Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6453

van Philippe Monfils (MR) d.d. 11 januari 2010

aan de minister van Landsverdediging

Belgisch leger - Rollend materiaal - Tanks - Kostprijs van het onderhoud

krijgsmacht
gevechtsvoertuig

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
11/2/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6453 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

De conflicten zijn de jongste 20 jaar enorm geëvolueerd. Ze hebben nu een heel andere aard. Er wordt op het Belgisch leger geen beroep meer gedaan om frontaanvallen uit te voeren. Landsverdediging voert alleen nog operaties uit om de vrede te helpen handhaven en herstellen. Dergelijke missies vragen vooral meer mobiliteit en doeltreffendheid.

Nieuwe uitdagingen, nieuw materiaal ! Als gevolg van die veranderde situatie op het operatieterrein hebben veel Europese landen beslist om pantserwagens met wielen aan te kopen. Dat geldt ook voor België, dat in januari 2006 heeft beslist tot om 242 Armoured Infantry Vehicles (AIV) aan te kopen. Dat zijn pantservoertuigen met 8x8 banden van het type Piranha III.

Mijn vraag is niet bedoeld om terug te komen op de grote voordelen van die voertuigen met wielen in vergelijking met rupsvoertuigen op het vlak van het gewicht (42,5 ton voor een tank en 22 ton voor de zwaarste versie van de AIV), de snelheid (65 km per uur voor een tank en 105 km per uur voor een AIV), de autonomie (600 km voor een tank en 810 km voor een AIV), het verbruik (tien liter per km voor een tank, vijf liter voor een AIV), de vervoerbaarheid (per schip of Antonov voor de tanks, per C-130 voor de AIV), maar om meer informatie te krijgen over het lot van de tanks.

De tanks zijn momenteel gestationeerd in de kazernes van Zutendaal, Leopoldsburg en Marche-en-Famenne, waar ze stof staan te vergaren.

Men heeft recentelijk al verschillende keren geprobeerd om de tanks te verkopen, maar dat is nog niet gelukt omdat onze tanks vaak veel ouder zijn dan die van onze buurlanden. Ik denk bijvoorbeeld aan Frankrijk en Duitsland.

1. Kan de minister mij zeggen hoeveel tanks momenteel gestationeerd zijn in de hangars van onze kazernes? Hoe ziet de verdeling tussen de verschillende kazernes eruit?

2. Hoeveel kost het behoud en het onderhoud van die tanks?

3. Hoever staat het met de verkoop van die tanks?

4. Kunnen die tanks niet per stuk worden verkocht?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2010 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1.a. Defensie bezit vijf types van de LEOPARD- tank familie: de tank zelf met kanon 105 mm, de bergingstank, de pioniertank voor de genie-eenheden, de brugslagtank en de scholingstank voor de opleiding als chauffeur.

1.b. Defensie beschikt nog over honderdnegenenderig voertuigen van de LEOPARD-familie, waarvan er negenenzestig nog in operationeel gebruik zijn.

Deze bevinden zich te Marche-en-Famenne (23), Leopoldsburg (29), Doornik (1), Amay (5), Burcht (7), Rocourt (1), Zutendaal (2) en Elsenborn (1).

1.c.De zeventig voertuigen die niet meer in gebruik zijn, zijn gestockeerd te Weelde.

2.a. Het werkingsbudget voor de voertuigen van de LEOPARD-familie die nog in gebruik zijn, bedraagt voor 2010 1,096 miljoen euro.

2.b. Er zijn geen onderhoudskosten voor de voertuigen die in Weelde gestockeerd worden.

3. In overeenstemming met het aankoopcontract moet, voorafgaand aan elke verkoop van voertuigen van de LEOPARD-familie, het akkoord bekomen worden van het land waar ze geproduceerd werden, namelijk Duitsland.

België heeft deze toelating tot op heden nog steeds niet kunnen bekomen.

4. Alle mogelijkheden om de LEOPARD-tanks te verkopen, worden onderzocht: van Staat tot Staat of aan firma’s werkzaam in de defensie-industrie.

Dit kan gebeuren in percelen, per individuele tank of zelfs in wisselstukken.