|
|
Aankoop van een woning - Hypothecaire lening - Fiscale aftrek
krediet op onroerende goederen
belastingaftrek
eigendomsverkrijging
belasting van natuurlijke personen
| 3/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008) |
| 2/9/2008 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-237
In ons land kennen we het systeem van de fiscale aftrek bij het afsluiten van een hypothecaire lening voor de aankoop van een woning.
Sinds 1 januari 2005 geldt een nieuw systeem van fiscale aftrek voor een hypothecaire lening. De hoeksteen van de nieuwe regeling is de woonbonus, een fiscale aftrek ongeacht het inkomen en er wordt ook geen onderscheid meer gemaakt tussen intresten en kapitaal.
Het bedrag dat men fiscaal mag aftrekken, bedraagt maximum 1 870 euro. Dit bedrag wordt vermeerderd met 620 euro gedurende tien jaar wanneer de eigen woning ook de enige woning blijft. Voor gezinnen vanaf drie kinderen wordt het bedrag verhoogd met 60 euro per jaar.
In het totaal kan één persoon met drie kinderen dus 2 550 euro van zijn belastbaar inkomen aftrekken (1 870 + 620 + 60). Zijn partner mag hetzelfde bedrag aftrekken. Voor een gezin met drie kinderen of meer bedraagt de maximale aftrek bijgevolg 5 100 euro.
In 1999 was de fiscale aftrek voor hypothecaire leningen goed voor een min-ontvangst van de federale overheid van 1,6 miljard euro.
Graag had ik van de minister vernomen:
Hoeveel bedragen de jaarlijkse min-ontvangsten voor de federale overheid tengevolge van de fiscale aftrek voor hypothecaire leningen in de voorbije jaren 2004, 2005, 2006?
Hoeveel nieuwe dossiers werden in de voorbije vermelde jaren (2004, 2005, 2006) opgestart? Met andere woorden, hoeveel personen (gezinnen) hebben een hypothecaire lening afgesloten voor de aankoop van een nieuwe woning waarvoor een fiscale aftrek kan worden ingebracht?
Voor hoeveel personen (gezinnen) loopt momenteel het systeem van de jaarlijkse fiscale aftrek door hun hypothecaire lening?
1. Tot en met aanslagjaar 2005 (inkomstenjaar 2004) kwamen kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen aangegaan voor het verwerven of (ver)bouwen van een woning en verzekeringspremies van individuele levensverzekeringscontracten die ertoe strekten deze hypothecaire lening weder te samenstellen of te waarborgen, in aanmerking voor de belastingvermindering voor lange termijnsparen of de verhoogde vermindering voor bouwsparen.
De met betrekking tot deze leningen betaalde intresten konden in mindering worden gebracht door middel van de gewone en de bijkomende intrestaftrek.
De totale kostprijs van deze verschillende aftrekken kan voor aanslagjaar 2004 en aanslagjaar 2005 geraamd worden op nagenoeg 2 miljard euro.
Vanaf aanslagjaar 2006 (inkomstenjaar 2005) vindt inderdaad het nieuwe systeem van de « aftrek voor enige woning » ingang. Voor de leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 blijft de oude regeling van toepassing.
De totale kostprijs van de verschillende aftrekregelingen inzake hypothecaire leningen (oude en nieuwe samen) kan voor aanslagjaar 2006 worden geraamd op 2,1 miljard euro.
2. De verschillende aftrekposten inzake hypothecaire leningen hebben niet enkel betrekking op de aankoop van een woning, maar ook op de bouw of verbouwing van een woning. De administratie beschikt derhalve niet over specifieke statistieken aangaande het aantal belastingplichtigen dat geniet van een aftrek voor een hypothecaire lening aangegaan met het oog op de aankoop van een woning. Wel kan ik, aangaande het aantal hypothecaire kredieten dat jaarlijks wordt afgesloten met het oog op de aankoop van een woning, verwijzen naar de hierover gepubliceerde statistieken van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) alsook de Nationale Bank van België (NBB).
De NBB vermeldt in haar Belgostat online-statistieken dat voor de loutere aankoop van gebouwen door particulieren de hypothecaire inschrijvingen tussen 2003 en 2006 geëvolueerd zijn van 87 200 naar 102 600 leningen. Daarnaast zijn er ook gegevens inzake de aankoop en verbouwing van gebouwen. Daar is er evenwel geen detailinformatie voorhanden. De aantallen in deze rubriek variëren van 15 800 leningen in 2003 naar 16 700 in 2006.