Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5664

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

XTC en ATS (amfetamine type stimulants) - Productielaboratoriums - Aantal - Productiecapaciteit - Politionele samenwerking tussen België en Nederland

verdovend middel
psychotropicum
handel in verdovende middelen
Nederland
politiële samenwerking (EU)

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
24/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4298

Vraag nr. 4-5664 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nederland is nog steeds de belangrijkste producent van ATS (amfetamine type stimulants) hoewel de hoeveelheid geproduceerde drugs de afgelopen jaren is afgenomen. Dat blijkt uit een rapport uit 2008 van het bureau van de Verenigde Naties voor de bestrijding van drugs en criminaliteit (UNODC) over de wereldwijde drugsproductie. De onderzoekers zien dat de laboratoriums langzaam maar zeker West-Europa verlaten en inruilen voor Zuidoost-Azië, Australië, Noord-Amerika en Oost-Europa. Het rapport signaleert dat gezien de Nederlandse politie-inspanningen de productie zich meer en meer verplaatst naar België. Bovendien wordt België door de andere landen verantwoordelijk geacht als land van herkomst voor 10 % en 12 % van de totale ecstacy (XTC) en amfetaminesmokkel. Cijfers die het hardnekkige kwaal van de ATS-drugs op Belgische bodem bevestigen. België blijkt een essentieel land te zijn voor de productie en het vervoer van ATS, en in minder mate een consumptieland te zijn.

Gezien het korte voorgaande kader, en een aantal inzichten uit een vorige schriftelijke vraag, volgende vragen:

1) Kan de geachte minister voor 2007 en 2008 en indien mogelijk de huidige cijfers voor 2009 geven voor het aantal opgerolde productielaboratoriums voor amfetamines en XTC? Is er hier een trend waarneembaar?

2) Wat was de productiecapaciteit van deze opgerolde labo’s?

3) Is er reden om aan te nemen dat we hetzelfde fenomeen kennen zoals in Nederland waar het aantal laboratoriums afneemt maar waar de resterende praktijken wel groter worden?

4) Is er reden om te vermoeden dat door Nederlandse politionele inspanningen er meer labo’s zich in België vestigen?

5) Hoe is de politionele samenwerking aangaande drugsbestrijding tussen België en Nederland uitgewerkt? Kan deze beter of nauwer verlopen?

Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

Op basis van de inlichtingen die door de bevoegde diensten werden overgemaakt, kan ik u volgende elementen van antwoord meedelen.

1. In 2007 en 2008 werden respectievelijk acht en zeven productieplaatsen voor synthetische drugs aangetroffen in België. Dit jaar zijn er twee productieplaatsen aangetroffen.

In de vorige jaren was het aantal van de aangetroffen productieplaatsen stabiel en dit jaar zijn er voorlopig minder aangetroffen, dit wil echter niet zeggen dat we al van een dalende trend kunnen spreken. Volgens politionele informatie bestaan er nog andere productieplaatsen; de onderzoeken zijn nog lopende.

Zowel in België als in het buitenland kan vastgesteld worden dat de criminele organisaties die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van synthetische drugs steeds meer op de hoogte zijn van de gebruikte middelen voor de lokalisatie van deze plaatsen. Zij ontwikkelen zelf maatregelen om dit te vermijden zoals o.a. het gebruik van mobiele installaties. Ook splitsen zij het productieproces op en wordt dit gespreid over verschillende locaties, zelfs grensoverschrijdend.

2. Dit is moeilijk te bepalen maar met de aangetroffen hardware is het mogelijk om honderden kilo’s synthetische drugs aan te maken per locatie en per week als de capaciteit volop gebruikt wordt en als er voldoende chemicaliën aanwezig zijn.

3. Er wordt opgemerkt dat het aantal aangetroffen laboratoriums afneemt omdat de criminele organisaties meer en meer op de hoogte zijn van de gebruikte technieken door de politiediensten (zie antwoord vraag 1).

Er kan wel vastgesteld worden dat criminele organisaties op meerdere fronten actief zijn en niet alleen meer in de aanmaak van synthetische drugs.

4. Er is geen reden om dit te vermoeden en wel om twee redenen:

5. Desondanks de soms aanwezige verschillen inzake prioriteiten of wijze van aanpak is de samenwerking tussen de Belgische en de Nederlandse politie zeer goed. België en Nederland vervullen een voortrekkersrol op internationaal niveau in de bestrijding van de productie van synthetische drugs. Bilateraal werken beide politiediensten zeer nauw samen en op gerechtelijk vlak werken de hoogste gerechtelijke overheden nauw samen.

Buiten de strijd tegen de aanmaak van amfetamine type stimulants (ATS) is de samenwerking met Nederland volop in verdere ontwikkeling, namelijk inzake drugstoerisme, de hennepplantages, de grensoverschrijdende criminele bendes, enzovoort.