Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5343

van Franco Seminara (PS) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Hospitalisatieverzekering - Kostprijs - Wetten van 20 juli 2007 en 17 juni 2009 - Uitvoeringsbesluiten - Medische index - Stand van zaken - Verzekeringsaanbod - Verzekeringscontracten privé en ziekenfonds - Wetsontwerp - Stand van de werkzaamheden

particuliere verzekering
kosten voor ziekenhuisopname
verzekeringspremie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5073

Vraag nr. 4-5343 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Zoals u weet is de hospitalisatieverzekering één van de meest gewaardeerde verzekeringen in België. Ze wordt echter steeds duurder.

In dat kader werd de wet van 20 juli 2007 tot wijziging, wat de private ziekteverzekeringsovereenkomsten betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, een initiatief van minister Verwilghen, om ongepaste prijsstijgingen te blokkeren, recentelijk gewijzigd (wet van 17 juni 2009 tot wijziging, wat de ziekteverzekeringsovereenkomsten betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de wet van 20 juli 2007 tot wijziging, wat de private ziekteverzekeringsovereenkomsten betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst).

Op basis van die wet kunnen sommige essentiële principes worden gerealiseerd. Ze bekrachtigt met name het levenslange recht op een verzekeringscontract en het recht om een collectief contract op individuele basis voort te zetten (bijvoorbeeld bij pensionering).

De verzekerde wordt in de toekomst geacht een hospitalisatieverzekering te genieten zonder bijkomend geneeskundig onderzoek omdat de voortzetting van het contract voortaan gebeurt op basis van het geneeskundige onderzoek dat is uitgevoerd bij de eerste ondertekening van het contract.

Er is bovendien voorzien in een medisch indexeringsmechanisme om de ondoordachte premiestijgingen stop te zetten en te voorkomen dat het systeem ontspoort. Die prijsindex wordt beschouwd als een plafond voor de premieberekening.

Ondanks die vooruitgang moeten we vaststellen dat er voor de verbruiker nog altijd problemen zijn in de sector hospitalisatieverzekering omdat de wet en de voor de verzekerde voordelige bepalingen niet snel genoeg worden toegepast.

In dat verband wil ik u volgende vragen stellen :

Hoever staan de besprekingen over de uitvoeringsbesluiten van de wet van 17 juni 2009 en wanneer zullen ze aan de Ministerraad worden voorgelegd?

De medische prijsindex, die gepland was voor 1 juli 2009, is er nog altijd niet. Kunt u mij zeggen hoever het staat met de besprekingen daarover en kunt u mij zeggen vanaf welke datum die index van toepassing wordt?

Tot slot een vraag in verband met het verzekeringsaanbod. Het verschil tussen de contracten van de ziekenfondsen en die van de privéverzekeraars wordt steeds kleiner. Hoever staat het met het wetsontwerp dat de producten van de ziekenfondsen en die van de privéverzekeraars op hetzelfde peil moet brengen?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

1. Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de heer Reynders, minister van Financiën, aan wie uw vraag ook werd overgemaakt.

2. Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de heer Van Quickenborne, minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, aan wie uw vraag ook werd overgemaakt.

3. Wat betreft de stand van zaken van het opstellen, ingevolge een met redenen omkleed advies van de Europese Commissie, van de twee ontwerpen van wet houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (het ene met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en het andere met betrekking tot deze bedoeld in artikel 77 van de Grondwet), kan ik u mededelen dat deze teksten overgemaakt zijn aan het Parlement op 2 december 2009 en dat ze goedgekeurd werden op 20 januari laatstleden door de commissie Sociale Zaken van de Kamer. Het is de bedoeling om ze zo snel mogelijk door de Kamer te laten goedkeuren. Ze zullen daarna overgemaakt worden aan de Senaat.