Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5569

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Activiteitsgraad van ouderen - Verhoging - Generatiepact - Gevolgen - Pensioenen - Kostprijs en betaalbaarheid - Evolutie - Voorstel voor een nieuw Generatiepact - Standpunt van het VBO en van het ACV

oudere werknemer
vergrijzing van de bevolking
pensioenregeling
beroepsbevolking
bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd
vervroegd pensioen

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4422

Vraag nr. 4-5569 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij een ongewijzigd beleid zal een jongere van vijftien jaar gemiddeld slechts 28,4 jaar van zijn loopbaan werken. Dat blijkt uit een projectie van experts van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO). Tijdens een colloquium van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) werd tot de bevinding gekomen dat het Generatiepact zijn doel voorbij schiet en niet bijdraagt tot een wezenlijke verhoging van de activiteitsgraad van ouderen. Nog steeds kan België geen gelijke tred houden met het Europese Unie (EU)-gemiddelde. Een en ander is problematisch met het oog op de gevolgen van de vergrijzing en de betaalbaarheid van onze pensioenen.

1. Hoe schat de geachte minister de gevolgen van vier jaar Generatiepact in voor de kostprijs van de pensioenen?

2. Is het volgens hem houdbaar voor de financiering en betaalbaarheid van het pensioenstelsel dat jongeren van 15 jaar in de toekomst slechts een écht actieve loopbaan van 28,4 jaar zullen hebben?

3. Dringt zich een nieuw Generatiepact op?

4. Welke klemtonen moeten in zo'n nieuw Generatiepact worden gelegd wat de betaalbaarheid van ons pensioenstelsel betreft?

5. Is het nodig om de gelijkgestelde periodes selectiever toe te passen?

6. Is hij van oordeel dat er met het oog op de negatieve gevolgen voor de financiering en betaalbaarheid van ons pensioenstelsel snel een overleg moet worden opgestart voor een nieuw Generatiepact met het oog op een gevoelige verhoging van de werkgelegenheidsgraad bij ouderen en een verdere ontmoediging van vervroegde uittreding, meer in het bijzonder via brugpensionering?

7. Is hij het eens met de stelling van het VBO om op korte termijn beslissingen te nemen, maar de weg van de geleidelijkheid te volgen bij de uitvoering, of staat hij aan de kant van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) dat pleit om voorlopig niets te doen?