Belgische ondernemingen - Boekhoudfraude - Omvang van het fenomeen - Toename - Aannemelijke oorzaken - Strijd tegen de fraude - Maatregelen
economisch delict
fraude
boekhouding
valsheid in geschrifte
corruptie
15/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/1/2010) |
20/1/2010 | Antwoord |
Volgens de jongste studie van PricewaterhouseCoopers (PWC) over economische inbreuken, gebaseerd op een onderzoek bij 3000 ondernemingen in 53 landen (waaronder 62 Belgische ondernemingen), geeft één op de drie ondernemingen toe gedurende de jongste twaalf maanden met economische fraude te zijn geconfronteerd.
Voor België gaat het om 24%: een vijfde van de Belgische ondernemingen verklaart op die manier meer dan een half miljoen dollar te hebben verloren.
De door PWC gepubliceerde gegevens tonen onder meer aan dat 53,3% van de Belgische ondernemingen die aan het onderzoek deelnamen, in het afgelopen jaar een stijging van het aantal fraudegevallen binnen hun organisatie hebben vastgesteld.
In België is er een opvallende stijging van het aantal gevallen van corruptie en beïnvloeding van 5 naar 13% in twee jaar.
De toename van boekhoudfraude, zoals de vervalsing van de rekeningen van een onderneming zodat ze niet langer de echte waarde ervan weergeven, is een objectieve realiteit.
De gevallen waarin sommige rekeningen worden verbeterd om meer krediet te kunnen krijgen, worden wegens de crisis steeds talrijker.
Daarom wens ik volgende vragen te stellen:
1.Stemmen de hierboven vermelde gegevens inzake de omvang van de boekhoudfraude binnen Belgische ondernemingen overeen met de gegevens waarover u beschikt?
2. Hoe verklaart u de toename van de vastgestelde fraude sinds twee jaar? Vormt de mondiale crisis, die volgens de leiding van de ondernemingen dit fenomeen verklaart, een aannemelijke verklaring?
3. Welke maatregelen werden tot op heden genomen om de fraude binnen de ondernemingen te bestrijden?
1) Ik heb inderdaad ook kennis genomen van de studie van PWC, evenals van een gelijkaardige studie van Ernst &Young. In dit verband volg ik ook de informatie op die Transparency International over dit onderwerp regelmatig verspreidt. Transparency International is de belangrijkste organisatie die zich, zowel internationaal als nationaal, inzet voor de bestrijding van corruptie. Naast studies over dit onderwerp wordt door deze organisatie ook jaarlijks de Corruption Perceptions Index CPI gepubliceerd, een samengestelde index gebaseerd op enquêtes afgenomen bij experten en zakenlui.
Enerzijds moet er wel een kanttekening gemaakt worden bij de wetenschappelijke onderbouw van sommige van deze studies, onder andere wat betreft de representativiteit ervan.
Niettemin is het een feit dat de conclusies van de diverse studies allemaal in dezelfde richting wijzen en deze stemmen inderdaad overeen met de informatie die mij daarover bekend is.
2) Ik meen dat de stijging de laatste jaren kan verklaard worden vanuit een dubbel perspectief:
Enerzijds constateer ik dat binnen de bedrijven zelf een groter draagvlak aanwezig is voor een actievere strijd tegen corruptie en fraude. Dit is ongetwijfeld ingegeven door de grotere maatschappelijke aandacht voor een betere corporate governance, waarvan de strijd tegen fraude en corruptie een niet onbelangrijk onderdeel is. Een grotere alertheid in de bedrijven leidt automatisch tot een grotere detectie van fraude en corruptie.
Anderzijds is het een gekend fenomeen uit de gedragspsychologie dat managers in slechtere tijden bereid zijn om grotere risico’s te lopen, ook op het vlak van fraude en corruptie. Vanuit deze wetenschap is het dus verklaarbaar dat in slechtere economische tijden het aantal fraudegevallen toeneemt.
3) De maatregelen die ik op dit vlak reeds genomen heb en nog zal nemen:
Ik heb mijn volledige steun gegeven aan de publicatie door de Belgian Chapter of the International Chamber of Commerce van een gids die als leidraad kan dienen voor de strijd tegen corruptie binnen Belgische ondernemingen.
In mijn actieplan 2009-2010 tegen de fraude is een project opgenomen dat het opstellen van een haalbaarheidsstudie inhoudt met het oog op het uitwerken van een pragmatisch en realistisch regelgevend kader voor ‘publiek-private samenwerking’(PPS), in het bijzonder in relatie tot horizontale fraude. De Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie (CDBC), die ingebed is in de Federale Politie, spitst zich tot op heden vooral toe op verticale fraude omdat de capaciteit van deze dienst nu eenmaal beperkt is. Door het onderzoek naar meer PPS kan een efficiëntere strijd tegen horizontale fraude en corruptie in de nabije toekomst gestalte krijgen.
Zoals U terecht aanhaalt is boekhoudkundige fraude in het algemeen, maar zeker deze die als doel heeft om onterecht publieke gelden (subsidies,..) te ontvangen, totaal onaanvaardbaar. Op dit vlak heb ik op dit ogenblik contact met de boekhoudkundige beroepen (revisoren,accountants,..) om de samenwerking tussen deze beroepen en de overheid in de strijd tegen deze fraude te verhogen. In de loop van het eerste semester van dit jaar zal dit tot concrete resultaten leiden.