Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6057

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Gemeenschapswachten - Evaluatie van de regelgeving

gemeenschapswacht

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5053

Vraag nr. 4-6057 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet werd op 15 mei 2007 goedgekeurd. Voor veel steden en gemeenten verloopt de toepassing ervan op het terrein echter niet altijd zonder problemen. Vooral over de toepassingssfeer en de reikwijdte van de wet rijzen op het terrein heel wat vragen. Zo dreigen bepaalde personeelsleden van een gemeente die een handhavende activiteit uitoefenen onder de toepassing van die wet te vallen. Een voorbeeld hiervan zijn de brandweermannen die controles op preventie uitoefenen.

Na de goedkeuring van de wet kwamen de beloften dat na verloop van tijd een grondige evaluatie zou volgen. We zijn inmiddels al twee jaar verder, maar het is nog altijd niet duidelijk of een evaluatie wordt voorbereid. Ze is nochtans noodzakelijk.

Graag had ik de minister hierover volgende vragen gesteld:

1) Is ze zich bewust van de onduidelijkheid die momenteel in de verschillende steden en gemeenten bestaat over de toepassing van de wet op de gemeenschapswachten?

2) Heeft haar beleidcel of haar administratie al initiatieven genomen om de wet grondig te evalueren?

3) Is ze van plan om op korte termijn de wet op de gemeenschapswachten te evalueren?

4) Wanneer denkt ze dat een eventuele evaluatie afgerond zal kunnen worden?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. Sedert de inwerkingtreding van de wet van 15 mei 2007 hebben bepaalde lokale overheden inderdaad een aantal problemen opgeworpen met betrekking tot de toepassing van een aantal bepalingen van deze wet.

De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken heeft dan ook, in antwoord op de diverse opmerkingen van de betrokken lokale overheden, het initiatief genomen om enkele dringende punctuele aanpassingen aan deze wet voor te stellen. Dit om een vlotte overgang te verzekeren van de huidige situatie naar het nieuwe kader «gemeenschapswachten», en opdat voornoemde wet binnen de gemeenten zo vlug mogelijk haar volledige effect zou kunnen ressorteren.

Deze wijzigingen werden opgenomen onder Titel XII, Hoofdstuk III van de wet houdende diverse bepalingen (I) van 24 juli 2008, die werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 7 augustus 2008.

Desondanks ben ik er mij van bewust dat er in de praktijk nog steeds een aantal vragen aangaande de concrete toepassing van de wetgeving kunnen resteren.

2. Om nog bestaande onduidelijkheden met betrekking tot de implementatie van de vigerende regelgeving bij de lokale overheden en de terreinwerkers weg te werken, heeft mijn administratie reeds stappen ondernomen door een ministeriële omzendbrief op te maken.

Het doel van de omzendbrief ligt in het toelichten van de regelgeving, met andere woorden het “vertalen” van de wetteksten in een verstaanbare taal en aan de hand van concrete voorbeelden.

Hierbij werd ook rekening gehouden met de reeds via de wet houdende diverse bepalingen (I) van 24 juli 2008 aangebrachte wijzigingen aan de oorspronkelijke wettekst.

Daarnaast heeft mijn administratie al een aanzet gegeven tot een dergelijke evaluatie van de wetgeving, waarbij ook al werd rekening gehouden met de in 2008 doorgevoerde wetswijziging.

In dit kader werd een oplijsting gemaakt van de door de lokale overheden gesignaleerde problemen bij de implementatie van de regelgeving.

3. Op basis van het voorgaande, kan ik het geachte lid meedelen dat, sedert de inwerkingtreding van de originele wet van 15 mei 2007, er reeds een evaluatie van de wettekst uitgevoerd werd.

4. Niettegenstaande het feit dat de wettekst zelf reeds onder de loep werd genomen, is het vooralsnog niet mogelijk om een volledige evaluatie te maken van alle wettelijke bepalingen die betrekking hebben op de gemeenschapswachten.

Dit om reden dat nog niet alle uitvoeringsbesluiten ten volle in voege zijn getreden, omdat momenteel de overgangsperiodes die in dezen werden gedefinieerd, nog niet verstreken zijn.

Denken we maar aan het ministerieel besluit van 7 december 2008 betreffende het uniform van de gemeenschapswachten, dat voorziet in een overgangsperiode tot 1 maart 2010.

Daarnaast kan ik ook verwijzen naar het koninklijk besluit van 15 mei 2009 inzake de modaliteiten aangaande de basisopleiding, waarbij voorzien wordt dat vanaf de eerste aanwijzing van een opleidingsinstelling in de taalrol van de kandidaat-gemeenschapswacht, een periode van één jaar voorzien wordt waarbinnen alle reeds in dienst zijnde gemeenschapswachten de vorming dienen gevolgd te hebben.

Bovendien dient de aanwijzing van opleidingsinstellingen te gebeuren na advies van een Commissie Opleiding Gemeenschapswachten, waarin de betrokken sectoren vertegenwoordigd zijn. Een oproep werd gelanceerd op 3 augustus 2009, met de vraag tot het overmaken van de gegevens van vertegenwoordigers om te zetelen in deze Commissie, en dit tegen uiterlijk 1 oktober 2009. Tot op heden blijken nog niet alle gevraagde gegevens overgemaakt te zijn, met name deze van de vertegenwoordiger van de Adviesraad voor Burgemeesters ontbreken.

Het spreekt voor zich dat, zolang niet alle leden van de Commissie bekend zijn, deze niet van start kan gaan om uitvoering te geven aan het koninklijk besluit van 15 mei 2009.

Een volledige evaluatie van alle regelgeving met betrekking tot de gemeenschapswachten zal maar kunnen doorgevoerd worden vanaf het ogenblik dat alle overgangsmaatregelen afgerond zijn.