Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5291

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Sint-Pietersziekenhuis te Brussel - Taalproblematiek - Personeel - Bewijs van kennis van de tweede taal (Selor)

ziekenhuis
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
taalgebruik
beroep in de gezondheidszorg
SELOR

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
29/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4559

Vraag nr. 4-5291 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In aansluiting op mijn schriftelijke vraag nr. 4-3501 over de taalproblematiek in het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis had ik graag nog een bijkomende toelichting gekregen van de geachte minister, vermits het antwoord op mijn vragen nog altijd niet helemaal voldoet en de geleverde antwoorden bovendien enkele nieuwe vragen oproepen.

1. Op grond van welke selectieprocedure werd de overeenkomst van 2004 met het Sint-Pietersziekenhuis afgesloten, vooral dan in het licht van de wetgeving op de overheidsopdrachten?

2. Kan de geachte minister mij de tekst van deze overeenkomst bezorgen?

3. Op welke gronden bevestigt de directie van het Sint-Pietersziekenhuis dat de artsen en verpleegkundigen het Nederlands voldoende machtig zijn om ook Nederlandstalige patiënten correct te kunnen verzorgen en behandelen? Ik neem aan dat ik als senator niet verondersteld word de directie zomaar op haar woord te geloven, maar dat ik ook recht heb op bewijskrachtige argumenten. In feite is er in onze democratische rechtsstaat maar één rechtsgeldig criterium om deze bewering te staven en dat is niet het gezagsargument van de directie, maar wel het bezit van een bewijs over de kennis van de tweede taal behaald door het bedoelde medische personeel, uitgereikt door Selor. Gelieve mij dus mee te delen:

a. Hoeveel Nederlandstalige, respectievelijk Franstalige artsen en verplegende personeelsleden zijn tewerkgesteld in de afdeling van het Sint-Pietersziekenhuis die belast is met de opvang van hoogbesmettelijke zieken? Hoeveel van hen hebben een bewijs van kennis van de tweede taal, uitgereikt door Selor? Graag kreeg ik daarbij een opsplitsing volgens categorie van medisch personeel (artsen, verpleegkundigen…) en volgens taalaanhorigheid.

b. Hoeveel Nederlandstalige, respectievelijk Franstalige artsen en verplegende personeelsleden zijn tewerkgesteld in de andere afdelingen van het Sint-Pietersziekenhuis? Hoeveel van hen heeft een bewijs van kennis van de tweede taal, uitgereikt door Selor? Graag een overzicht per afdeling en opgesplitst per taalgroep.

Antwoord ontvangen op 29 januari 2010 :

  1. De selectie werd uitgevoerd tijdens de vorige legislatuur, maar een openbare aanbesteding is er blijkbaar niet geweest. Dit is niet verwonderlijk gezien het aantal geschikte ziekenhuizen – het ziekenhuis moet beschikken over aangepaste infrastructuur en voldoende medische expertise, moet centraal gelegen zijn en moet tweetalig zijn – beperkt is en het dus sneller gaat als men deze kandidaten rechtstreeks benadert.

    Zoals ik u reeds voorheen kon meedelen, beschikt het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis sinds enkele jaren in het kader van een overeenkomst met de overheid over de nodige expertise en gespecialiseerde infrastructuur om patiënten met hoogbesmettelijke ziekten op te vangen. De keuze van dit ziekenhuis werd bevestigd door de leden van de stuurgroep “pilootziekenhuizen grieppandemie”, waarin een tiental grote ziekenhuizen uit gans België vertegenwoordigd zijn.

  2. Ja.

  3. De ervaring met de opvang van Nederlandstalige patiënten met A/H1N1v-infectie in het Sint-Pietersziekenhuis heeft ons geleerd dat er nooit communicatieproblemen zijn geweest tijdens de verzorging van deze patiënten.

    Tot slot herinner ik u eraan dat het betrokken ziekenhuis, als openbaar Brussels ziekenhuis zich moet houden aan de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, die onder meer aangeven dat iedere plaatselijke dienst die gevestigd is in de regio Brussel Hoofdstad in zijn betrekkingen met een particulier, de taal van deze gebruikt, voor zover die taal het Nederlands of het Frans is. Voor wat betreft de controle op het naleven van de taalwetgeving door de Brusselse openbare ziekenhuizen behoort het tot de bevoegdheid van het verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.