Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4880

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 27 oktober 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Mede-eigendom - Kruispuntbank van ondernemingen - Opname van de Verenigingen van mede-eigenaars - Problematiek en oplossingen

mede-eigendom
Kruispuntbank van Ondernemingen

Chronologie

27/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2009)
24/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4880 d.d. 27 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De statuten van een gebouw moeten het voorwerp uitmaken van een authentieke akte die wordt overgeschreven op het hypotheekkantoor, de hypotheekbewaarder dient als initiator op te treden voor de inschrijving van Verenigingen van mede-eigenaars (VME) in de Kruispuntbank van ondernemingen (KBO). Blijkbaar hebben een groot aantal VME geen ondernemingsnummer omdat ze niet in de KBO opgenomen zijn. Een recent koninklijk besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van ondernemingen bepaalt dat VME niet gehouden zijn zich in de KBO in te schrijven.

Syndici worden niet vermeld in de basisakte en bijgevolg niet in de KBO opgenomen. Het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV) is als publiekrechtelijk orgaan bevoegd om toezicht te houden op de regels inzake de toegang tot het beroep van syndicus. Om de titel van syndicus te voeren en het beroep uit te oefenen is een erkenning bij het BIV vereist.

Een tuchtcollege binnen het BIV ziet erop toe dat haar leden conform de plichtenleer handelen. Dit zijn de twee belangrijkste taken van dit Instituut.

Door het huidig wetgevend kader kunnen zich problemen voordoen aangaande een controle op de illegale uitoefening van het beroep. Als bijvoorbeeld een illegale beoefenaar van het beroep van syndicus door de rechtbank van koophandel veroordeeld wordt tot het staken van zijn activiteiten in een concreet dossier dan is het best mogelijk dat deze zijn activiteiten onverstoord blijft verder zetten in een ander gebouw zonder dat het BIV hier weet van heeft. Dit om reden dat syndici niet in de KBO zijn opgenomen en er dus geen weet is welke gebouwen door betrokken syndicus worden beheerd.

Daarnaast voorziet het wetsontwerp mede-eigendom dat de VME haar domicilie op de woonplaats van de syndicus of de maatschappelijke zetel van de syndicus moet hebben.

Wanneer een erkend syndicus aldus tuchtrechtelijk veroordeeld wordt dan lijkt het aangewezen dat de mede-eigenaars hiervan op de hoogte zijn, zeker als het om zwaarwichtige inbreuken gaat. De vermelding van de identificatiegegevens van de syndicus bij de inschrijving van de VME in de KBO zou mijn inziens aan dit euvel kunnen verhelpen.

1. a. Heeft de geachte minister kennis van de problematiek aangaande VME die niet in de KBO zijn opgenomen?

b. Zullen er desgevallend initiatieven genomen worden om de hypotheekkantoren op hun verplichting te wijzen?

c. Zijn er andere initiatieven in het vooruitzicht?

2. Wat is de juiste draagwijdte van het bovenvermeld koninklijk besluit van 22 juni 2009? Moet dit zo gelezen worden dat VME niet " via een ondernemingsloket " in de KBO moeten worden opgenomen?

3. a. Deelt de geachte minister het standpunt dat de opname van identificatiegegevens van de syndicus in de KBO tot een betere bescherming van de mede-eigenaars zal leiden?

b. Zullen er desgevallend wetgevende initiatieven worden genomen opdat deze gegevens in de KBO zullen opgenomen worden?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

1.a. Ik ben me inderdaad bewust van het feit dat de verenigingen van mede-eigenaars nog niet zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en dus nog niet beschikken over een ondernemingsnummer. Deze materie behoort echter tot de bevoegdheid van de minister van Financiën die hiervan de initiatiefnemer is en deze gegevens beheert.

1.b. De inschrijving in de KBO van de gegevens over de verenigingen van mede-eigenaars gebeurt op initiatief van de kantoren van bewaring der hypotheken onder de verantwoordelijkheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën.

Die laatste wordt immers aangewezen als gegevensbeheerder, namelijk als verantwoordelijke voor het verzamelen en het bijwerken van die gegevens en dit krachtens het artikel 9 van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 houdende aanwijzing van de overheden, administraties en diensten die, betreffende bepaalde categorieën van ondernemingen, belast zijn met de eenmalige inzameling en het actualiseren van de gegevens bedoeld in artikel 6 van de wet van 16 januari 2003 houdende oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, modernisering van het handelsregister, oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen.

Deze vraag valt dan ook onder de bevoegdheid van de minister van Financiën.

1.c. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de minister van Financiën.

2. Het artikel 4, §1, 1° van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen voorziet in de inschrijving van de rechtspersonen naar Belgisch recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

De verenigingen van mede-eigenaars die rechtspersoonlijkheid genieten krachtens het artikel 577-5 van het Burgerlijk Wetboek, dienen dus als rechtspersoon te worden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Die inschrijving gebeurt, zoals reeds vermeld, op initiatief van de kantoren van bewaring der hypotheken, onder de verantwoordelijkheid van de FOD Financiën.

Het koninklijke besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen sluit uiteraard de verenigingen van mede-eigenaars uit van haar toepassingsveld, maar die uitsluiting heeft enkel betrekking op de inschrijving als niet-handelsonderneming naar privaat recht en niet op de inschrijving als dusdanig in de KBO.

3.a. Ik sta inderdaad erg positief tegenover de inschrijving van syndici in de KBO. Dat moet ervoor zorgen dat syndici beter kunnen geïdentificeerd worden en consument beter worden beschermd. Toch is overleg met mijn collega’s van Justitie en Financiën op dit punt nodig.

3.b. Zoals hierboven vermeld, gebeurt de inschrijving van de gegevens betreffende de verenigingen van mede-eigenaars, met inbegrip van de inschrijving van de gegevens over de syndicus, op initiatief van de kantoren van bewaring der hypotheken, onder de verantwoordelijkheid van de FOD Financiën.

Deze vraag valt dus onder de bevoegdheid van de minister van Financiën.