Regularisatieprocedure - Voorleggen van identiteitsdocumenten - Uitzonderingen - Aantallen
verblijfsrecht
toelating van vreemdelingen
identiteitsbewijs
Dienst Vreemdelingenzaken
politiek asiel
officiële statistiek
asielzoeker
1/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2010) |
6/5/2010 | Einde zittingsperiode |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1170
Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen vermeldt expliciet dat bij een regularisatieaanvraag een identiteitsdocument moet worden voorgelegd. Er zijn echter twee uitzonderingen, namelijk als de asielaanvraag niet definitief werd afgewezen en indien de aanvrager zich in de onmogelijkheid bevindt om in België het vereiste identiteitsdocument te verwerven en dat op geldige wijze aantoont.
Er doen zich in de praktijk echter vaak problemen voor met personen die een aanvraag indienden op basis van het oude artikel 9, alinea 3. Die personen krijgen geen verblijfspapieren , zelfs al hebben ze een positieve regularisatiebeslissing gekregen, omdat ze geen geldig identiteitsbewijs kunnen voorleggen. Ze kunnen echter een rechtvaardiging voor het ontbreken van een geldig identiteitsbewijs bezorgen aan de gemeenten, die deze dan doorstuurt naar de Dienst vreemdelingenzaken (DVZ).
Hieromtrent had ik graag de volgende vragen gesteld:
1) In hoeveel dossiers aanvaardde de DVZ de onmogelijkheid om een geldig identiteitsbewijs voor te leggen als argument? Om hoeveel personen gaat het hier?
2) Welke motieven werden daarbij aanvaard als onmogelijkheid om een identiteitsbewijs voor te leggen?
3) Wat was het land van herkomst van deze personen?
4) Zijn er andere documenten dan een paspoort of een identiteitskaart die aanvaard werden als geldig identiteitsbewijs? Over welk type documenten gaat het? In hoeveel gevallen werden deze documenten aanvaard?