Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5361

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Allochtone vrouwen - Achterlating in het land van herkomst - Situatie van de achterlatende echtgenoot - Rechten van de kinderen

migrant
migrerende vrouw
positie van de vrouw
echtscheiding
rechten van de vrouw
rechten van het kind

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2416

Vraag nr. 4-5361 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds enige tijd is er in de politiek en in de media aandacht voor het probleem dat vrouwen, al dan niet samen met hun kinderen, veelal rond de zomervakantieperiode, tegen hun wil en zonder identiteits- en verblijfsdocumenten door hun echtgenoot/vader in het land van herkomst worden achtergelaten. Dat is een schrijnende situatie, niet enkel voor de achtergebleven echtgenote, die rechteloos blijkt in dergelijke situatie en ginder meestal het huisslaafje wordt van haar (ex-) schoonfamilie, maar ook voor haar kinderen als die ofwel eveneens achterblijven ofwel, als ze terug naar ons land komen, het plots met een nieuwe mama moeten doen.

In Nederland wordt aan deze problematiek vrij veel aandacht besteed. Zo vroeg het ministerie voor Vreemdelingenzaken en Integratie aan de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken een drietal aspecten van deze problematiek te onderzoeken :

1) de aard en omvang van de problematiek ;

2) hoe de terugkeer van vrouwen die zich in een dergelijke situatie bevinden kan worden bespoedigd ;

3) welke maatregelen, zowel op het terrein van het strafrecht als van het vreemdelingenrecht, tegen de man kunnen worden genomen.

De commissie formuleerde daarop in 2005 een aantal adviezen.

Ik stelde vorige legislatuur over deze problematiek reeds een schriftelijke vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken (schriftelijke vraag nr. 3-5402, Vragen en Antwoorden nr. 3-85, blz. 9328), en de antwoorden waren weinig bemoedigend. Het blijkt in ons land mogelijk dat mannen die zich aan deze praktijk bezondigen ongemoeid worden gelaten, de Belgische nationaliteit verwerven, en dat hun "echtscheiding" (lees het verstoten van hun echtgenote) zonder problemen bij ons officieel wordt geregistreerd.

Daarom de volgende vragen :

1. Wordt deze problematiek onderzocht door de beleidscel van de geachte minister ? Zijn er cijfers beschikbaar met betrekking tot dit fenomeen ?

2. Volstaat het dat een man bewijzen van de scheiding uit het land van herkomst voorlegt ? Kan hij zomaar een "nieuwe" echtgenote meebrengen naar ons land ?

3. Zou het geen goed idee zijn als de echtgenote waarvan de man wil scheiden eerst voor een Belgische vrederechter zou moeten verschijnen, zodat het onmogelijk wordt haar tegen haar wil te dumpen in het land van herkomst ?

4. Worden de kinderen in een dergelijke situatie gehoord ? Welke actie wordt ondernomen indien ook zij worden achtergelaten in het land van herkomst ?

5. Hebben achtergelaten vrouwen en kinderen per definitie recht op een verblijfstitel in ons land als zij dit aanvragen ? Hoeveel achtergelaten echtgenotes vroegen een verblijfstitel aan de voorbije drie jaar ? Kan dit als de man hier ondertussen met een andere echtgenote leeft ?

6. Kan de man die vrouw en kinderen tegen hun wil achterliet in het land van herkomst aanspraak maken op de kinderbijslag in hoofde van die kinderen ?