Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6030

van Franco Seminara (PS) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Internet - Cybercriminaliteit - Stijging - Bezorgdheid - Strijd - Politie - Middelen - Versterking

internet
computercriminaliteit
gegevensbescherming
politie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
11/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4773

Vraag nr. 4-6030 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

De cybercriminaliteit op het internet is een fenomeen in volle expansie. Het is een onontkoombare realiteit geworden voor de ordehandhavers die in die sector actief zijn.

In 2008 ontving eCops, het meldpunt van de overheid voor computercriminaliteit, 13.000 klachten over inbreuken op het internet. Dat is 17 % meer dan in 2007 en 375 % meer dan 6 jaar geleden.

Sedert de democratisering van het internet hebben de boeven goed begrepen dat het minder riskant is om aan geld te geraken door vertrouwelijke gegevens te ontfutselen aan een computer die 7000 km van hen verwijderd is dan een bank te beroven met een pistool in de hand of iemand fysiek van een kredietkaart te beroven. Het aantal doelwitten is bovendien haast onuitputtelijk aangezien er wereldwijd ongeveer 1,5 miljard internetgebruikers zijn en dat cijfer voortdurend stijgt.

Volgens een Amerikaans internetbeveiligingsbedrijf is er meer kans dat iemand slachtoffer wordt van een internetpiraat, namelijk één op vijf, dan dat er bij hem wordt ingebroken (1 op 31) of dat hij een auto-ongeval meemaakt (1 op 3000).

Er is dus een echte zwarte markt ontstaan die banden heeft met de cybercriminaliteit, alsook een heus economisch systeem met distributiecircuits, ruilplatforms en zelfs marketingstrategieën.

Identiteitsfiches, bankgegevens, wachtwoorden en toegangscodes, industriële informatie die kan dienen voor zwendel zijn de geliefkoosde buit van de hackers.

Er moet dringend worden opgetreden tegen dit perfect georganiseerd fenomeen, waar men niet met amateurs te maken heeft, en er moeten ook meer ordehandhavers worden ingezet.

Kunt u mij zeggen of de omvang van het hierboven beschreven fenomeen u verontrust?

Zijn de bekendgemaakte cijfers voor u een motivatie om meer middelen ter beschikking te stellen van de Cel Internetfraude van de federale politie?

Zo ja, aan hoeveel bijkomende middelen denkt u?

Antwoord ontvangen op 11 januari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Cybercriminaliteit omvat een bundel van criminele activiteiten waaraan men aandacht moet schenken.

Cybercriminaliteit bestaat er in allerlei vormen: de informaticanetwerken vormen meer en meer de weg naar “traditionele” vormen van criminaliteit.

Binnen de Federale politie zijn vandaag 173 personen werkzaam binnen de Computer Crime Units (drieëndertig op niveau FCCU, honderdveertig binnen de vijfentwintig RCCU van de gerechtelijke arrondissementen).

De toename van de aangiftes betreffende de inbreuken en pogingen tot inbreuken op internet op de site eCops geeft deze realiteit weer, maar wijst ook op de toenemende bekendheid van dit instrument en de stijgende waakzaamheid van onze burgers.

Om een beter beeld te krijgen op de incidenten en om slachtoffers beter te kunnen bijstaan in de afhandeling van incidenten heeft de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen onlangs voorzien in de oprichting van CERT.be, het Belgische Computer Emergency Response Team. Zij kunnen slachtoffers bijstaan zonder dat daar noodzakelijk een gerechtelijk onderzoek voor dient te worden opgestart.

Naast de strijd tegen de cybercriminelen, is het van het grootste belang om al van in het begin op te treden om de risico’s op inbreuken te beperken.

Door in te zetten op opvoeding en preventie ten aanzien van onze burgers, kan het slachtofferschap aanzienlijk worden beperkt. Enkele eenvoudige beveiligingsregels kunnen het grootste deel van de zorgen al voorkomen.

Het is echter zo dat, naast de CCU’s en de CERT, talrijke instellingen, de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, het OIVO (Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties), de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, Fedict, Childfocus om er maar enkele te noemen) hun acties bijsturen op basis van deze nieuwe realiteit om de burgers beter te beschermen tegen de verschillende vormen van cybercriminaliteit.

In het kader van deze nieuwe realiteit bestudeert mijn administratie de modaliteiten om een actieplan te ontwikkelen om de burger te informeren over preventieve maatregelen en goede praktijken om zijn persoonlijke gegevens, die aanwezig zijn op zijn computer of op het internet, te beschermen.