Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4915

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 4 november 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Federaal Plan Armoedebestrijding - Toekenning van het onderhoudsgeld - Realisatie

armoede
alimentatieplicht

Chronologie

4/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5194

Vraag nr. 4-4915 d.d. 4 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 4 juli 2008 werd het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd door de Ministerraad. De regering kwam daarmee tegemoet aan een bepaling uit het federale regeerakkoord, waarin ze er zich toe verbindt “ een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving ” (Federaal regeerakkoord, blz. 20).

Het Plan streeft een integrale aanpak van de armoedeproblematiek na. Het richt zich daarom niet enkel tot het financiële aspect, maar tracht het geheel van maatschappelijke aspecten van de armoedeproblematiek aan te pakken. In het Plan wordt daarom gewerkt rond zes centrale doelstellingen:

het ondersteunen van de koopkracht;

het waarborgen van het recht op gezondheid;

het bevorderen van tewerkstelling als hefboom van welzijn en maatschappelijke integratie;

het verzekeren van woongelegenheid;

het waarborgen van de toegang tot energie;

de bereikbaarheid van de openbare diensten waarborgen.

Elk van deze doelstellingen beoogt bij te dragen tot het waarborgen van de grondrechten van alle burgers in dit land. Op basis van dit centrale streven en de zes vooropgestelde doelstellingen werden negenenvijftig concrete voorstellen voor maatregelen opgesomd die allen een substantiële bijdrage kunnen leveren tot het verbeteren van de leefomstandigheden van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen in onze samenleving.

Een aantal van deze maatregelen vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Met betrekking tot het verbeteren van de toegankelijkheid van de procedures inzake de toekenning van het onderhoudsgeld, stelt het Plan onder meer het volgende: “ De minister van Financiën, in samenwerking met de staatssecretaris voor Gezinsbeleid zullen er, wat de DAVO betreft, op toezien: (a) een extra campagne te voeren bij het kansarme publiek, (b) een administratieve vereenvoudiging door te voeren (in overleg met de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen), (c) de huidige voorwaarden versoepelen en het bedrag van de tegemoetkoming optrekken ” (voorstel 12, blz. 27).

Graag had ik het volgende vernomen:

1.Heeft de minister al maatregelen genomen om de zichtbaarheid van de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) te vergroten? Zo ja, welke, en welke initiatieven werden er genomen om specifiek bepaalde kansengroepen te bereiken? Zo neen, waarom niet?

2.Welke stappen heeft de minister ondernomen om de administratieve procedures betreffende het toekennen van onderhoudsgeld te vereenvoudigen? Welke inbreng heeft de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen hierbij geleverd? Heeft de DAVO al toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, zodat het verzamelen van gegevens efficiënt kan gebeuren? Zo neen, welke termijn heeft hij vooropgesteld om dat te realiseren? Welke obstakels moeten daarvoor worden weggewerkt?

3.Welke initiatieven zijn al ondernomen om de bestaande voorwaarden betreffende de regeling te versoepelen? Zijn de bedragen van de tegemoetkomingen verhoogd? Zo ja, kan hij de details van deze verhoging toelichten? Zo neen, waarom is dit nog niet gebeurd? Binnen welke termijn zal de verhoging van de bedragen gerealiseerd worden?

4.Hoe verloopt de samenwerking tussen de minister en de staatssecretaris voor Gezinsbeleid op dit vlak? Vinden er overlegmomenten plaats? Worden deze overlegmomenten structureel of ad hoc georganiseerd? Wanneer hebben deze overlegmomenten plaatsgevonden? Kan de minister een voorlopige stand van zaken geven?