Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6249

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Syndroom van Down - Bepalen van het invalididteitspercentage - Regionale verdeling

gehandicapte
aangeboren ziekte
officiële statistiek
geografische spreiding
invaliditeitsverzekering

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4941

Vraag nr. 4-6249 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er is me ter ore gekomen dat er heel wat onregelmatigheden optreden bij het toekennen van het invaliditeitspercentage van 66 % aan kinderen met het syndroom van Down. In eenzelfde ambtsgebied wordt voor het ene Downkind het percentage van 66 % toegekend en voor het andere kind niet. Dit is ongetwijfeld een situatie die niet strookt met om het even welke vorm van rechtsgelijkheid.

In dit verband verzoek ik mevrouw de minister om verduidelijking over de volgende punten:

1. Over de aard van het syndroom van Down kan er geen twijfel bestaan, het is een objectief vaststelbare aandoening, nl. de aanwezigheid van een trisomie 21. Ligt het eigenlijk vast hoe de controle-artsen moeten optreden bij het vaststellen van de aandoening en de toekenning van het invaliditeitspercentage? Geeft een bepaalde circulaire van 5 juni 2008 daarover onbetwisbaar uitsluitsel?

2. Aan hoeveel kinderen met het syndroom van Down werd per controlegebied én in Vlaanderen én in Wallonië én in Brussel het invaliditeitspercentage van 66 % toegekend in verhouding tot het totaal aantal kinderen met die aandoening en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 en eerste helft 2009.

3. Hoe interpreteert mevrouw de minister deze cijfers?

4. Hoeveel invaliden zijn er per arrondissement, provincie en gewest van 2004-2009. En dit uitgesplitst in 0-18 jaar, 18-65 jaar en + 65 jaar.

5. Hoe verhouden de toegekende percentages invaliditeit zich voor elk van deze categorieën en het totaal, van 2004-2009 en dit ook per arrondissement, provincie en gewest.

6. Kan de minister me de verdelingen bezorgen per gewest en voor de jaren 2004-2009 niet alleen voor Down (trisomie 21), maar ook voor blindheid, doofheid, één geamputeerd been, twee geamputeerde benen, dwarslesies, tetraplegie, mensen met continue zuurstofnood, … Graag zoveel mogelijk de opsplitsing per pathologie.