Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6784

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 4 februari 2010

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Stiptheidsproblemen tijdens de winter - Vergelijking met het buitenland

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vervoersduur

Chronologie

4/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-6784 d.d. 4 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nu de cijfers voor zich spreken en hebben aangetoond dat er wel degelijk een ernstig stiptheidsprobleem bij de Belgische spoorwegen bestaat, slaat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) een mea culpa. De maatschappij wijst bijvoorbeeld op problemen met het rollend materieel dat vaak verouderd is. Toch wordt er ook verwezen naar de "winterprik" in december. Tegelijkertijd wordt eraan toegevoegd dat "in de buurlanden op het moment van de winterellende de treinen helemaal niet reden". Een vreemde verwijzing, vermits die niets te maken heeft met de gebrekkige stiptheid op het Belgische spoorwegennet.

1. Naar welke concrete voorbeelden wordt er verwezen wanneer men stelt dat er in de buurlanden "geen treinen reden op het moment van de winterellende"?

2. Beschikt de NMBS over precies cijfermateriaal om deze bewering hard te maken?

3. Hoeveel dagen hebben de treinen daar dan niet gereden?

4. Zal de NMBS zijn licht opsteken in landen als Zweden en Noorwegen, waar men winterellende gewend is en men er blijkbaar wel vrij goed in slaagt om de vertraging van de treinen te beperken, om dergelijke problemen in ons land in de toekomst te voorkomen of sneller het hoofd te kunnen bieden?

5. Hoeveel bedraagt het stiptheidspercentage van de treinen in onze vier directe buurlanden en welke definitie van "stiptheid" wordt daar precies gehanteerd?