onderzoeken werden in 2007, 2008 en 2009 door de lokale politie uitgevoerd naar de achtergrond, omgeving en antecedenten van kandidaat-politieagenten?
2. Bij hoeveel kandidaat-politieagenten werd bijkomend onderzoek verricht naar de achtergrond en mogelijke negatieve aanrakingen met de politie? Graag kreeg ik een opdeling per jaar.
3. Hoeveel kandidaat-agenten werden, in het kader van de toegang tot de politieopleiding, na een onderzoek geweigerd? Graag kreeg ik een opdeling per jaar.
4. Hoeveel kandidaat-agenten die worden toegelaten tot de opleiding worden tijdens of na de opleiding uiteindelijk toch nog geweigerd en ongeschikt bevonden voor de functie van politiemedewerker? Graag kreeg ik een opdeling per jaar en per provincie.
5. Waarom worden de kandidaat-agenten in hoofdzaak geweigerd voor de deelname aan de opleiding of worden ze tijdens of na de opleiding geweigerd voor de functie van politiemedewerker?