|
|
Onderzoek en ontwikkeling - Duurzame ontwikkeling - Fiscale stimuli
duurzame ontwikkeling
belastingaftrek
vennootschapsbelasting
belasting van natuurlijke personen
fiscale stimulans
onderzoek en ontwikkeling
investeringshulp
| 15/10/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/11/2009) |
| 24/11/2009 | Antwoord |
Het Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 vermeldt in punt 30511 het fiscaal stimuleren van onderzoek en ontwikkeling gericht op terreinen met groeiperspectieven en gericht op duurzame ontwikkeling.
1.Welke fiscale maatregelen werden terzake reeds genomen?
2.Wat is de geschatte financiële impact daarvan?
3.In welk begrotingsjaar werden deze voor het eerst toegepast?
4.Punt 30511 vermeldde dat dit onderzoek vooral fiscaal gestimuleerd zou worden. Zijn er daarnaast nog ander stimuli ingevoerd? Zo ja welke?
1. De fiscale stimulansen voor onderzoek en ontwikkeling specifiek gericht op de duurzame ontwikkeling zijn de volgende: de investeringsaftrek voor milieuvriendelijke O&O- investeringen (met toepassing van verhoogde aftrektarieven ten opzichte van het basispercentage) en het belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling voor dezelfde investeringen.
De investeringsaftrek is een fiscale maatregel die gemeenschappelijk is voor de personenbelasting en de vennootschapsbelasting, terwijl het belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling slechts van toepassing is in de vennootschapsbelasting. Beide maatregelen mogen niet gecumuleerd worden en de keuze van de ondernemingen tussen beide fiscale stimulansen is onherroepelijk.Beide maatregelen worden toegepast op de investeringen ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen invloed hebben op het milieu of die trachten de negatieve weerslag op het milieu zo klein mogelijk te houden.
2. De specifieke budgettaire kosten van de investeringsaftrek voor milieuvriendelijke O&O-investeringen zijn moeilijk te ramen. Alleen een globale raming van de investeringsaftrek is beschikbaar, namelijk 112 miljoen euro voor 2006 in de vennootschapsbelasting.
Bijkomende gegevens kunnen echter verzameld worden via het specifieke formulier inzake investeringsaftrek dat door de vennootschappen ingevuld wordt (formulier 275U). De bedragen die worden aangegeven als diverse soorten investeringsaftrek – waaronder de milieuvriendelijke O&O-investeringen – zijn immers te vinden op dit specifieke formulier, maar het gaat niet om de bedragen die effectief afgetrokken worden in de aangifte in de vennootschapsbelasting. Enerzijds kunnen de bedragen van de investeringsaftrek slechts afgetrokken worden als er voldoende winsten zijn, en anderzijds wordt de eventuele overdracht van investeringsaftrek van de vorige jaren het eerst verrekend.
Volgens de gegevens van dit formulier 275U bedragen de budgettaire kosten met betrekking tot de aftrek in één keer en de gespreide aftrek voor de milieuvriendelijke O&O-investeringen, voor het inkomstenjaar 2007 in de vennootschapsbelasting, 10,68 miljoen euro ex post, in de mate dat het volledige bedrag hetzelfde jaar kon afgetrokken worden.
Er bestaat ook een specifiek formulier voor de personenbelasting (formulier 276U) maar wij hebben geen gedetailleerde gegevens, per code, over de verschillende soorten investeringsaftrek. De globale raming van de budgettaire kosten bedraagt 21,63 miljoen euro voor het inkomstenjaar 2006 in de personenbelasting.
Wat het belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling betreft, worden de budgettaire kosten voor het jaar 2007 geraamd op 107,60 miljoen euro ex post. Het gaat om een globale raming want het belastingkrediet wordt zowel op octrooien als op O&O-investeringen toegepast.
3. De investeringsaftrek is sinds het begrotingsjaar 1991 van toepassing, terwijl het belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling voor de eerste keer op het begrotingsjaar 2006 werd aangerekend, namelijk op het vlak van de voorafbetalingen van de vennootschappen.
4. Informatieverstrekking over het bestaan en de toepassing van eventuele niet-fiscale stimulansen met betrekking tot deze problematiek behoort niet tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdient (FOD) Financiën.