Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5807

van Franco Seminara (PS) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Belgacom - Misbruik van machtspositie - Concurrerende operatoren - Buitensporige aangerekende kosten - Klachten - Concurrentieregels - Respect - Belgisch Instituut voor de Post- en telecommunicatiediensten (BIPT) - Uit te voeren maatregelen

Proximus
Raad voor de Mededinging
machtspositie
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
concurrentiebeperking

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4771

Vraag nr. 4-5807 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

In een recent verslag van het auditoraat van de Raad voor de Mededinging lezen we dat Belgacom zijn machtspositie misbruikt heeft door “wurgprijzen” toe te passen bij de lancering van het “Happy Time”-aanbod.

Dat verslag van het auditoraat is opgemaakt na een onderzoek dat samen met de algemene directie van de dienst Mededinging van de FOD Economie werd gevoerd naar aanleiding van een klacht van de firma Tele2 die Belgacom beticht van misbruik van machtspositie bij de lancering op 1 juni 2005 van “Belgacom Happy Time”.

Concreet wordt Belgacom verweten enerzijds hoge tarieven toe te passen op de wholesalemarkten en, anderzijds, lage tarieven op de retailmarkten voor het eigen “Happy time”-aanbod. Dat maakt het de concurrerende operatoren onmogelijk om op de retailmarkt een redelijke winstmarge te behalen. Die praktijk wordt algemeen omschreven als “wurgprijzen” of “margin squeeze”.

Het is weliswaar de kamer van de Raad voor de Mededinging die beslist of er al dan niet sprake is van een inbreuk op het mededingingsrecht, maar dat neemt niet weg dat dit feit kenmerkend is voor de verwijten die de historische operator Belgacom vaak krijgt, namelijk dat hij het telecommunicatienet in zijn voordeel monopoliseert.

Ik had ook graag geweten of u begrip hebt voor de veelvuldige klachten van de concurrenten van Belgacom, die klagen over de buitensporige prijzen die ze moeten betalen voor het gebruik van het nationale telefoonnet.

Deelt u de uitspraak van de Europese Commissie die al verschillende keren herhaald heeft dat de situatie van de Belgische telecommunicatiesector te wijten is aan de machtspositie van Belgacom en aan de ondoeltreffende toepassing van de regels die de volle uitoefening van het mededingingsrecht garanderen?

Welke maatregelen plant het Belgisch Instituut voor Post- en Telecommunicatiediensten (BIPT) om in de toekomst een doeltreffende en loyale concurrentie in de Belgische telecommunicatiesector mogelijk te maken?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

Laten we eerst verduidelijken dat er verschillende markten bestaan (telefonie, breedband). Iedere markt moet door het Belgisch Instituut voor de Post- en telecommunicatiediensten (BIPT) op regelmatige basis geanalyseerd worden, en verplichtingen (namelijk op gebied van tarieven) moeten worden opgelegd in functie van het concurrentieniveau. De reglementering van deze markten is sinds enkele jaren van toepassing.

Ik hoor inderdaad klachten van concurrerende operatoren. Belgacom informeert me echter dat zijn wholesaletarieven behoren tot de laagste of de gemiddelde van de Europese Unie.

De Europese Commissie heeft in haar veertiende Implementatierapport vastgesteld dat het niveau van de detailhandelprijzen in België voor bepaalde producten boven het gemiddelde ligt. De Commissie erkent echter ook dat de concurrentie tussen het DSL-netwerk van de historische operator en de coaxiale netwerken (met andere woorden . de kabeldistributieoperatoren) sterk speelt wat de productperformantie betreft. We moeten bovendien opmerken dat de positie van Belgacom niet kan worden geanalyseerd zonder rekening te houden met de positie van deze laatste operatoren. Het succes van Telenet of van Numericable is een belangrijk gegeven, dat een impact heeft op de volledige structuur van de telecommunicatiemarkt.

Ik nodig U uit om de vraag met betrekking tot de Raad van het BIPT te stellen aan mijn collega, minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, die bevoegd is voor de materie.