Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5718

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Wurgspel (" jeu du foulard ") - Gevolgen - Maatregelen

spel
jongere
kind
kinderbescherming

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
3/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4892

Vraag nr. 4-5718 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eind oktober 2009 werd een elfjarige jongen in kritieke toestand naar het ziekenhuis overgebracht. Het zou een gevolg zijn van het wurgspel, " le jeu du foulard ", maar de politie wil dat voorlopig niet bevestigen.

Bij " le jeu du foulard " wordt een riem, sjaal of koord gebruikt om zichzelf of anderen gedurende korte tijd te wurgen, zodat het bloed naar de hersenen afgeblokt wordt. Terwijl het bloed langzaam terug naar de hersenen gaat, zou men een hallucinatorische roes ervaren. Het spel wordt vaak in groep gespeeld, maar het wordt echt gevaarlijk als die controle wegvalt. Als de wurging iets te lang aanhoudt en men bewusteloos valt, kan men de sjaal of riem niet meer loslaten. De doodsoorzaak is vaker nog een hartstilstand, veroorzaakt door het gebrek aan zuurstof.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Hoeveel personen overleden de voorbije tien als gevolg van het wurgspel, " le jeu du foulard ', of gelijkaardige wurgspelletjes? Hoeveel personen liepen ernstige fysieke en psychische letsels op? Graag had ik een uitsplitsing per jaartal bekomen.

2. Acht de geachte minister het wenselijk maatregelen te nemen om aan deze toestanden een einde te stellen?

Antwoord ontvangen op 3 februari 2010 :

Op basis van de informatie die door de bevoegde diensten (Procureur-generaal van Brussel, Dienst statistische analyse van de Gerechtelijke Politie) werd geleverd, kan ik u volgende antwoordelementen meedelen :

Vooreerst dient te worden opgemerkt dat niet altijd instrumenten (sjaals, riemen, plastic zakken, enz.) in het kader van dit "spel" voor wurging worden gebruikt. Het afblokken van de toegang van het bloed, en dus ook van zuurstof naar de hersenen, kan ook manueel gebeuren door de hoofdslagader te knellen of een gewicht op het borstbeen te plaatsen. Dit kan alleen of in groep gebeuren.

De fysieke symptomen zijn dezelfde als bij wurging: rode vlekken en/of blauwe plekken in de hals, kleine bloedingen of gesprongen bloedvaten in de ogen. De ouders moeten aandachtig zijn voor deze symptomen bij hun kinderen en hun vrienden.

Antwoord op de eerste vraag: Het openbaar ministerie beschikt niet over statistieken met betrekking tot het overlijden of verwondingen die het gevolg zijn van "le jeu du foulard". Er dient bovendien te worden opgemerkt dat de gerechtelijke overheden niet noodzakelijk bij deze gevallen worden betrokken.

In de Belgische media is er sprake van vier kinderen die tussen 2002 en 2009 door "le jeu du foulard" zijn overleden. De twee laatste slachtoffers zijn in 2009 in een tijdsspanne van een maand gestorven. In Frankrijk is er sprake van tien tot vijftien gevallen per jaar. Het gaat hier voornamelijk om kinderen en jongeren tussen zes en vijftien jaar. In Engeland is er volgens de pers sprake van een geval per week. Het fenomeen is niet nieuw. Overal ter wereld kreeg het weliswaar een nieuwe omvang door het internet.

De identificatie van het fenomeen is op heden het grootste probleem. Vaak kan de doodsoorzaak niet als "le jeu du foulard" worden geïdentificeerd en kan het overlijden aan zelfdoding worden gelijk gesteld. Indien "le jeu du foulard" als doodsoorzaak wordt erkend, dan zal dit overlijden in een gegevensbank als "ongeval (uitgezonderd verkeersongeval)" of "verdacht overlijden" worden geregistreerd. Deze drie kwalificaties vallen onder de noemer "Geen misdrijf: ziekte/overlijden/ongeval persoon" (AFE195). Teneinde een beeld te krijgen van deze problematiek in België, is het derhalve niet mogelijk zich op gegevens te baseren op de manier waarop deze op heden worden verzameld. In dit kader is het immers onmogelijk een onderscheid te maken tussen een feit dat foutief als zelfdoding werd geïnterpreteerd en een daadwerkelijke zelfdoding door ophanging bij een jongere. Het maken van een onderscheid zou enkel mogelijk zijn indien elk dossier vanaf het begin wordt hernomen. Hetzelfde probleem stelt zich voor verdachte overlijden.

Wanneer de jongere niet sterft maar gewond is, dan wordt geen verklaring bij de politie afgelegd. Daar bestaat trouwens ook geen verplichting toe. Indien een medische ingreep nodig was, dan beschikken de huisartsen of ziekenhuizen meestal over deze informatie.

Antwoord op de tweede vraag : Mogelijke preventieacties die er op gericht zijn drama's te voorkomen die door de praktijk van "le jeu du foulard" worden veroorzaakt, behoren tot de bevoegdheid van instanties die instaan voor opvoeding, gezondheid en hulpverlening aan de jeugd. Op het eerste gezicht, zijn preventie- en sensibiliseringscampagnes voor jongeren het doeltreffendste middel om dit fenomeen te bestrijden. Deze middelen vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. In de Franse Gemeenschap werd een vzw voor ouders van slachtoffers opgericht: "Chousingha”. Deze vereniging heeft onder meer een informatief programma uitgewerkt dat, met de steun van minister Simonet, in de scholen zou moeten worden vertoond. Deze vereniging zou tevens contact hebben opgenomen met de Vlaamse Gemeenschap om hetzelfde programma in deze Gemeenschap op te starten. Voor elke bijkomende informatie, kunt u de site van deze vereniging raadplegen: www.chousingha.be.

Een andere actie die de waarneming van het fenomeen zou verbeteren is het opleiden van politiemensen om de elementen te identificeren aan de hand waarvan kan worden bepaald of "le jeu du foulard" de doodsoorzaak is.