Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6316

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 11 december 2009

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Fedasil - Selectie- en aanwervingprocedure - Screening van de curricula vitae - Afwijking van de diplomavereisten

Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
aanwerving
erkenning van getuigschriften van vakbekwaamheid
diploma

Chronologie

11/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-6316 d.d. 11 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Over het algemeen is het Rekenhof tevreden over de selectie- en aanwervingprocedures van Fedasil, maar er blijven toch enkele pijnpunten. Eén daarvan betreft de curricula vitae (CV-screening).

Het hoofdbestuur controleert nooit hoe de centra vóór het selectiegesprek selecteren (CV-screening). Het vademecum legt daarvoor nochtans enkele regels vast, zoals een standaardrooster met vooraf vastgelegde, objectieve en pertinente criteria. In de selectiedossiers van de zes onderzochte centra werden dergelijke standaardroosters echter niet aangetroffen.

Omdat het hoofdbestuur de voorafgaande selectie niet controleert, kan het evenmin nagaan of de regels voor afwijking van het vereiste diplomaniveau, vastgelegd in het vademecum, worden nageleefd. De algemene regel is dat de geselecteerde kandidaat een diploma moet hebben dat gevraagd werd in het functieprofiel uit de jobadvertentie. Daarvan laat het vademecum een afwijking toe "indien er bij een voorselectie op basis van de CV's van de kandidaten te weinig goede kandidaturen zijn van het geëigende niveau om een volwaardige selectie te kunnen organiseren". Het Rekenhof stelde in negen gevallen van de gecontroleerde steekproef van 126 dossiers echter een afwijking van het gevraagde diplomaniveau vast, zonder dat in de personeelsdossiers bewijzen gevonden werden dat de voorselectie te weinig goede kandidaten had opgeleverd.

1. Heeft de staatssecretaris de wettelijkheid van die negen afwijkingen van de diplomavereisten laten controleren? Waren er voldoende documenten beschikbaar om aannemelijk te maken dat de voorselectie te weinig geschikte kandidaten met het juiste diploma had opgeleverd? Zijn daarbij onregelmatigheden aan het licht gekomen? Zo ja, werden ze rechtgezet?

2. Werd nog verder onderzoek gedaan naar soortgelijke selectiedossiers die niet waren opgenomen in de steekproef van het Rekenhof? Werden daarbij onregelmatigheden vastgesteld? Zo ja, hoeveel? Werden ze rechtgezet?

3. Fedasil beloofde het Rekenhof een verbetering van de selectieprocedures. Zijn die verbeteringen reeds uitgewerkt? Omvatten zij in het bijzonder een betere controle op de CV-screening en betere regels betreffende afwijkingen van de diplomavereisten?

4. Worden de voorziene standaardroosters sindsdien wel systematisch gebruikt?