Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5171

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Belastingsparadijzen - Liechtenstein - Opheffen bankgeheim

belastingovereenkomst
belastingvlucht
belastingfraude
bankgeheim
Liechtenstein
belasting op inkomsten uit kapitaal
richtlijn (EU)
Verenigd Koninkrijk

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
15/3/2010Rappel
15/4/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4174

Vraag nr. 4-5171 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Liechtenstein is volop bezig met de versoepeling van zijn bankgeheim. Erfprins Alois kondigde op 12 maart maatregelen aan om de transparantie binnen het bankwezen te vergroten. Alois komt hiermee tegemoet aan de druk die andere Europese landen op Liechtenstein uitoefenen om de vervolging van belastingontduikers makkelijker te maken.

Deze week werd het besluit geconcretiseerd met een eerste belastingsverdrag, in casu met het Verenigd koninkrijk, wat betreft de uitwisseling van informatie van Britse rekeninghouders in Liechtenstein (Tax Information Exchange Agreement).

De Britse rekeninghouders in Liechtenstein worden aangemoedigd hun situatie te regulariseren door deze rekeningen aan te geven in hun thuisland. De regularisatieperiode gaat van start in 2010 en loopt tot 2015. De Britse rekeninghouders die ingaan op het voorstel tot regularisatie vallen onder een bijzondere fiscale amnestieregeling.

Britse belastingontduikers krijgen in eerste instantie de mogelijkheid hun achterstallige belastingen over de afgelopen tien jaar te betalen plus rente en een boete van maximaal 10 procent, wanneer ze zelf inzage geven in hun tegoeden in Liechtenstein. Over niet betaalde belastingen van meer dan tien jaar geleden valt de fiscus hen dan niet meer lastig.

De cliënten die niet ingaan op deze regeling moeten hun rekeningen in Liechtenstein afsluiten, doch hun namen worden niet doorgegeven aan het Verenigd Koninkrijk.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd :

1)Hoeveel inkomsten werden respectievelijk er voor 2007 en 2008 doorgestort naar België vanuit Liechtenstein tengevolge de Spaarrichtlijn en de bronheffing op rekeninghouders die geen resident zijn in het desbetreffende land en dit tengevolge het akkoord tussen de EU landen en de geassocieerde gebieden en onder meer Liechtenstein? Om hoeveel dossiers gaat het respectievelijk in 2007 en 2008?

2)Welke is de stand van zaken wat betreft de 54 landgenoten die een rekening aanhielden bij de LGT-bank in Liechtenstein? Kan de minister aangeven hoeveel van hen reeds een dading hebben aangegaan en kan de minister aangeven hoeveel achterstallige belastingen en boetes reeds werden geïnd in dit dossier?

3)Hoe reageert de minister op het akkoord tussen de Britse schatkist en Liechtenstein?

4)Is de minister bereid een gelijkaardige akkoord uit te werken wat betreft ons land en Liechtenstein en kan dit uitvoerig worden toegelicht? Zo neen, waarom niet en welke andere pistes acht de minister aangewezen om mogelijke belastingontduikers in Liechtenstein te traceren?

5)Ziet de minister in het akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en Liechtenstein precedentwaarde wat betreft de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de Lidstaten (Anguila, Cayman Islands, Montserrat, Aruba, Jersey, Guernesey, Isle of Man, Maagdeneilanden, Nederlandse Antillen en Turkse en Caicos-eilanden) alsook Zwitserland, Andorra, Monaco, Liechtenstein en San Marino? Liggen ook hier mogelijkheden om de situatie van landgenoten te regulariseren?

Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

1. Voor het inkomstenjaar 2007 (toekenningen in 2008) ontving België een bedrag van 78 015,35 euro vanuit Liechtenstein in het kader van Richtlijn 2003/48/EG, beter gekend als de Europese Spaar-richtlijn. Voor het inkomstenjaar 2008 (toekenningen in 2009) werd er geen bedrag vanuit Liechtenstein ontvangen.

De Administratie heeft geen gegevens omtrent het aantal betrokken dossiers.

2. Naar aanleiding van uit het buitenland ontvangen inlichtingen in de zaak LGT Liechtenstein heeft de BBI een aantal onderzoekingen opgestart. In de strikte betekenis van het woord werd tot nu toe nog geen enkele dading afgesloten. Wel heeft de BBI tot 8 december 2009 in dertien dossiers een akkoord met de belastingplichtigen bereikt. Tot diezelfde datum werd een bedrag van 1 574 669,94 euro aan belastingen (belastingverhogingen inbegrepen) ingekohierd.

3. Het door het geachte lid aangehaalde akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en Liechtenstein kadert in een wereldwijd proces ter versterking van de internationale samenwerking in belastingzaken. Ondertussen heeft Liechtenstein zoveel gelijkaardige akkoorden gesloten dat het werd opgenomen in de witte lijst van de OESO met de staten die de OESO standaard op het gebied van uitwisseling van inlichtingen in belastingzaken op substantiële wijze hebben ingevoerd.

4. Op 21 april 2009 heb ik aan Dr. Klaus Tschütscher, de eerste minister van het Vorstendom Liechtenstein, gemeld dat België bereid was tot de uitwisseling van bankgegevens in overeenstemming met de hierboven genoemde OESO-standaard. Ik heb tegelijk voorgesteld om onderhandelingen aan te vatten die moeten leiden tot het sluiten van een akkoord tussen België en Liechtenstein inzake de uitwisseling van fiscale inlichtingen (inclusief bank-gegevens). Dit voorstel werd op 6 mei 2009 door Liechtenstein aanvaard.

Op 29 juni 2009 verstuurde mijn administratie een ontwerp van akkoord naar de bevoegde autoriteiten van Liechtenstein. Dit ontwerp was grotendeels gebaseerd op het modelakkoord aangaande de uitwisseling van fiscale inlichtingen dat door de OESO werd ontwikkeld en dat wereldwijd wordt gebruikt als uitgangspunt voor het voeren van onderhandelingen. Deze onderhandelingen hebben geleid tot een akkoord dat is ondertekend op 10 november 2009.

Het akkoord biedt België de mogelijkheid om, op specifiek verzoek, inlichtingen op te vragen die in het bezit zijn van financiële instellingen gevestigd in Liechtenstein en die naar verwachting relevant zijn voor het bepalen van de belasting van personen onderworpen aan Belgische belastingen.

5. Voor wat betreft de afhankelijke of geassocieerde gebieden volgt België in principe dezelfde aanpak als in het geval van Liechtenstein. Dit betekent dat er ook met deze gebieden wordt onderhandeld op basis van het OESO-model van akkoord aangaande de uitwisseling van fiscale inlichtingen. Alle afhankelijke of geassocieerde gebieden werden gecontacteerd door mijn administratie en met een aantal ervan werd reeds een akkoord ondertekend. Met het Eiland Man werd op 30 april 2008 een algemene overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting geparafeerd (ondertekening op 16 juli 2009). In deze overeenkomst is een bepaling (in casu artikel 27, paragraaf 5) opgenomen die voorziet in de uitwisseling van bankgegevens en die is opgesteld conform het OESO-model van dubbelbelastingverdrag van 2008.

Met Monaco en Andorra werd op 14 juli 2009, respectievelijk 23 oktober 2009, een akkoord aangaande de uitwisseling van fiscale inlichtingen ondertekend. Beide akkoorden maken het onder meer mogelijk om op specifiek verzoek bankgegevens uit wisselen.

Met San Marino had België reeds voorheen een overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting gesloten waarin een bepaling aangaande de uitwisseling van fiscale inlichtingen was opgenomen (artikel 27). Op 14 juli 2009 werd met San Marino een protocol ondertekend dat het toepassingsgebied van artikel 27 van de overeenkomst (uitwisseling van inlichtingen) uitbreidt naar bankgegevens. Met Zwitserland tenslotte zijn de onderhandelingen voor een aanpassing van de bestaande overeenkomst nog aan de gang.

De teksten van de hierboven aangehaalde akkoorden en protocollen die al werden ondertekend kunnen worden geraadpleegd op de website van de Administratie van Fiscale Zaken (http://fiscus.fgov.be/interfafznl/nl/international/conventions/index.htm). Daar kan ook de kalender van de onderhandelingen van akkoorden aangaande de uitwisseling van bankgegevens worden geraadpleegd.

Ten slotte wens ik het geachte lid erop te wijzen dat er momenteel in België een algemeen systeem van fiscale regularisatie in voege is dat wordt geregeld door de wet van 27 december 2005.