Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6080

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Intracommunautaire fraude - Fiscale schade - Recuperatie

fraude
belastingfraude
Europese Unie
fiscale controle
Europese fiscale samenwerking
inning der belastingen

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
21/4/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3781

Vraag nr. 4-6080 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het samenwerkingsonderzoek van het Rekenhof, de Nederlandse Algemene Rekenkamer en het Bundesrechnungshof blijkt dat slechts 1 onderneming op 5 000 betrokken zou zijn bij intracommunautaire fraude. Maar dit geringe aantal zorgt wel voor ongeveer 30 % van het fraudevolume. Door de snelheid waarmee de fraude wordt uitgevoerd, zijn een snelle detectie en stopzetting de eerste prioriteit. Het onderzoeksverslag vermeldt ook dat de fiscale schade achteraf nauwelijks nog kan worden gerecupereerd. In 2005 werd slechts 0,004 % van de in te vorderen sommen effectief betaald. In 2006 was dat 0,032 %, in 2007 daalde dat zelfs tot 0,0001 %.

1. Welke juridische, administratieve of andere hinderpalen beletten de recuperatie van de fiscale schade die door intracommunautaire fraude wordt veroorzaakt?

2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om deze belemmeringen geheel of gedeeltelijk weg te werken?

Antwoord ontvangen op 21 april 2010 :

Aangezien de vraag zuiver betrekking heeft op de werking van de fiscale administratie en niet op de interactie tussen de fiscus en andere diensten op het vlak van fraudebestrijding ressorteert deze vraag onder de bevoegdheid van de minister van Financiën aan wie deze vraag eveneens werd gesteld met nummer 4-3780.