Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6095

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de Fiscale Fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën

Elektrische wagens - Steun van de federale overheid - Laadsystemen

automobiel
elektrisch voertuig
minder vervuilend voertuig
voertuigenbelasting
fiscale stimulans
officiële statistiek

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
29/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5029

Vraag nr. 4-6095 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nederland heeft 65 miljoen uit de Staatskas vrijgemaakt met als doel om voor 2020 meer dan 200 000 elektrische voertuigen op de Nederlandse weg te krijgen. Nederland wil met die inspanning de internationale proeftuin worden voor elektrisch rijden. Uitgangspunt daarbij is dat al volgend jaar elektrische auto's financieel een stuk meer concurrerend worden, de eerste praktische barrières zijn geslecht en de eerste stappen voor een gestandaardiseerd laadsysteem zijn genomen. Nederland is bij uitstek geschikt voor elektrisch rijden door de korte afstanden, vlakke wegen en een goede stroomvoorziening. Ook zijn vele vooraanstaande toeleveranciers van elektrische wagens Nederlandse bedrijven. Om die uitgangspositie ten volle te benutten en de marktintroductie van elektrische auto's te versnellen heeft de Nederlandse regering zijn inspanningen aanzienlijk verhoogt. Het uitgangspunt daarbij is dat de overheid de markt faciliteert en stimuleert en niet forceert.

Gezien het voorgaande bondige kader kreeg graag een antwoord op volgende vragen:

1.Welk fiscaal stelsel bestaat er voor elektrische wagens?

2.Hoeveel elektrische wagens zijn in België geregistreerd? Hoeveel hybride wagens zijn in België geregistreerd?

3.Hoe wordt elektrisch rijden in België gesubsidieerd?

4.Hoe wordt elektrisch rijden in België gefaciliteerd?

5.Hoe wordt elektrisch rijden fiscaal aantrekkelijk gemaakt? Zijn er initiatieven om de verschillende wagenbelastingen voor elektrische wagens vrij te stellen?

6.Zijn de eerste stappen genomen voor een gestandaardiseerd laadsysteem? Hoe wordt dit systeem Europees geregeld? Zorgt dit voor mogelijke problemen door het gebruik van verschillende laadsystemen?

7.Zijn er reeds initiatieven genomen om het betalen bij het laden van elektrische wagens te faciliteren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

8.Zijn er Belgische producenten van elektrische wagens? Worden deze ondersteund door de overheid? Zo ja, hoe?

9.Zijn er in België inspanningen of is er overleg tussen de verschillende bestuurniveaus om zich in te zetten als launching customer door haar eigen wagenparken waar en zodra mogelijk te elektrificeren, en hiermee een voorbeeldfunctie aan te nemen? Zo nee, vindt u dat milieuvriendelijke dienstwagens of beter elektrische dienstwagens een sterke symboolwaarde hebben?

10.Vindt u dat zowel verkozenen van de verschillende uitvoerende overheden als vertegenwoordigers op gemeentelijk, provinciaal en federaal vlak hierin een voorbeeldrol dient te spelen?

Antwoord ontvangen op 29 maart 2010 :

1. Op 15 oktober 2009 stelde ik mijn beleidsnota over milieufiscaliteit voor. In die nota beschreef ik uitvoerig de essentie van wat ik mijn plan elektrische voertuigen noem (zie maatregel V5, blz. 35, raadpleegbaar op www.ecofiscaliteit.be). Het merendeel van de maatregelen die ik daarin voorstelde, werd reeds goedgekeurd in het kader van het begrotingsconclaaf.

2. Voorlopig rijden in België voornamelijk alleen de volgende elektrische voertuigen rond hetzij elektrische voertuigen aangekocht door de gemeenten dankzij gewestelijke subsidies, of wagens van minder dan 400 kilo (vierwielers).

3. De regering keurde volgende maatregelen goed met betrekking tot de elektrische voertuigen (geldig vanaf januari 2010, reeds geïndexeerde bedragen):

- belastingvermindering van 15 % bij de aankoop van een vierwieler (maximumbedrag van 4 540 euro) of van een motorfiets of driewieler (maximumbedrag van 2 770 euro) die uitsluitend door een elektrische motor wordt aangedreven;

- belastingvermindering van 30 % bij de aankoop van een personenwagen, een wagen voor dubbel gebruik of een minibus die uitsluitend door een elektrische motor wordt aangedreven. Het maximum dat in aanmerking komt voor belastingvermindering bedraagt 9 000 euro - niet cumuleerbaar met de bovengenoemde korting op factuur;

- belastingvermindering van 40 % bij de installatie van elektrische laadpalen - het maximum dat in aanmerking komt voor belastingvermindering bedraagt 250 euro;

- verhoogde investeringsaftrek en aflossing over twee jaar voor de plaatsing van elektrische laadstations.

4. De nieuwe milieufiscale maatregelen met betrekking tot de elektrische laadpalen zullen het gebruik van elektrische voertuigen in de stad bevorderen, zoals dit al het geval is in een aantal Europese grootsteden. Zoals het geacht lid weet, moeten elektrische voertuigen immers de voorkeur krijgen in een urbane omgeving: weinig geluidsoverlast, geen vervuilende uitlaatgassen. Het is echter denkbaar dat het grootste probleem in een stad de mogelijkheid is om de batterij te herladen, vandaar het idee om de plaatsing van laadpalen te bevorderen.

5. Ik hoop dat de voorgestelde nieuwe maatregelen voldoende aantrekkelijk zullen zijn. Het tegendeel zou me echter verbazen: de bovengenoemde nieuwe belastingverminderingen behoren tot de meest voordelige op Europees vlak.

Bovendien werden ook de milieufiscale maatregelen op het vlak van ondernemingsfiscaliteit versterkt: de fiscale aftrekbaarheid die vroeger 75 % bedroeg ongeacht de CO-2-uitstoot werd reeds een eerste keer gewijzigd in een percentage tussen 60 % en 90 %. Vanaf januari 2010 wordt de variabiliteit van de fiscale aftrekbaarheid versterkt: ze zal schommelen tussen 50 % en 120 % naar gelang van de CO2-uitstoot. Het laatstgenoemde percentage is gereserveerd voor voertuigen die helemaal geen CO2 uitstoten, een hoogstandje waartoe enkel elektrische voertuigen in staat zijn.

Tot slot zou overleg Staat/Gewesten over dit onderwerp nuttig zijn, bijvoorbeeld: verlaging of afschaffing van de inschrijvingstaks zoals in Noorwegen of Denemarken; vrijstelling van stadstol zoals in Londen; mogelijkheid om de baanvakken voor bussen te benutten zoals in Noorwegen; parkeerfaciliteiten zoals in tal van Europese landen; installatie van laadpalen zoals reeds geplaatst en soms zelfs gratis, zoals in vele steden; uitbreiding van de Waalse milieubonus naar de andere gewesten en met enkele aanpassingen zoals een bonustoeslag voor elektrische voertuigen (de Waalse bonus voor een wagen zonder CO2-uitstoot is helaas gelijk aan die voor een wagen die 90 gram uitstoot!); enz.

6. Dat is een zeer goede vraag die ik helaas niet kan beantwoorden. Het gaat hier om een vraag over de productnormen, een bevoegdheid van minister Paul Magnette.

7. Neen, helaas niet. De federale overlegcel Staat/Gewesten voor Energie zou bijvoorbeeld werkzaamheden over dit dossier kunnen opstarten. Het idee is om samen met de gewesten na te gaan hoe dit optimaal kan worden georganiseerd.

8. Die zijn er nog niet, maar dat zou in de toekomst kunnen. De Belgische regering zendt alleszins een zeer duidelijk signaal uit: industriëlen die belangstelling hebben voor de ontwikkeling van dit type voertuigen, weten dat er twee zaken zijn die hen ertoe zouden kunnen aanzetten dergelijke voertuigen in België te vervaardigen:

- de voorziene fiscale context voor voertuigen met een lage CO2-uitstoot is er interessant, vooral voor de elektrische voertuigen;

- België is wereldwijd een van de landen waar het meeste voertuigen per inwoner worden geassembleerd.

9. In België is er een zeer duidelijk gebrek aan overleg Staat/Gewesten over deze belangrijke kwestie waarop de federale regering anticipeerde door sterke en ambitieuze beslissingen voor de burgers en ondernemingen. De overlegcel Staat/Gewesten voor Energie zou bijvoorbeeld overleg over dit dossier kunnen opstarten en kunnen nagaan wat binnen EMAS mogelijk is om het aantal elektrische voertuigen in de wagenparken van de overheidssector te verhogen. Het gaat hier echter om een bevoegdheid van de federale minister voor Milieu. De symbolische waarde is uiteraard belangrijk en niets weerhoudt een Federale Overheidsdienst (FOD) ervan verder te gaan dan de circulaire 307quinquies.

10. Dat is van cruciaal belang om het publiek te stimuleren. Als de overheden op dit vlak niet het voorbeeld geven, hoeven we niet te hopen dat de bevolking volgt. De Staat en de overheidsdiensten kunnen iets in werking zetten door het voorbeeld te geven. De moeilijkheid is echter - ik ben de eerste om dat toe te geven - om vandaag op de markt elektrische voertuigen tegen redelijke prijzen te vinden. Eind 2010 zouden verschillende modellen te koop moeten worden aangeboden in België.