Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-604

van Vera Dua (Groen!) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s - Uitvoeringsbesluiten - Houding steden en gemeenten

beveiliging en bewaking
videobewaking
eerbiediging van het privé-leven
gemeentepolitie
stad
gemeente

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
19/12/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-337

Vraag nr. 4-604 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de voorbije legislatuur werd op de valreep een nieuwe “camerawet” goedgekeurd (Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). Deze wet is sinds 10 juni 2007 van kracht en daarin wordt in een aantal nieuwe regels voorzien die een afweging moeten mogelijk maken tussen het recht op privacy en het recht op veiligheid.

Zo moet er een positief advies gegeven worden door de gemeenteraad én de zonechef van de lokale politie voor de plaatsing van camera’s in niet-besloten plaatsen.

Diverse gemeenteraden worden thans geconfronteerd met aanvragen voor het afleveren van een dergelijk advies. Er zijn echter nog geen uitvoeringsbesluiten op deze wet, waardoor er problemen rijzen met betrekking tot het verplichte pictogram, het verplichte aanmeldingsformulier en het bekijken van de beelden “in real time”.

Ook de beloofde omzendbrief met duidelijke richtlijnen voor de korpschefs is er nog niet, waardoor deze wet in de praktijk onuitvoerbaar is.

1) Wat is de stand van zaken met betrekking tot de vereiste uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief ter verduidelijking van de wet?

2) Heeft de geachte minister een overleg gehad of gepland met een vertegenwoordiging van de steden en gemeenten teneinde één en ander uit te klaren? Indien wel, wat is het resultaat van dit overleg?

3) Hoe moeten gemeenteraden adviesvragen voor het plaatsen van een bewakingscamera behandelen in afwachting van de uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief?

Antwoord ontvangen op 19 december 2008 :

In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

1) De wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s moest gevolgd worden door drie koninklijke uitvoeringsbesluiten :

Het eerste van deze drie koninklijke besluiten werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 februari 2008. Deze bepaalt het model van het pictogram dat moet worden geplaatst bij de ingang van alle bewaakte plaatsen, alsook de informatie die erop vermeld moet staan.

De tweede werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 juli 2008 en bepaalt de inhoud en de vorm van de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, alsook de wijze waarop deze aangiften worden overgezonden.

Het laatste koninklijk besluit wordt momenteel nog uitgewerkt. Alles wordt in het werk gesteld om dit besluit zo snel mogelijk te kunnen publiceren.

De omzendbrief zal uitgewerkt worden, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluatie van de wet. Dit om de punten die inderdaad een verduidelijking verdienen in overweging te kunnen nemen.

2) De Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW), de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) zijn betrokken bij het cameradossier.

Zo werden deze geraadpleegd met betrekking tot het koninklijk besluit tot aanwijzing van de categorieën van personen die bevoegd zijn om in real time de beelden te bekijken van de bewakingscamera’s die in niet-besloten plaatsen geïnstalleerd zijn, en tot bepaling van de voorwaarden waaraan deze personen moeten voldoen. Dit koninklijk besluit, meer dan de twee andere besluiten, heeft namelijk rechtstreeks betrekking op de steden en gemeenten.

Over het algemeen genomen waren de opmerkingen geformuleerd door deze drie verenigingen, positief met betrekking tot het ontwerp dat hun was voorgelegd, en op bepaalde punten werden deze gevolgd wanneer zij een aanpassing van de tekst voorstelden.

De Adviesraad van Burgemeesters werd ook geraadpleegd aangaande de drie ontwerpen van koninklijk besluiten, en heeft een gunstig advies over deze ontwerpen uitgebracht.

3) Ik wens te verduidelijken dat de gemeenteraden enkel advies moeten geven in het kader van de procedure voor het plaatsen van bewakingscamera’s in de categorie niet-besloten plaatsen. Deze categorie betreft, behoudens uitzondering, geen particulieren. Deze betreft immers hoofdzakelijk de openbare weg. In het merendeel van de gevallen zal het gaan om een adviesvraag afkomstig van de burgemeester.

Het betreft in dat geval dus een vraag met betrekking tot het preventie- en veiligheidsbeleid van elke gemeente. Het doel van dit advies is dat de plaatsing van camera’s op de openbare weg gelegitimeerd wordt door een democratisch verkozen orgaan, dat zijn advies baseert op de veiligheidsanalyse opgesteld door de korpschef.

De koninklijke uitvoeringsbesluiten van de camerawet hebben niet tot doel dit advies te definiëren : het feit dat ze nog niet allemaal gepubliceerd zijn, weerhoudt de gemeenteraad er derhalve niet van om zijn advies uit te brengen in het kader van de procedure voor het plaatsen van camera’s.