Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6410

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 januari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Bisfenol A - Risico's voor de gezondheid - Verbod

kindervoeding
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid
chemisch product
verpakkingsproduct
giftige stof
veiligheid van het product
kunststof
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
17/2/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6411

Vraag nr. 4-6410 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De meeste zuigflessen die in Europa worden verkocht, bevatten bisfenol A, een chemische stof die schadelijke gezondheidseffecten kan hebben. Het is ook bekend dat residueel bisfenol A in verpakkingen van polycarbonaat of epoxycoatings kan migreren naar de voedingsmiddelen en zo door de mens opgenomen worden. Bisfenol A kan ook vrijkomen wanneer de esterverbindingen in de polymeren gehydrolyseerd worden. Dit kan gebeuren onder invloed van warmte (bijvoorbeeld bij steriliseren) of door contact met basische voedingsmiddelen of reinigingsmiddelen. Het resultaat is dat in de westerse wereld bisfenol A bij nagenoeg iedereen aangetroffen kan worden in het bloed en de urine. De mogelijke effecten van deze blootstelling aan lage doses van bisfenol A op de vruchtbaarheid en voortplanting is het voorwerp van een groot aantal wetenschappelijke studies en discussie.

In oktober 2008 heeft Canada reeds de verkoop van zuigflessen die bisfenol A bevatten, verboden. De uitkomsten van wetenschappelijke studies naar de aanvaardbare dagelijkse inname zijn vooralsnog niet eensluidend. In juni 2009 heeft de International Society of Endocrinology (ISE) de autoriteiten gewezen op het gevaar van dit product.

1. Is de geachte minister op de hoogte van de mogelijke gezondheidsrisico's?

2. Welke producten met bisfenol A houden (allicht) het meeste risico in?

3. Is het beter het gebruik van bepaalde producten te verbieden, zolang men niet duidelijk weet in welke mate inname van bisfenol A risico's inhoudt?

4. Zou het niet verstandig zijn om in de toekomst het voorzorgsbeginsel toe te passen en bisfenol A ten minste als bestanddeel van zuigflessen te verbieden?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

De twijfel over het gebruik van bisfenol A bij de productie van materialen en policarbonaten, bestemd om in contact te komen met voedingsmiddelen, is gekend. Policarbonaten zijn lichte resistente plastics die gebruikt kunnen worden in microgolfovens.

Deze materie wordt in België geregeld door het koninklijk besluit van 3 juli 2005 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof bestemd om met voedingsmiddelen in aanraking te komen, en die een omzetting is van een Europese richtlijn (2002/72/EG en wijzigingen) en een strikte specifieke norm bepaalt voor de migratie van bisfenol A. Deze norm werd vastgelegd op basis van het wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

De controles in de sector van de materialen bestemd om in contact te komen met voedingsmiddelen worden uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Uit de controles op de migratie van bisfenol A in zuigflessen en bekertjes, die in het kader van het bemonsteringsplan van het FAVV werden uitgevoerd, werd geconcludeerd dat alle gemeten concentraties duidelijk onder deze specifieke migratielimiet lagen.

Op vraag van de Europese commissie is EFSA overgegaan tot een herevaluatie van bisfenol A in het licht van nieuwe beschikbare (2009) gegevens. Het nieuwe advies zal door EFSA in de loop van mei 2010 uitgebracht worden.

De laatsten conclusies van EFSA, uitgegeven in haar rapport van 22 oktober 2008, geven duidelijk aan dat de van toepassing zijnde veiligheidscriteria in de geldende wetgeving, ruimschoots voldoen om de veiligheid van de consumenten zo goed als mogelijk te verzekeren, ook voor de zwakste onder hen.

De Europese Commissie is niet van plan om op Europees niveau de bestaande wettelijke situatie te wijzigen.