Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5608

van Philippe Monfils (MR) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Wet van 25 april 2004 betreffende de erkenning van verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers van opzettelijke gewelddaden begeleiden- Inwerkingtreding - Federale begroting 2008 - Subsidiėring van de verenigingen

lichamelijk geweld
slachtofferhulp
rechtsbijstand
organisatie zonder winstoogmerk
slachtoffer
geweld

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
5/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2566

Vraag nr. 4-5608 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

De wet van 25 april 2004 betreffende de erkenning van verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers van opzettelijke gewelddaden begeleiden werd op 7 mei 2004 gepubliceerd.

Die wet is jammer genoeg nog niet in werking getreden.

Hoofdstuk II, artikel 2, 5° van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de in artikel 5 van de wet voorziene susidiėring van instellingen die voorzien in een gespecialiseerde begeleiding voor burgers die betrokken zijn in een gerechtelijke procedure, regelt de uitvoering van de wet.

Dat koninklijk besluit moest op 1 januari 2007 in werking treden. Dat is niet gebeurd.

Het bevindt zich dus nog altijd in de fase van “ontwerp”. Wij bevinden ons bijgevolg in een vrij eigenaardige situatie omdat in de afdeling 52.03 van de federale begroting een bedrag van 285.000 euro is ingeschreven voor de subsidiėring van de vzw's belast met de begeleiding van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.

Ik heb volgende vragen:

Welke problemen verhinderen de inwerkingtreding van die wet? Weet de minister al wanneer de wet in werking zal kunnen treden?

Kan hij mij zeggen wat er zal gebeuren met het geld dat in de begroting 2008 is ingeschreven voor die vzw's?

Antwoord ontvangen op 5 januari 2010 :

Ik wens te allen tijde een versnippering te vermijden in het landschap van de slachtofferzorg. Binnen Justitie is het aangewezen om maximaal te focussen op de reguliere werking van de sector slachtofferonthaal bij de parketten en rechtbanken, en de justitieassistenten die belast zijn met dit slachtofferonthaal daarin maximaal te ondersteunen. Ik verwijs naar artikel 3bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering waarin de taak van Justitie inzake slachtofferzorg wordt gespecificeerd.

De taken en verantwoordelijkheden binnen de slachtofferzorg zijn duidelijk afgebakend tussen de politiediensten (politiële slachtofferbejegening), de gemeenschappen (psycho-sociale slachtofferhulp) en justitie (slachtofferonthaal). Het is cruciaal dat de samenwerking tussen deze verschillende diensten zo goed mogelijk verloopt en dat zij gericht doorverwijzen. Dit jaar werd deze integrale benadering door de verschillende betrokken actoren verder uitgewerkt en een aanzet gedaan om de samenwerkingsverbanden, naast het reeds bestaande samenwerkingsakkoord voor Vlaanderen, voor gans België te formaliseren. In een eerste fase werd daartoe een Waals, Brussels en Duitstalig samenwerkingsprotocol inzake slachtofferzorg de dato 5 juni 2009 uitgewerkt, in afwachting van drie samenwerkingsakkoorden die bij wet en decreet bekrachtigd worden.

Overeenkomstig artikel 3bis VTSv. moeten de magistraten en het personeel van de parketten en rechtbanken de slachtoffers correct en zorgvuldig bejegenen, de nodige informatie verstrekken en zonodig doorverwijzen naar de gespecialiseerde diensten. Hierin worden ze bijgestaan door justitieassistenten van de justitiehuizen. De justitieassistent belast met slachtofferonthaal kan specifieke informatie verstrekken, zowel in de loop van de strafprocedure als tijdens de strafuitvoering. Hij kan de slachtoffers bijstaan op emotioneel moeilijke momenten of deze bijstand coördineren en organiseren. Hij kan naar gespecialiseerde diensten verwijzen, zoals de diensten voor slachtofferhulp. Zoals gezegd wens ik te focussen op de ondersteuning van deze vorm van slachtofferonthaal. Om deze reden zal ik geen initiatief nemen om budgetten vrij te maken in het kader van de uitvoering van de wet van 25 april 2004 die voorziet in de mogelijkheid van subsidiëring van verenigingen die slachtoffers bijstaan.