Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5334

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Vaccinaties - Ontrading

vaccinatie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
29/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4983

Vraag nr. 4-5334 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland is zware beroering ontstaan over de acties van de vereniging “verontruste moeders”. Deze vereniging keert zich tegen het inenten van jongeren tegen verschillende ziektes en eveneens tegen de vaccinatiecampagnes van de Nederlandse overheid.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maakt zich naar verluidt ernstige zorgen over de groeiende aanhang van deze groepering. Via verschillende contactpersonen, die overal in het land spreekbeurten organiseren, wordt de bevolking opgeroepen kinderen en jongeren niet langer te laten inenten, ook het vaccinatieprogramma van de overheid wordt verworpen. De redenen die hiervoor worden aangereikt, zijn van een bedenkelijk pseudowetenschappelijke aard en beroepen zich voornamelijk op angstgevoelens en wetenschappelijke onwaarheden.

Op dit ogenblik begint de vereniging “verontruste moeders” echter ook in ons land aan aandacht te winnen. Via diverse informatieavonden in Vlaams Brabant trachten zij aanhang te verwerven voor hun levensovertuiging. Zij spitsen hun verhaal op dit ogenblik specifiek toe op de doelgroepen die worden aangeraden zich in te enten met het griepvaccin “A/H1N1”.

De boodschap die hier wordt gebracht lijkt me zeer gevaarlijk voor de volksgezondheid. De vaccins die door de overheid worden aangeraden, hebben hun wetenschappelijk en medisch nut bewezen. Dat bepaalde invloedrijke groeperingen de ouders in ons land oproepen om hun kinderen niet langer in te enten is zonder meer verontrustend. Zeker in deze periode waarin de overheid er alles aan doet om een afdoend antwoord te bieden op het “A/H1N1 virus” en de griepvaccins promoot. Het zou goed zijn contact te nemen met uw Nederlandse collega om informatie uit te wisselen met betrekking tot dit fenomeen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

Heeft u kennis van de vereniging “verontruste moeders” en hun programma of soortgelijke organisaties?

Welke positie neemt u in tegenover de boodschap die wordt verspreid om kinderen en jongeren niet langer te laten vaccineren?

Bent u er op de hoogte van dat de boodschap om kinderen niet te vaccineren ook in ons land wordt verspreid?

Hoeveel kinderen hebben de aangewezen vaccinaties niet ontvangen omwille van morele bezwaren?

Antwoord ontvangen op 29 januari 2010 :

    Ik wil u allereerst preciseren dat de preventie van ziektes een gemeenschapsbevoegdheid is. Er zijn twee uitzonderingen op deze regel: de situaties van sanitaire crisis en de verplichte inentingen.

  1. Er bestaan inderdaad anti-vaccinatiegroepen. Die baseren zich op argumenten van levensbeschouwelijke, religieuze, praktische, pseudowetenschappelijke, anthroposofische of homeopathische aard zijn.

    Naast “verontruste moeders” (http://www.verontrustemoeders.nl) bestaat er ook de “Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken” (http://www.nvkp.nl). Via tijdschriften, voordrachten, mogelijkheid tot vormingscyclussen, en dergelijke verspreiden ze hun boodschap. Verder bestaat er ook een zelfhulpgroep voor de opvang van ouders met vragen met betrekking tot een eventuele vaccinatie van hun kinderen.

  2. In België is ons vaccinatiebeleid gebaseerd op de meest recente beschikbare bewijskrachtige gegevens, namelijk evidence-based practice. De aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad, alsmede die van de Wereldgezondheidsorganisatie, zijn gebaseerd op deze evidence-based bronnen.

  3. Net als in veel Europese en buiten-Europese landen, bestaat er in ons land een anti-vaccinatiebeweging. Zo bestaat er een Vlaamse Vereniging voor Vaccinatievrijheid. Meestal gaat het om een initiatief met een beperkt effect (zie ook punt 4).

  4. In opdracht van de Vlaamse Overheid (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) werd door de KULeuven, de UA en de VUB in 2008 een studie uitgevoerd van de vaccinatiegraad bij jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen in 2008.

    In het rapport van deze studie die gepubliceerd werd in februari 2009 lezen we dat:

    - niet geïnformeerd

    - ziekte van het kind

    - nevenwerking vaccin

    - geen aanbod

    - vergeten

    - wordt in orde gebracht

    Tenslotte: op het niveau van de Volksgezondheid weegt het risico van vaccinatie tegen de verschillende infecties niet op tegen de morbiditeit en mortaliteit wegens het doormaken van diezelfde infecties. De balans van de belangen blijft dus steeds in het voordeel van de vaccinatie.

    Nemen we poliomyelitis als voorbeeld:

    In 1988 telde de Wereldgezondheidsorganisatie 350 000 overleden kinderen die aan poliomyelitis leden. Dankzij grootschalige vaccinatiecampagnes is het sterftecijfer in twintig jaar tijd met 99 % gedaald: in 2006 stierven wereldwijd nog slechts 1 968 kinderen. De Werdeldgezondheidsorganisatie (WGO) schat bovendien dat er sinds 1988 vijf miljoen minder verlamden zijn, en Europa is officieel poliovrij verklaard sinds 2002.

    Een hoge vaccinatiegraad bechermt verder de facto de niet-gevaccineerde kinderen, dank zij “kudde-immuniteit”, omdat de ziekte zich niet langer kan verspreiden.

    Hoewel het niet-vaccineren geen bovenmatige risico’s op ons grondgebied meebrengt, kan een reis naar het buitenland zonder deze essentiële bescherming toch meer belangrijke risico’s meebrengen inzake besmetting en inzake eventuele complicaties die inherent zijn aan de ziekte.