RIZIV - Thuisverpleging - Uitgaven in 2008
geografische spreiding
gezondheidsstatistiek
thuisverzorging
kosten voor gezondheidszorg
7/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010) |
16/12/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3367
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vragen nrs. 4-563 en 4-2295 bleek dat er toen nog geen cijfers beschikbaar waren in verband met de uitgaven voor thuisverpleging voor 2008.
In de hoop dat de volledige cijfers nu reeds beschikbaar zijn, had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Graag had ik brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.
1.Hoeveel bedroegen de RIZIV-uitgaven voor thuisverpleging voor 2008?
2.Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 ook opsplitsen per gewest?
Gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door u gestelde vraag. Het gaat om geboekte gegevens met betrekking tot de verpleegkundige zorg aan huis.
|
Uitgaven euro |
Gewest |
200812 |
Brussel |
37 944 272,07 |
Vlaanderen |
589 436 585,12 |
Wallonië |
286 590 069,95 |
Niet verdeeld |
237 273,54 |
TOTAAL |
914 208 200,68 |
Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.
De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:
de leeftijdsstructuur en het geslacht;
de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;
de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, enz. (de zogenaamde sociale stand).
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.
Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft gezorgd voor een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en heeft hierover een rapport voorgelegd aan de Algemene raad op 26 oktober 2009. Mogelijk kan hieruit worden afgeleid welke parameters aan de basis liggen van de waargenomen verschillen van de thans beschikbare niet-gestandaardiseerde regionale gegevens.